Stoïcisme is geen school, maar levensleer voor iedereen

Stoïcisme is een filosofie, een levensleer die de nadruk legt op acceptatie, innerlijke rust en het beheersen van eigen gedachten en emoties. De Vrije Academie bracht de stoomcursus ‘Stoïcisme in 1 dag’. Filosoof en psycholoog Annette van der Elst presenteerde stoïcijns haar college. Niet in de zin van onverstoorbaar, maar vanuit haar innerlijke rust en kracht. Het college stoïcisme was behalve inspirerend inhoudelijk, vooral zinvol praktisch gericht.

‘Wijs ben ik niet, maar ik ben wel wijsgerig
(Philosophus – Thales van Milete, 6e eeuw v Chr)

Theorie en praktijk
Dacht ik zelf het stoïcisme te kennen, maar kwam er juist door de kracht van de vertelkunst van de docent achter nog meer te mogen oefenen in het omgaan met mijn eigen innerlijke rust, gedachten en emoties. Niet toevallig vind je in de hedendaagse psychotherapeutische stromingen het denken van de stoïcijnen. Zo hoorden we ook van filosoof Martha Nussbaum die onder meer werkt in de traditie van de psychoanalyse. En van filosoof Nancy Sherman, over ‘morele blessures en stoïcijnen’.

Filosofie
V
an sommige filosofen, zoals Plato, Aristoteles en Plotinus, zijn alle of vrijwel alle werken bewaard gebleven. Filosoferen was in Griekenland veelal een vrijetijdbesteding van vrije en welgestelde mannen die zich bezig hielden met vragen over de oorsprong van de dingen. Bij Plato mochten alleen vrouwen de lessen volgen als ze zich hulden in mannenkleren. De school van Epicurus stond wel open voor vrouwen.

Eigen leven, gedachten en emoties
Hoe ga jij om met verandering? Met onzekerheid, frustratie, tegenslag, ziekte en de dood? Hoe word je minder snel van je stuk gebracht? Waar vind je innerlijke rust? Vragen waar de (neo)stoïcijnen wel raad mee weten! Volgens het stoïcisme kun je je beter op eigen gedachten en emoties focussen. En níet op factoren waar je geen controle of invloed op kunt hebben.

(Vrije Academie)

Sofisten
E
en sofist is een leermeester in het denken en spreken. In de 5e eeuw v Chr stichten sofisten scholen voor jongeren om te oefenen in retorica en algemene wijsheid (sophia). Sofisten willen geen waarheden achterhalen, maar stellen vooral belangrijke vragen die te denken geven: of de dingen van nature zo zijn of dat mensen op grond van gewoonte of vanuit conventie de aard van de dingen vaststellen. Volgens de meeste sofisten berusten alle dingen op conventie en kan je ze wijzigen als de situatie erom vraagt.

Epictetus
E
r kan je van alles overkomen, maar het gaat om: wat doe je ermee? Laat je je ziel verstoren? Je ziel kan ‘oefenen’ in het omgaan met wat jou treft. Van Epictetus is er het: Zakboekje. Om open te slaan in situaties wanneer je iets overkomt. Bedoeld voor niet-filosofen om ze te gidsen naar wijsheid.

‘Wanneer je als een wijsgeer wilt leven, stel je er dan maar vast op in dat een heleboel mensen je zullen uitlachen en achter je rug gekke bekken zullen trekken’.
(Uit: Zakboekje – Epictetus)


(Geschreven door Arrien, een van de leerlingen van Epictetus uit de 1e eeuw n Chr)

‘In ons handelen moeten we ons uitsluitend richten op de dingen die binnen ons bereik liggen, dat wil zeggen: de dingen waarop wij invloed kunnen uitoefenen. Hiermee bedoelt hij [Epictetus] ons denken, redeneren, conclusies trekken en voelen.

Onder de dingen die niet binnen ons bereik liggen, dat wil zeggen: de dingen waarop wij geen enkele invloed kunnen uitoefenen, verstaat hij alles wat ons van buitenaf bereikt, wat met het lichaam verbonden is, de bezittingen, de relaties die wij met elkaar onderhouden en alles wat ons overkomt.

Wanneer we de denkfout maken dat we op dit soort dingen invloed kunnen uitoefenen, dan moet ons leven onvermijdelijk volledig mislukken. Aan deze dingen kunnen we namelijk niets veranderen. Ze zijn zoals ze zijn, alleen ons denken erover kunnen we beheersen’.
(Uit: Zakboekje – Epictetus)

Marcus Aurelius (121 – 180)
D
e voormalige keizer van het Romeinse rijk, Marcus Aurelius, regeerde van 161 tot 180 en praktiseerde het sofisme dagelijks. Elkaar verdragen maakt volgens hem deel uit van rechtvaardigheid. Over hoe je te midden van een conflict je gemoedsrust moet vinden en kan behouden schreef Aurelius Te es Heauton (Grieks voor: de dingen voor mijzelf).

‘We kunnen altijd handelen want we hebben een absolute controle over onze representaties [onze gedachten en emoties]: hoe wij de dingen aan onszelf presenteren, onszelf voorstellen.’
(Marcus Aurelius)


Marcus Aurelius, ‘keizer van de rede’

Enkele tips van de vele uit de praktijk van het stoïcisme:
– Een dagboek geeft meer zelfcontrole. Marcus Aurelius noteerde ’s avonds zijn handelingen en onderzocht in hoeverre die overeenstemden met zijn opvattingen. Die vond hij soms geslaagd, soms niet, maar ook hij dacht: je kunt het altijd weer proberen. ‘We zijn allemaal uitgerust met logos, rede’, is een van zijn overtuigingen.

Leer goed met je tijd om te gaan: tijd te sparen zelfs. Volgens Seneca glipt de tijd zomaar weg. Als je vaker ‘Nee’ zegt, ga je zorgvuldig met je tijd om. Grenzen stellen naar anderen – en naar jezelf! – doe je vaak te laat. De sofisten leren ‘jezelf (je tijd) niet weg te geven’. (Time is on my side’ zongen The Rolling Stones in 1964. ‘Now you always say that you want to be free’. Wisten zij van stoïcisme?)

– ‘Aardig zijn tegen mensen die niet aardig zijn’ kan volgens het sofisme wonderlijk uitwerken. Het kan leiden tot veel goeds in je relaties. Het stopt vervreemding en mensen reageren vaak verrassend positief terug. Misschien vinden zij jou ook niet aardig en doorbreek je zo toch verstarde contacten. Door mens te zijn tussen de mensen maak je de wereld beter door anderen – en jezelf! – te helpen. (Aardig zijn is soms gemakzucht, je wilt conflict vermijden, durft geen ‘nee’ te zeggen. Let op je zelfrespect.)

Stoïcijnen gaan ervan uit dat het enige dat je werkelijk bezit, is: je innerlijk. Daarnaar kan je handelen door steeds in het ‘nu’ te zijn. Ook ‘heb’ je je lichaam niet. Als je mank bent, zeg je niet: ‘Ik ben mank.’ Je innerlijk zegt: ‘Mijn been is mank.’ Jij niet.

Woede staat geluk in de weg, zegt Aristoteles. Woede is menselijk, maar mag je nooit ‘loslaten’ op de ander. Woede is fout. Je voelt het wel, maar die emotie dien je te onderzoeken: je er niet door laten bevangen, maar de achtergrond ervan te onderzoeken. In die emotie zit altijd een opvatting die je hebt, een cognitief element: die kan, die moet je met ‘rede’ te lijf gaan. (‘Even rationeel zijn’ lukt natuurlijk niet om te kalmeren, maar iedere dag kan je er weer mee oefenen.) De andere kant van woede kan ook (sterke) betrokkenheid zijn, ook dat is je onderzoek waard.

Socrates: ‘Het enige dat je kan schaden, ben je zelf.’ Om over na te denken als je woedend bent, of jaloers, of een van de andere zeven ondeugden de vrije loop laat. Dan ben je niet vrij. Als je jaloezie met rede onderzoekt, kan je er bovendien ook achter komen dat je jezelf waardeloos vindt. Of je beseft ineens dat je lief meer van waarde voor je is dan je dacht. Volgens Aristoles maken de deugden die hij beschrijft meer kans op een gelukkiger leven voor jou en de gemeenschap waarin je leeft.

Epictetus: ‘Wees blij als je ‘narigheden’  tegenkomt: Dan kan je oefenen. Lukt het niet vandaag? Morgen weer een kans.’

Bronnen:
* Studiedag 20 juni 2025 door Annette van der Elst (over theorie en praktische toepassingen)
* Teksten uit de getoonde sheets tijdens het college.
* Informatie van de Vrije Academie: ‘Studiedag Stoïcisme: Van Aurelius tot Zeno

Beeld: Seneca (re): Maartje de Sonnaville (Filosofie Magazine)
Beeld Zakboekje: Mindsetters Beste boeken over stoïcisme van 2025. “Dit boek staat vol met wijze levenslessen van de Griekse stoic Epictetus, en is geschreven door zijn leerling. Het zakboekje geeft een prachtig beeld van het oude stoïcisme en brengt je terug in de tijd. Een must-read voor iedereen die geïnteresseerd is in deze filosofie.” (Jasper Voorn)
Beeld Marcus Aurelius: Hajo de Reiger (Filosofie Magazine)

‘Is er leven vóór de dood? Dát is de kwestie!’

Een vertelling in de Indische wijsheidstraditie verhaalt over een leerling die van een wijze heel graag wil weten of er leven is na de dood. Het antwoord van de wijze luidt: ‘Is er leven vóór de dood? Dát is de kwestie!’ Leven vóór de dood is vooral de kwestie als de dood zich plotseling aankondigt als: Diagnose ongeneeslijk ziek. Sterfelijkheid wordt dan ineens actueel en kan tot levenshaast leiden. In de tijd die je rest, wil je zo veel mogelijk uit het leven halen. De confrontatie met onze sterfelijkheid kan de mens volgens filosoof Martin Heidegger bovendien dichter bij ‘de zin van het zijn’ brengen, dichter bij de betekenis van het bestaan.

‘In confrontatie met de dood besef je dat tijd niet oneindig is – en laadt de schaarse tijd die we hebben op met zin’
(Koen Haegens)

Levenshaast
De autobiografie Levenshaast (2016), van communicatieadviseur Ingeborg van Beek (1976 – 2022) is ‘haar rauwe, authentieke en krachtige verhaal over leven met een tikkende tijdbom in haar hoofd’. Ze schrijft over spijt en verlangens, verdriet en optimisme en haar rotsvaste geloof in de kracht van het nu. Haar psychologe voelt bij haar, naast verdriet door de confrontatie met ziekte en de dood, een buitengewone vrolijkheid. Zij noemt Van Beek levendig en ontdekkend en zegt dat ze lijdt aan levenshaast. Laconiek vraagt Van Beek of daar pillen voor zijn. De psycholoog schudt daarop haar hoofd: ‘Geniet van elk moment, je leeft maar één keer!’ Van Beeks reactie hierop is dat zij inderdaad ‘maar één keer, maar vooral iedere dag leeft’. Levenshaast regeert: op haar sterfbed wil de auteur geen spijt krijgen van alles wat zij níét heeft gedaan. ‘Ik wil drinken, dansen, de levenshaast door mijn aderen voelen stromen en ervan genieten’.

Memento mori
L
evenshaast lijkt de overtreffende trap van carpe diem: pluk de dag. Dit Latijnse spreekwoord komt van de Romeinse dichter Horatius. Hij zei er wel bij: ‘Moge je wijs zijn’ en ‘dat je de dag leert dragen wàt het ook maar zal zijn’. Je weet immers nooit wat je plukt, zal hij gedacht hebben. En als dat de nabije dood is, kom je onverhoeds uit bij memento mori: Gedenk te sterven.

Beperkte tijd
D
e tijd kan snel door onze vingers glippen. Journalist Koen Haegens vertelt hierover in een interview in Filosofie Magazine. Van de beperkte tijd wordt hij zich sterk bewust als hij midden in het leven onverwacht een levensreddende operatie moet ondergaan. Daarna wil hij elke dag leven alsof het de laatste is, maar binnen een jaar zit hij weer in de draaimolen van apps en sociale media. Hoe komt het toch, vraagt hij zich af, dat we het liefst zo veel mogelijk van onze beperkte tijd willen genieten, maar tegelijk onze tijd verspillen aan apps en sociale media?

Toegewijde tijd
H
aegens is de auteur van Op zoek naar de verstrooide tijd (2023), waarin hij onze tijdsbeleving bestudeert via de filosofie en wetenschappelijk onderzoek. In de verstrooide tijd beslissen we volgens de auteur niet actief over wat we met onze tijd doen, maar laten we ons meevoeren op de golven van de tijd. Het tegenovergestelde ervan is toegewijde tijd. Haegens: ‘In confrontatie met de dood besef je dat tijd niet oneindig is – en laadt de schaarse tijd die we hebben op met zin’.

De zin van het zijn
Een plotselinge confrontatie met onze sterfelijkheid kan de zin van het zijn in ons wakker schudden. En niet zachtzinnig, maar meedogenloos, als door het luide gerinkel van een ouderwetse wekker. Ineens zit je rechtop in bed.
‘Word ik morgen nog wakker?’ Dit is wat Haegens ervoer, toen hij vanwege een gescheurde aorta in het ziekenhuis lag: ‘Het besef van onze eindigheid zorgt ervoor dat de mens niet opgaat in een alledaags of oppervlakkig leven’.

Ons onverwisselbaar leven 
Heidegger roept zelfs op om voortdurend te leven met het einde voor ogen: Sein zum Tode. Dit lijkt een vrijwel onmogelijke opgave. Juist uit angst onze eigen dood te ontmoeten, willen we liever het leven door onze aderen voelen stromen en ervan genieten. We moeten van de filosoof wel voorkomen af te glijden naar ‘vrijblijvend’ leven: beter zou het zijn ons ‘onverwisselbaar leven’ te verwerkelijken. De dood roept ons op tot bezinning. Heidegger: ‘Hij [de dood] openbaart de onherroepelijkheid van onze beslissingen en roept ons tot het eigenlijke en eigen leven in vrijheid en zelfverantwoordelijkheid.’

Gemoedsrust
L
even met het einde voor ogen. Moet je dan alles uit het leven halen wat erin zit? Elke dag leven alsof het de laatste is? Voor je het weet is hedonisme je levensfilosofie. Genot en geluk nastreven als ultiem levensdoel. Al snel komt dan ‘de filosoof van het genot’, Epicurus, in zicht. Die heeft het echter niet over ‘platvloers’ hedonisme, maar begrijpt genot als gemoedsrust: ‘Het doel van de mens is afwezigheid van geestelijke pijn’. De autobiografie van Van Beek is wat dit betreft veelzeggend: met de dood voor ogen bestrijdt zij haar geestelijke pijn door ultiem van het leven te genieten.

Elkaar ondersteunen
B
ij Arjan Broers, auteur van De beste helft (2023), is de ervaring van een flinke burn-out belangrijk geweest voor wie hij is geworden. Nadat hij ‘was opgekrabbeld en weer energie voelde, kwam de vraag op: wat ga ik in het vervolg van mijn leven doen?’ Het interesseerde hem minder dan vroeger wat hij wilde verdienen of bereiken, maar was nieuwsgierig geworden naar iets anders: naar ‘wat ik te doen of te geven heb’. Het bracht hem dichter bij de zin van het zijn, dichter bij de betekenis van het bestaan.

Maar weet je lieve schat wat het geval is? Ik zoek iets meer ik weet alleen niet waar”. Met deze openingszinnen uit de songtekst Is Dit Alles (1982) (YouTube) van de band Doe Maar opent Broers het hoofdstuk Is dit alles? Het boek kreeg als subtitel mee: Kunnen we behalve alsmaar ouder ook wat wijzer worden? ‘We moeten stilstaan bij wie we zijn en wat we betekenen’, zegt de auteur. Er komt er een moment dat je ‘iets of iemand bent geworden. En dan moet je nog een poos’. Altijd op zoek naar wijsheid, vond hij dat een uitgelezen moment om geestelijk te groeien en wijzer te worden: een taak voor ieder van ons, en voor ons samen. Broers: ‘Want we kunnen het alleen als we elkaar helpen en ondersteunen’.

Levenshaast?
Is er leven vóór de dood? Dát is de kwestie!’ zei de wijze in het begin van deze overdenking. Zou je de confrontatie met je sterfelijkheid beter in een eerder stadium moeten aangaan? Levenshaast? Of liever bijtijds stílstaan bij leven en sterven? Epicurus, uit de vierde eeuw v. Chr., zegt: ‘De kunst om goed te leven en de kunst om goed te sterven is dezelfde’.

Beeld: Civis Mundi, tijdschrift voor Sociale Filosofie en Cultuur

N.B. Eerder, op 15 juni 2023 gepubliceerd in de Nieuwsbrief, onder de titel Memento Mori – Een beschouwing voor de Vereniging leven met dood.
‘Haast om te leven. Anders gezegd: alles eruit willen halen wat erin zit. Wie een dierbare heeft verloren en sterfelijkheid van heel dichtbij heeft meegemaakt, kan soms de urgentie voelen om harder te gaan leven. Maar de vraag is of je jezelf daar een plezier mee doet.’

In de Nieuwsbrief onder meer ook: Cees BaanUitgesteld verdriet: haast maken met liefhebben.
‘Er zat blijkbaar wat verwaarloosd verdriet in mij.’ Cees Baan vertelt zijn persoonlijke verhaal over zijn gevoel ‘haast’ te moeten maken met zorg en aandacht voor zijn geliefden.

‘Mens worden door zelf na te denken’

Zeven filosofen beantwoorden de vraag van journalist Joël De Ceulaer van De Morgen welke actuele lessen klassieke denkers ons kunnen bijbrengen. Dat levert een boeiende oogst op van allerlei inzichten: van politieke tot therapeutische. Met prachtige illustraties van Penelope Deltour. Over Søren Kierkegaard, Hannah Arendt, Spinoza, Epicurus, Simone Weil, Niccolò Machiavelli en Arthur Schopenhauer.

Karl Verstrynge: ‘Kierkegaard leert ons dat de overschatting van onszelf als mens gevaarlijk is.’

Søren Kierkegaard waarschuwt je niet aan je materiële bestaan te hechten. ‘Leven betekent dat je afstand doet van je gehechtheid aan het materiële bestaan en in feite leert te sterven’. Hij wilde de filosofie vanuit het concrete, specifieke leven van ieder individu laten vertrekken. Het leven zoals u en ik dat leven, elk op onze eigen manier. 

Alicja Gescinska zegt over Hannah Arendt: ‘Zij zou vandaag veel problemen hebben met de kampen buiten Europa waar wij vluchtelingen opvangen.’

Volgens Hannah Arendt is de politiek te belangrijk om aan politici over te laten. Zij zou de nieuwe ontwikkelingen op het vlak van politieke deliberatie en burgerparticipatie toejuichen. ‘We moeten met z’n allen in de publieke ruimte met elkaar in debat gaan.’ Volgens Arendt worden we pas mens als we voor onszelf nadenken en oordelen. Ze hield niet van de kuddementaliteit. We mogen geen radertje in het systeem zijn.

Herman De Dijn: ‘Voor Spinoza was de mens gewoon een product van de natuur. Niet uniek, niet speciaal, en niet het centrum van het universum.’

Volgens Spinoza leveren schuldgevoelens niets op. ‘Doe wel en zie niet om’. Miserie hoort erbij in het leven, daar moet je je bij neerleggen. Het is ook onmogelijk om met wetenschap en rede alles in het leven te beheersen, zegt deze filosoof. Politiek moeten we baseren op echt inzicht in de ander, niet op emotie.

Johan Braeckman: ‘Volgens Epicurus was je vrij om je leven zelf in te vullen. Met de zelfgekozen dood had hij geen probleem.’

Epicurus leert je met negatieve gevoelens om te gaan. ‘Door zelfredzaamheid na te streven, geen valse behoeftes na te jagen, je verlangens onder controle te houden’. Zowel de stoïcijnen als de epicuristen boden, zoals zelfhulpgoeroes dat nu doen, gemoedsrust aan. De filosofie van Epicurus is mede therapeutisch van aard: hij wilde mensen met angst en onzekerheid leren omgaan.

Willem Lemmens: ‘Het denken van Weil is het tegendeel van individualisme en de cultus van het ik.’

Simone Weil zou niet verbaasd zijn van de klimaatcrisis. ‘Ze was onder de indruk van wetenschap en techniek, maar wees er ook op dat het kapitalisme tot verspilling en blinde groei leidt’. Oorlog zag zij als een monster dat alle menselijkheid uit ons vreet, en dat zag ze bij beide partijen in een conflict.

Bart Vandenabeele: ‘Schopenhauer zag dat het niet mogelijk is om al onze verlangens te bevredigen.’ 

Arthur Schopenhauer zou het zorgpersoneel eindeloos bewonderen. ‘Zij geven het beste van zichzelf’. Hij zocht naar manieren om ons te verlossen uit illusies en van de onmogelijkheid om aan al onze verlangens te voldoen: door sereniteit na te streven, wat hij een ‘beter bewustzijn’ noemde. Die sereniteit herkende hij bijvoorbeeld in het gelaat van Jezus zoals dat op de schilderijen van Rafaël te zien is.

Tinneke Beeckman over Machiavelli: ‘Als je pech hebt, mag je je hoofd niet te veel laten hangen. Voor mij werkt zo’n denker opbeurend.’

Niccolò Machiavelli adviseert je je tegenstander niet te vernederen, omdat je daarvoor ooit de prijs betaalt. ‘Behandel de ander met respect’. Je moet over virtù beschikken, over deugd: dan neem je je vrijheid tot handelen ten volle op en wil je je inzetten voor het algemeen belang. Daar hangt het vanaf of je slechter of beter uit de crisis komt. Voor onze tijd is dat een inspirerende boodschap, die ons uitnodigt om het burgerschap te herdenken. 

Zie: Wat de oude filosofen ons vandaag nog kunnen leren (of via Topics)

Beeld: ‘De filosoof’ – Rembrandt – The Yorck Project (2002) 10.000 Meisterwerke der Malerei (DVD-ROM), distributed by DIRECTMEDIA Publishing GmbH.

Denkbeelden kunnen ook migreren

9200000014025543

Week van de Klassieken – Alles is terug te leiden naar ondeelbare eenheden, minuscule bouwblokjes, leerdichtte Lucretius al in de laatste eeuw v.C. Atomen noemde hij die blokjes, naar het Griekse a-tomos (‘het ondeelbare’). Lucretius gaf hiermee de filosofie door van Epicurus, volgens wie het heelal uit lege ruimte en atomen bestaat. Die had dat weer van de ‘lachende filosoof’, wiskundige en astronoom Democritus (460 v.C. – 370 v.C.), de grondlegger van het atomisme. Voor hem bestonden er maar twee verschillende dingen: de ruimte en atomen.

Lucretius schreef het leerdicht De Rerum Natura (De natuur der dingen) en vertelde hierin over natuurlijke vormen, zoals de zon, maar ook dieren en het atoom. Van wetenschappelijk en filosofisch werk maakte Lucretius poëzie. Over existentiële vragen dacht hij na, zoals of er leven is na de dood, wat de ziel is en waar we vandaan komen. In Wetenschap zonder bewijs blijft Ingeborg Swart zich verwonderen over hoeveel de klassieke ‘wijsheren’ al wisten.

Lucretius schrijft over allerlei natuurverschijnselen (en culturele en godsdienstige), en besteedt een flinke tijd aan de grondstof van alles. Hij beredeneert dat alles uiteindelijk terug te leiden moet zijn naar ondeelbare eenheden, minuscule bouwblokjes. (…) Samen met enkele andere filosofen verdedigde hij dit idee. Deze voorvechters van de atomenleer hadden de techniek niet om hun theorie te testen. Zij gingen puur uit van wat voor hen logisch te beredeneren was, en wonderbaarlijk genoeg kwamen ze zo op deze theorie.’ (Swart)

Biologe Swart komt hierop door de Week van de Klassieken (4 t/m 14 april 2019) die dit jaar een programma biedt voor jong en oud rond het thema ‘Van heinde en verre. Migratie in de klassieke wereld’. Migratie gaat echter over meer dan alleen bevolkingsstromen: kennis, macht en denkbeelden kunnen ook migreren, en dat gebeurde ook al in de klassieke wereld. Volgens Swart is het in de huidige wereld vol testapparaten en technologische vooruitgang bijna ondenkbaar om een theorie voor te stellen zonder die te bewijzen. Of zonder in elk geval een opzet daarvoor te geven. – In deze tijd wordt John Dalton gezien als de grondlegger van de atoomtheorie. Hij stelde voor het eerst een echt atoommodel op.

Vroeger moesten ze wel. En was iemand het niet met je eens, dan moest je met nog sterkere argumenten komen om hem van je gelijk te overtuigen. Zonder een handige foto door een elektronenmicroscoop om je atomen te laten zien. Misschien moeten we af en toe weer terug naar die werkwijze: vooraf goed nadenken over alle aspecten van een onderwerp en pas dan actie ondernemen.’ (Swart)  

De wereld waarin wij leven wordt geheel beheerst door natuurlijke processen, en in zes boeken zet Lucretius deze in De Rerum Natura uiteen, stelt Hans Oranje in Trouw.

In de eerste twee boeken behandelt hij uitputtend Epicurus’ leer van de (onzichtbare) atomen en de lege ruimte, die in hun voortdurende werveling de zichtbare werkelijkheid tot stand brengen. Zoals Lucretius het Griekse woord ’atoom’ vermijdt, maar van zaden, kiemen of (eerste) deeltjes spreekt, gebruikt Schrijvers [de vertaler P. H. Schrijvers, PD] ook nergens het woord atoom – terecht, want door de moderne atoomfysica waar Lucretius uiteraard geen weet van had, is dat woord misleidend. Dat neemt niet weg dat ’De natuur van de dingen’ altijd en met de Verlichting in toenemende mate een invloedrijke doordenking van de fysieke werkelijkheid is geweest.’ (Trouw, 2009)

De Rerum Natura – Leerdicht over de Natuur | Titus Lucretius Carus | Vertaling: Marguerite Prakke | 240 pag. | Verschenen in de serie DAMON Klassiek | € 24,90 | ‘Ruim tweeduizend jaar geleden schreef Titus Lucretius Carus het leerdicht De Rerum Natura (De Natuur van de Dingen) waarmee hij de filosofie van de Griekse wijsgeer Epicurus onder de aandacht van het Romeinse publiek wilde brengen. (…) De filosofie van Epicurus bood: vrij van angst voor de goden, vrij van angst voor de dood, met vrienden onder elkaar in vrede discussiëren en de geheimen van de natuur ontraadselen. Door alles te weten kan de angst voor het onbekende overwonnen worden en kunnen de goden die geweld, oorlog en bijgeloof in de hand werken, buiten spel worden gezet.’ (Damon)

‘In circa 7500 dichtregels, verdeeld over zes hoofdstukken, ontvouwt Lucretius de fascinerende wereld van de atomen en de onmetelijke leegte, vertelt hij over onszelf, onze geest, onze ziel en zintuigen, geeft seksuele voorlichting en eindigt met het ontstaan en het reilen en zeilen van de wereld waarin we leven. Op rationele wijze legt hij de wondere verschijnselen in de hemel en op aarde uit. De lezer raakt ontroerd, gefascineerd, geamuseerd en staat versteld. Het is opvallend dat de problemen die Lucretius aansnijdt nog zo verbijsterend actueel zijn.’

Bronnen o.a.:
Epicurus (Filosofie Magazine)
Wetenschap zonder bewijs (Ingeborg Swart)
John Dalton (atoomtheorie)

Beeld: Aziloth Books