Moderne natuurkundigen geven geloof in intelligente Ontwerper krachtige steun in de rug


‘Met de vooruitgang van wetenschap wordt het moleculaire fundament van leven niet minder complex, maar exponentieel complexer. Met die toenemende complexiteit wordt het argument voor intelligent ontwerp ook exponentieel sterker.’ – Dat zegt microbioloog Michael Behe, geciteerd door Dr. W. van Vlastuin, docent dogmatiek en apologetiek aan het Hersteld Hervormd Seminarie in Amsterdam, in het artikel ‘Moderne wetenschap kan positieve bijdrage leveren aan christelijk geloof’.

Filosoof Richard Swinburne verwierp klassieke godsbewijzen, omdat deze niet teruggaan op feiten maar op een logische argumentatie. ‘Evenals wetenschappers, historici en detectives observeert hij data om zo tot een theorie te komen die de beste verklaring voor de gevonden data biedt. Het bestaan van God biedt volgens Swinburne de beste totaalverklaring voor het bestaan van het universum, dieren, ingenieuze lichamen, ontwikkeling, wonderen en geestelijke ervaringen.’

‘Kortom,’ aldus Van Vlastuin, ‘evidentialistische apologetiek wil starten vanuit de waarneembare feiten. Omdat de apologeet dezelfde gegevens en methodieken gebruikt als de niet-gelovige kan er gezocht worden naar gemeenschappelijke grond tussen de christen en de niet-christen. De claims van het christelijk geloof zijn voor een belangrijk deel toetsbaar voor een wetenschappelijk ingestelde wereldburger.’

‘Moderne natuurkundigen geven het evidentialisme in het algemeen en het geloof in een intelligente Ontwerper een krachtige steun in de rug.’

(Volgens Wolter Huttinga is het onderscheid tussen evidentialisme en klassieke apologetiek zoals Habermas het voorstelt, dat klassieke apologetiek eerst het bestaan van God wil bewijzen, alvorens naar specifieke bewijzen te kijken, terwijl evidentialisten ook los van algemeen voorondersteld theïsme naar historische bewijzen zoeken.)

Zie: Moderne wetenschap kan positieve bijdrage leveren aan christelijk geloof

Illustr: scientas.nl