‘Verlichting wordt vaak gezien als het resultaat van een lange, moeizame leerweg.’ Filosofie Magazine in gesprek met de Amerikaanse filosoof Douglas Berger die uitlegt aan filosoof Florentijn van Rootselaar dat verlichting eigenlijk al in iedereen aanwezig is. ‘De mens is een gewoontewezen, en dat belet hem open te staan voor nieuwe ervaringen; het verhindert hem evenzeer om praktisch goed te handelen. Je weet je door je gerichtheid op jezelf onvoldoende aan te passen aan de situatie.’ Je moet je eigen verlichting niet langer in de weg staan, adviseert hij.
‘Hoe word je verlicht? Dat is het onderwerp van gesprek met de Amerikaan Douglas Berger, de kersverse hoogleraar vergelijkende filosofie aan het Instituut voor Wijsbegeerte van de Universiteit Leiden.’ (Filosofie Magazine)
Centraal in het gesprek tussen Van Rootselaar en Berger staat de verrassing of zelfs een shock – de gebeurtenis die je bevrijdt uit je beperkte geest: er is heel wat voor nodig om je vaste patronen in de omgang met anderen te doorbreken.
‘De geliefde vorm die de oude zenmeesters daarvoor gebruiken is de koan – soms een korte cryptische kreet, maar ook een langer verhaal waar je als luisteraar geen vat op krijgt. En juist daarin schuilt de bevrijdende kracht van zo’n koan, zegt Berger, auteur van onder meer Encounters of Mind. Luminosity and Personhood in Indian and Chinese Thought.’ (FM)
De leraren die je kunnen helpen bij het bereiken – of het gewaarworden van verlichting, want je bent dus al verlicht – maken zoals gezegd gebruik van de koan op je pad naar verlichting.
Koans
‘Ik doe de lamp uit, waar is het licht gebleven?’
‘Wat is het geluid van één klappende hand?’
‘Laat het gezicht zien dat je had voordat je ouders waren geboren.’
Vaak heeft een zenklooster een eigen collectie koans, waar de meester individueel met de leerlingen doorheen gaat. Van Rootselaar vraagt zich af hoe een meester je kan helpen op je pad naar verlichting.
‘De meester vertelt hem niet hoe hij die verlichting kan bereiken, hij draagt geen kennis over. Maar daar gaat het ook niet om.’ (FM)
In het zenboeddhisme is een goede leraar heel belangrijk, aldus Filosofie Magazine. Soms gaan leerlingen langs verschillende kloosters tot ze de juiste leraar hebben gevonden. Want voor een koan is interactie nodig, een meester en een leerling.
‘Je bent geobsedeerd door iets, je zit erin vast, en zo’n koan opent een deur – juist door je niet te vertellen wat je moet doen, maar door je schrik aan te jagen.’ (FM)
Zo’n koan-ervaring kan je ook zomaar in het dagelijks leven meemaken, vertelt Berger en geeft als voorbeeld dat je na een moeilijke dag op je werk je naar buiten loopt en nog steeds denkt aan dat conflict met een collega.
‘Maar als je de mooie zonsondergang ziet, kan plotseling de hele relatie met de wereld veranderen.’ (FM)
De moderne stedeling zal zich in zijn drukke stad misschien afsluiten voor ervaringen terwijl hij zich naar huis spoedt, werpt Van Rootselaar op. En de kans is groot dat de diep ongelukkige persoon – die juist zo’n ervaring nodig heeft – in zichzelf gekeerd rondloopt zonder oog voor die mooie zonsondergang.
Berger legt uit dat het niet eens noodzakelijk is daar ervoor open te staan, maar als je wel oog hebt voor de wereld de transformatie eenvoudiger gaat; als je je ervoor afsluit, wordt het een strijd – en dat kan pijnlijk zijn, en dat je het daarom het maar beter kunt accepteren.
Boeddhageest
De leerling vraagt: ‘Meester, heb ik al een boeddhageest?’
‘Nee’, zegt de meester.
‘Maar u zegt toch altijd dat alle dingen een boeddhageest hebben? De bergen, de bomen en de vlinders.’
‘Dat klopt’, zegt de meester. ‘Alle dingen hebben een boeddhageest. De bergen, de bomen, de vogels en eigenlijk alles op aarde – alleen jij niet.’
‘Maar waarom ik dan niet’, vraagt de leerling.
‘Omdat jij me deze vraagt stelt’, antwoordt de meester. (FM)
‘Berger: ‘Deze dialoog laat zien dat je de verlichting eigenlijk al bezit, je houdt alleen jezelf tegen. Het antwoord dat je zoekt is er al. Door een gesprek word je getriggerd om die staat van verlichting in jezelf te accepteren, en vooral ook om op jezelf te vertrouwen.’ (FM)
Van Rootselaar vraagt wat verlichting precies betekent. Hij krijgt als antwoord dat dit een lichtgevende mentale staat is waarin je openstaat voor de wereld, en daarmee ook de wereld verlicht. Die staat werd in India beschouwd als een prestatie, als het resultaat van een jarenlange oefening. Maar toen het boeddhisme in China kwam, werd die staat heel anders gezien.
‘Zij zeiden dat je alleen verlicht kunt worden als er een potentieel is in de mens om die staat te bereiken. Daarom spreken ze over de glans, een bepaalde mate van verlichting die iedereen bezit. Je leven zou erop gericht moeten zijn om die glans de ruimte te geven, om alles wat die glans verduistert weg te nemen. Verlichting is zo bezien niet de verovering van een nieuwe staat die je nog niet bezit, maar de terugkeer naar je ware glanzende zelf.’ (FM)
Zie: ‘Sta je eigen verlichting niet langer in de weg’ (Blendle – Filosofie Magazine)
Beeld: Dhammakayatempel, Thailand (pixabay.com)
Koans: elsinajansen.nl