‘Verlichting is in iedereen al aanwezig’

dhammakaya-pagoda-472496_640

‘Verlichting wordt vaak gezien als het resultaat van een lange, moeizame leerweg.’ Filosofie Magazine in gesprek met de Amerikaanse filosoof Douglas Berger die uitlegt aan filosoof Florentijn van Rootselaar dat verlichting eigenlijk al in iedereen aanwezig is. ‘De mens is een gewoontewezen, en dat belet hem open te staan voor nieuwe ervaringen; het verhindert hem evenzeer om praktisch goed te handelen. Je weet je door je gerichtheid op jezelf onvoldoende aan te passen aan de situatie.’ Je moet je eigen verlichting niet langer in de weg staan, adviseert hij.

Hoe word je verlicht? Dat is het onderwerp van gesprek met de Amerikaan Douglas Berger, de kersverse hoogleraar vergelijkende filosofie aan het Instituut voor Wijsbegeerte van de Universiteit Leiden.’ (Filosofie Magazine

Centraal in het gesprek tussen Van Rootselaar en Berger staat de verrassing of zelfs een shock – de gebeurtenis die je bevrijdt uit je beperkte geest: er is heel wat voor nodig om je vaste patronen in de omgang met anderen te doorbreken.

De geliefde vorm die de oude zenmeesters daarvoor gebruiken is de koan – soms een korte cryptische kreet, maar ook een langer verhaal waar je als luisteraar geen vat op krijgt. En juist daarin schuilt de bevrijdende kracht van zo’n koan, zegt Berger, auteur van onder meer Encounters of Mind. Luminosity and Personhood in Indian and Chinese Thought.’ (FM)

De leraren die je kunnen helpen bij het bereiken – of het gewaarworden van verlichting, want je bent dus al verlicht – maken zoals gezegd gebruik van de koan op je pad naar verlichting.


Koans

‘Ik doe de lamp uit, waar is het licht gebleven?’
‘Wat is het geluid van één klappende hand?’
‘Laat het gezicht zien dat je had voordat je ouders waren geboren.’


Vaak heeft een zenklooster een eigen collectie koans, waar de meester individueel met de leerlingen doorheen gaat. Van Rootselaar vraagt zich af hoe een meester je kan helpen op je pad naar verlichting.

De meester vertelt hem niet hoe hij die verlichting kan bereiken, hij draagt geen kennis over. Maar daar gaat het ook niet om.’ (FM)

In het zenboeddhisme is een goede leraar heel belangrijk, aldus Filosofie Magazine. Soms gaan leerlingen langs verschillende kloosters tot ze de juiste leraar hebben gevonden. Want voor een koan is interactie nodig, een meester en een leerling.

Je bent geobsedeerd door iets, je zit erin vast, en zo’n koan opent een deur – juist door je niet te vertellen wat je moet doen, maar door je schrik aan te jagen.’ (FM)

Zo’n koan-ervaring kan je ook zomaar in het dagelijks leven meemaken, vertelt Berger en geeft als voorbeeld dat je na een moeilijke dag op je werk je naar buiten loopt en nog steeds denkt aan dat conflict met een collega.

Maar als je de mooie zonsondergang ziet, kan plotseling de hele relatie met de wereld veranderen.’ (FM)

De moderne stedeling zal zich in zijn drukke stad misschien afsluiten voor ervaringen terwijl hij zich naar huis spoedt, werpt Van Rootselaar op. En de kans is groot dat de diep ongelukkige persoon – die juist zo’n ervaring nodig heeft – in zichzelf gekeerd rondloopt zonder oog voor die mooie zonsondergang.

Berger legt uit dat het niet eens noodzakelijk is daar ervoor open te staan, maar als je wel oog hebt voor de wereld de transformatie eenvoudiger gaat; als je je ervoor afsluit, wordt het een strijd – en dat kan pijnlijk zijn, en dat je het daarom het maar beter kunt accepteren.


Boeddhageest

De leerling vraagt: ‘Meester, heb ik al een boeddhageest?’
‘Nee’, zegt de meester.
‘Maar u zegt toch altijd dat alle dingen een boeddhageest hebben? De bergen, de bomen en de vlinders.’
‘Dat klopt’, zegt de meester. ‘Alle dingen hebben een boeddhageest. De bergen, de bomen, de vogels en eigenlijk alles op aarde – alleen jij niet.’
‘Maar waarom ik dan niet’, vraagt de leerling.
‘Omdat jij me deze vraagt stelt’, antwoordt de meester. (FM)


Berger: ‘Deze dialoog laat zien dat je de verlichting eigenlijk al bezit, je houdt alleen jezelf tegen. Het antwoord dat je zoekt is er al. Door een gesprek word je getriggerd om die staat van verlichting in jezelf te accepteren, en vooral ook om op jezelf te vertrouwen.’ (FM)

Van Rootselaar vraagt wat verlichting precies betekent. Hij krijgt als antwoord dat dit een lichtgevende mentale staat is waarin je openstaat voor de wereld, en daarmee ook de wereld verlicht. Die staat werd in India beschouwd als een prestatie, als het resultaat van een jarenlange oefening. Maar toen het boeddhisme in China kwam, werd die staat heel anders gezien.

Zij zeiden dat je alleen verlicht kunt worden als er een potentieel is in de mens om die staat te bereiken. Daarom spreken ze over de glans, een bepaalde mate van verlichting die iedereen bezit. Je leven zou erop gericht moeten zijn om die glans de ruimte te geven, om alles wat die glans verduistert weg te nemen. Verlichting is zo bezien niet de verovering van een nieuwe staat die je nog niet bezit, maar de terugkeer naar je ware glanzende zelf.’ (FM)

Zie:Sta je eigen verlichting niet langer in de weg’ (Blendle – Filosofie Magazine)

Beeld: Dhammakayatempel, Thailand (pixabay.com)

Koans: elsinajansen.nl

Roger Scruton en het transcendente in een goddeloze wereld

transparant (1)

Ook ‘in onze goddeloze tijd’ is er een verlangen naar verlossing, zo stelt Oxfords professor filosofie Roger Scruton in zijn nieuwe boek Eindeloos verlangen naar het heilige. En ja, die verlossing is ook nu mogelijk, denkt Scruton. Daar heb je geen God voor nodig. ‘Neem religie: zodra we die dreigen te verliezen, ontwikkelen we er een gevoel voor.’ En: ‘We maken het transcendente misschien als mens, maar het is daardoor niet minder werkelijk.’

Volgens Scruton komt alles neer op de ‘ervaring van transcendentie’, het heilige – ‘dat wat zich niet laat definiëren’. In onze seculiere tijd blijkt er niet meer te zijn dan het hier en nu, dan het al te materiële. Het gevolg is een gevoel van existentiële eenzaamheid.

Juist op het moment van dreigend verlies ervaren we de waarde van alles. Zoals Hegel al zei, vliegt de uil van Minerva pas in de schemering uit. Neem de natuur. Als we inzien hoezeer die wordt bedreigd, worden we er heel teder voor, zoals je tegenover je eigen kinderen bent. We zien in de wereld een groot verlangen om de natuur te beschermen. Of neem religie: zodra we die dreigen te verliezen, ontwikkelen we er een gevoel voor. En liefde gaat ons pas echt aan het hart als die ten einde dreigt te komen. Verlies en tederheid gaan samen.’ 

Transcendentie is volgens Scruton dat waardoor alle mensen verlangen, datgene waarnaar ze zich richten, de gedachte dat ze op de een of andere manier naar buiten kunnen; een ander perspectief, een punt waar ze verenigd kunnen worden met het eeuwige en het sacrale.

Het verlangen daarnaar is eigen aan alle mensen, maar we hebben ons ervan afgewend. In de moderne wereld, waarin jegens religie scepsis overheerst, willen we er niet meer aan dat er zoiets is als het transcendente. Als we dat opgeven, geven we de helft op van wat ons tot mens maakt.’

In Filosofie Magazine verwijst Engelands ‘meest conservatieve en meest elegische filosoof’ Scruton naar de Duitse filosoof ten tijde van de Verlichting, Immanuel Kant, die stelde dat het transcendente in diepe zin aanwezig is in ons morele en esthetische leven en wilde zelfs de christelijke religie reconstrueren op deze manier.

Het idee van het transcendente is dat er een ander gezichtspunt op de wereld mogelijk is dan dat van ons beperkte schepselen, en in dat gezichtspunt wordt de hele wereld gerepresenteerd. Niet alleen de kleine delen die we verklaren in termen van elkaar, maar als een geheel. In die visie van het geheel kunnen wij mensen ook op een andere manier verschijnen, niet als een toevallig product van de geschiedenis, maar als iets noodzakelijks: we zijn gered van ons toevallige bestaan; we moeten bestaan, het is goed om te bestaan, zo is zelfs verlossing mogelijk.’

Scruton noemt de wetenschap een van de grootste bedreigingen voor dat gevoel van transcendentie. Dat is volgens hem zelfs de essentie van wetenschap.

De wetenschapper beschrijft de mens eerder als dier, een wezen dat gehoorzaam is aan wetten die we nog niet hebben ontdekt. In die beschrijving ontbreekt een cruciaal feit, namelijk dat we personen zijn die vrij handelen en verantwoordelijkheid nemen voor hun daden. Dat schema van beschrijven mag niet verdwijnen uit ons dagelijks leven, want zonder die dingen kunnen we niet leven.’

God hebben we volgens Scruton niet nodig.

Natuurlijk, het concept van God dat wij monotheïsten hebben is precies dit transcendente perspectief. Er is iets wat ons observeert vanuit een ander punt, en ons beoordeelt. Als we juist zijn in zijn ogen, dan zijn we dat ook. En dat is een erg troostrijke visie.’

Ook zonder geloof in God kunnen we volgens de filosoof bidden.

Dan richten we ons tot het andere. We dragen allemaal een schuld met ons mee, een existentiële schuld waarvan we ons willen bevrijden.’

Interviewer Florentijn van Rootselaar van Filosofie Magazine vindt dat die God door mensen is gemaakt, maar volgens Scruton is niet alles wat door ons geschapen is onwerkelijk.

We maken het transcendente misschien als mens, maar het is daardoor niet minder werkelijk. Het is een mystieke visie, zeker, maar iedereen kan het op sommige momenten voelen in zijn leven.’

Zie het uitgebreide en boeiende interview in Filosofie Magazine: ‘Op het moment van dreigend verlies ervaren we de waarde van alles’  (Filosofie Magazine – Blendle € 0,95)

Eindeloos verlangen naar het heilige | Roger Scruton | € 29,95 | AUP | 296 blz. |

Illustratie: Transparant voor het transcendente. – Een van de meest belangrijke elementen van de mystiek is de overgang van het geloven in een God, ginds, ergens buiten mij, ver weg, naar een besef, of ervaring van de ‘plaats’ van God binnen in mijzelf. Want ieder mens ‘schept’ zijn of haar eigen God. Zoals Meester Eckhart het in een preek formuleerde: ‘God wordt God. Als de schepselen God zeggen, dan wordt God.’ (…) Transparantie dus in twee richtingen. Zoals een schoongemaakt venster zowel het licht van binnen naar buiten, als het licht van buiten naar binnen kan doorlaten, zo kunnen de vensters van onze menselijke geest transparant worden gemaakt voor de oplichtende aanwezigheid van werkelijkheid in mij en rondom mij. (hetsteiger.nl)