God zelf veroorzaker kwantumgebeurtenissen?

De NBV21, ‘de nieuwe Bijbel voor de 21e eeuw’, is alweer oud. Nu is er de Wetenschapsbijbel: de NBV21 inclusief 300 bijdragen van 60 wetenschappers over geloof, cultuur en wetenschap. Hierin staan onder meer artikelen over hoe kwantumtoeval past in het Bijbelse wereldbeeld. En of God ook maar moet afwachten hoe de kwantumwereld zich ontwikkelt. Maar ook of Prediker met het refrein ‘lucht en leegte’ aangeeft dat het leven zinloos, leeg en absurd is. Toch roept hij regelmatig op om van het leven te genieten. Ook gaat het over de vraag of er een heel diepe verbintenis is tussen lichaam en geest. En is de ziel niet-materieel?

‘Het Bijbelse wereldbeeld is dat God voortdurend
de wereld in stand houdt en daarin werkt’

(Wetenschapsbijbel)

Wat heb je aan de Bijbel bij ingewikkelde vragen uit deze tijd? Bij onderwerpen als gender, duurzaamheid of religieus geweld? Op internet worden Bijbelteksten voor allerlei meningen gebruikt. Waar vind je dan houvast? In deze Bijbeluitgave is de tekst van de Bijbel, in de vertaling van de NBV21, samengebracht met betrouwbare inzichten, geschreven door 60 wetenschappers met liefde voor de Bijbel. Zo kun je als lezer zelf je mening vormen en vol vertrouwen in gesprek gaan over thema’s die ons allemaal raken.’

Templeton Foundation
De Wetenschapsbijbel, waaraan vijf jaar gewerkt is, zegt in ieder geval zelf geen standpunten in te nemen, maar laat verschillende perspectieven zien, ‘betrouwbare inzichten’, maar ‘zonder kant-en-klare antwoorden’. Op de vraag van het RD hoe is voorkomen dat de theologie door de wetenschap zou ondersneeuwen, antwoordde prof. Gijsbert van den Brink dat ‘de meeste bijdragen door theologen zijn geschreven’. Je kunt, aldus deze Bijbel, ‘zelf een visie vormen en met zelfvertrouwen gesprekken voeren over ingewikkelde vragen’. Met dank aan – en geld van – de Amerikaanse Templeton Foundation.

Kwantumgebeurtenissen
O
ver toeval bijvoorbeeld. ‘Toeval’ is geen concept – aldus een van de artikelen – dat vaak voorkomt in de Bijbel (wel in onder andere Pred. 9:11; Ruth 2:3; 1 Kon. 22:34; Luc. 10:31), maar wel een term die we geregeld gebruiken in het dagelijks leven en ook in de wetenschap. Het Bijbelse beeld van de wereld is, ruwweg, dat God die geschapen heeft en van dag tot dag draagt (onderhoudt, in het bestaan houdt).


‘Toeval’ is geen concept?

In de kwantummechanica wordt gesteld dat bepaalde gebeurtenissen, de zogenoemde ‘kwantumsprongen’, toevallig zijn. Dat betekent (volgens een interpretatie) dat ze ‘niet gedetermineerd’ zijn, dat ze niet veroorzaakt zijn. Vooraf kunnen we nooit weten of en wanneer ze zich zullen voordoen – zelfs niet als de beperkingen van ons kennen konden worden opgeheven’.’

Natuurkundigen denken over het algemeen dat kwantumgebeurtenissen op macroniveau geen verschil maken. Als dat zo is, dan zou het kunnen dat God in zijn beleid over de wereld gebruik kan maken van deze ‘diepe’ toevalsprocessen. Maar je kunt ook denken dat God zelf de veroorzaker is van de kwantumgebeurtenissen op microniveau. Immers, het Bijbelse wereldbeeld is dat God voortdurend de wereld in stand houdt en daarin werkt. En daar valt ook de subatomaire wereld onder.’
(Uit: Wetenschapsbijbel)

Lichaam en geest – en ziel?
I
n de Bijbel, zo luidt een andere overweging, komt de lichaam-geest-thematiek regelmatig aan de orde. Denk bijvoorbeeld hieraan: ‘Iedere geest die belijdt dat Jezus Christus als mens [letterlijk: ‘in het vlees’, dat wil zeggen in lichamelijke gestalte] gekomen is, komt van God. Iedere geest die dit niet belijdt, komt niet van God’ (1 Joh. 4:2-3).

De Bijbel kent dus niet een losse ziel die het wezen van de mens is; het lichaam is geen wegwerpverpakking. Je lichaam hoort er echt bij, het is de ‘afbeelding’ van de ziel. Het lichaam als spiegel van de ziel – denk aan ogen als spiegel van de ziel. Als er dus vol vreugde klinkt dat God zag dat het zeer goed was (Gen. 1:31), geldt dat ook voor het lichaam. Deze liefdevolle joods-christelijke houding naar het aardse is trouwens een van de (weinig erkende) belangrijke voorwaarden voor het ontstaan van empirische wetenschap in het Westen.’

‘(…)We zijn drie filosofische hoofdrolspelers tegengekomen: 1) materialisten (in allerlei soorten): de geest als iets irreëels; 2) dualisten: de ziel als zuiver geestelijke piloot in de cockpit van het lichaam; en 3) compositie-denkers: lichaam en ziel als twee-eenheid. Al die denkers zoeken naar een metafoor voor hun denkbeeld. Want hoe leg je het uit? Welk leidend beeld heb je voor ogen?

Toch is er veel voor te zeggen dat de ziel niet-materieel is. Een probleem van materialisme is bijvoorbeeld dat het onze vrijheid maar moeilijk een plekje kan geven. Het maakt ons tot automaten. We zijn dan niet meer ‘heer over onze eigen daad’, zoals ze dat in de middeleeuwen noemden.’
(Uit: Wetenschapsbijbel)

Predikers ‘you only live once’
W
elk mens verzucht niet van tijd tot tijd: waar doe ik het allemaal voor, is de vraag in weer een andere overweging. Wat voor zin heeft het als er zoveel misgaat? Wat leveren mijn inspanningen uiteindelijk op? Sommige Bijbeluitleggers benadrukken dat Prediker met het refrein ‘lucht en leegte’ (hevel) aangeeft dat het leven zinloos is, leeg en absurd.

Toch roept hij regelmatig op om van het leven te genieten (wij zouden het misschien YOLO noemen: ‘you only live once’). Hevel zinspeelt op de naam Abel (Gen. 4), de eerste mens die stierf, en omschrijft daarmee het vluchtige karakter van het leven: een ademtocht (vgl. Ps. 39:6; 62:10) of een schaduw die voorbijgaat (vgl. Pred. 6:12; Ps. 39:7; 144:4). De kosmos duurt oneindig voort (1:4-11), maar wij stervelingen zijn slechts een vluchtige ademtocht en het leven vliegt voorbij (vergelijk de hedendaagse kreet FOMO: ‘fear of missing out’).’

In de joodse traditie wordt zijn [Prediker] geschrift dan ook gelezen tijdens het Loofhuttenfeest, het seizoen van de vreugde. Deze dringende oproep heeft zijn wortels in de Tora, waar de levensvreugde ook wordt geroemd (Deut. 26:11) en een vreugdeloos leven wordt vervloekt (Deut. 28:47). Vandaar dat Prediker een dringende oproep doet om vreugde en genoegen te beleven op het moment dat je daarvoor de kans krijgt (11:9).’
(Uit: Wetenschapsbijbel)

Overbodig, die NBV21 in de Wetenschapsbijbel
De vorig jaar uitgebrachte NBV21 zit ook volledig in de Wetenschapsbijbel. Het was slimmer – en minder kostbaar – geweest als de bijdragen als supplement naast de reeds bestaande NBV21 werd gepresenteerd, als apart boek. Iedere lezer – geïnteresseerden hebben de NBV21 natuurlijk al – kan dan de ongetwijfeld boeiende artikelen over geloof, cultuur en wetenschap naast zijn NBV21 leggen. Overbodig, die NBV21 in de Wetenschapsbijbel.

Wetenschapsbijbel | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap samen met de VU Amsterdam | 1680 pagina’s + 84 themapagina’s | Gebonden | €58,00

Beeld: Lucepedia (Tilburg School of Catholic TheologyTilburg University)
Beeld kwantumgebeurtenissen: bijzonderewereld.nl
Cartoon: Stefan Verwey

Helpen leven is ook helpen sterven

helpenstervennrc2012

‘Gert-Jan Segers creëert een valse tegenstelling als hij telkens benadrukt dat wij onze ouderen moeten helpen leven en niet helpen sterven. Helpen leven is helpen sterven, eenvoudig omdat sterven bij het leven hoort.’ Dit stelt theoloog, schrijver en dichter Wim Jansen. ‘De gerichtheid namelijk op het loslaten van het ik, het leven, de geliefden en verzoening met de dood. Dat heeft niets met ‘ondraaglijk lijden’ te maken maar met bewust leven. Voorbereiding op de dood is daar een onderdeel van.’


Nu het rapport Voltooid leven onder leiding van Els van Wijngaarden is verschenen, laait de discussie over de doodswens bij ouderen opnieuw hoog op. Uiteraard vanuit dezelfde stellingen: voor- en tegenstanders van (hulp bij) zelfdoding vanaf 75-jarige leeftijd. Met dezelfde spelers: Gert-Jan Segers van de ChristenUnie en Pia Dijkstra van D66. Het valt me op dat in die discussie één aspect structureel onbelicht blijft: de levensfase waarin mensen verkeren.’ (NieuwWij)


Jansen vertelt over het christendom dat van de aartsvaders zegt dat zij oud waren en ‘van het leven verzadigd’. Dat Prediker beeldend de ouderdom beschrijft als de ‘jaren waarin men weinig vreugde meer vindt’.

En Paulus, oud – voor die tijd – en vooral moegestreden vertelt in Filippenzen hoe er van twee kanten aan hem getrokken wordt. Dat hij enerzijds wil blijven leven om nog goed werk te kunnen doen voor zijn naasten, maar dat hij er anderzijds vurig naar ‘verlangt om te sterven en in Christus te zijn’. Verlangen naar de dood wordt door hem blijkbaar als volkomen legitiem gezien. Dit zo geheel anders dan ik signaleer bij zijn christelijke nazaten.’ 

Het is frappant dat Paulus voelt hoe er aan hem getrokken wordt van twee kanten, zegt Jansen. Dat is precies wat de theoloog in zijn omgeving, vooral in het pastoraat, ook vaak heeft waargenomen bij mensen in een min of meer eindfase. Waarbij het trekken van ‘gene zijde’ allengs sterker wordt en zij meer en meer onthecht raken.

Houden zij dan niet meer van hun dierbaren? Natuurlijk wel, maar liefde in de vierde levensfase staat op het punt te worden getransformeerd tot een loslatende liefde.  Een pure liefde voorbij de affecties. Dat te accepteren en te respecteren is de weg die de achterblijvende geliefde moet gaan. Het is tevens de weg van de samenleving.’ 

De theoloog vertelt in zijn artikel ook over de vier levensfasen bij het hindoeïsme. Dat men zich in de vierde en laatste periode geheel richt op de ziel die als onsterfelijk wordt beschouwd.

Het enige verlangen dat men koestert, is de bevrijding uit de kringloop van geboorte en sterfte. Meditatie, gebed en sociaal werk zijn in deze levensperiode belangrijke waarden. Kenmerkend voor deze fase is een leren loskomen van het ego en het  leven, oftewel onthechting.’

Bij Carl Jung, aldus de theoloog, lopen die fasen meer door elkaar, zijn minder leeftijdgebonden, maar zij komen in grote lijnen overeen.

De eerste fase noemt hij de atleet, sterk gericht op het uiterlijk. De tweede fase de strijder, die zichzelf waar moet maken. De derde fase de betrokkene, die meer en meer oog krijgt voor de ander. De vierde fase is die van de wijze geest, die zichzelf overstijgt in het niet-materiële. Ook hier is onthechting het sleutelwoord.’

Een deel van de reactie van kunstenaar en domineeszoon Gustaaf Rutgers op het artikel van Wim Jansen wil ik de lezer niet onthouden:

Samenleving, onthecht u alstublieft! Iedere ziel is in essentie levenslang en in mijn mystieke ogen eeuwig drager van zijn of haar wel of niet integer handelen. In leven en in sterven. In eeuwigheid. Wie zijn wij om een andere ziel te verplichten te blijven? Is de aardse aanwezigheid van het lichaam alhier heiliger dan de hemelse aanwezigheid van de ziel aldaar? Wijze mensen kijken voorbij de materiële perceptie. Doch de perceptie der wijzen is in onze gemeenschap helaas geen gemeengoed.’

Zie: De missing link in de discussie ‘Voltooid leven’  (NieuwWij)

Beeld: nrc.nl