Erasmus’ pamflet ‘Tegen Oorlog’ tragisch actueel  

Als het gaat om een principiële stellingname over oorlog en vrede is het pamflet Tegen Oorlog van filosoof Desiderius Erasmus nog net zo actueel als vijfhonderd jaar geleden. Russen en Oekraïners vermoorden elkaar, terwijl de meeste strijders als kind in de orthodoxe kerk zijn gedoopt. In Europa rond 1500 was iedereen rooms-katholiek: christenen werden aangemoedigd om medechristenen te vermoorden. Broedermoord kenmerkt alle Europese oorlogen tot op de dag van vandaag.

‘We zijn gewend onze ondeugden achter fraaie argumenten te verbergen’
(Desiderius Erasmus)


De Slag op de Witte Berg (1620) in Bohemen die leidde tot de gedwongen rekatholisering van de Tsjechische bevolking

Broederliefde
O
nder meer in het pamflet Tegen Oorlog bekritiseert Erasmus (1469-1536) het geweld van kerk en staat. De humanist baseert zich daarbij op de leer van Christus, waarvan hij weinig terugziet in de praktijk van alledag, noch bij de geestelijkheid noch bij de wereldlijke machthebbers. In plaats van volk en vorsten Jezus’ boodschap van broederliefde en geweldloosheid te onderwijzen, neemt de kerk actief deel in het geweld door wederzijds legers en wapenen te zegenen.

Na het einde van de Koude Oorlog leek het Erasmiaanse gedachtegoed in Europa lange tijd dominant, tot Vladimir Poetin de oorlog weer tot onderdeel van zijn politiek maakte. Onlangs bezocht Poetin, na de aanslag in Moskou, een orthodoxe kerk. Bizar, want hij gelooft alleen in zichzelf, en in de even doelloze als zinloze strijd voor een Russisch rijk dat alleen in zijn eigen gedachten bestaat.


Vladimir Poetin en Hoofd van de Russisch-Orthodoxe Kerk, patriarch Kirill

Broedermoord
G
eestelijk leider van de Russisch-Orthodoxe Kerk patriarch Kirill van Moskou steunt, als misdienaar van Poetin, het vermoorden van Oekraïners. Ruslandkenner Helga Salemon van het The Hague Centre for Strategic Studies zei indertijd: ‘In ruil voor geld spreekt Kirill onvoorwaardelijke steun uit aan Poetin’. Niet voor niets noemt Kirill hem sinds het begin van hun aanvalsoorlog op 24 februari 2022 dan ook een ‘Godsgeschenk’. Het idee ‘God is met ons’ heeft deel uitgemaakt van de Russische nationalistische heropleving van Vladimir Poetin, een opschepperij die heiligschennis en onwaar is.

‘Te midden van de wapenen zwijgen de wetten’
(Desiderius Erasmus)

Als er rechtsgronden zijn die een oorlog toelaatbaar maken, dan zijn deze van slecht allooi en rieken zij naar een ontaarde Christus, die door wereldse rijkdommen bezwaard is’, schreef Erasmus in 1514 aan abt Antonius van Bergen.’
(Ronald van Raak, hoogleraar Erasmiaanse waarden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, in Filosofie Magazine)

Oorlog als verlengstuk politiek
O
orlog werd destijds gezien als eervol. Erasmus (1469-1536) was de enige in zijn tijd die daartegen protesteerde, schrijft Marjolein Overmeer: ‘Dulce bellum inexpertis, zegt Erasmus in Tegen oorlog: ‘Oorlog is aangenaam voor wie hem niet kent’.

Erasmus was een van de eerste filosofen die nadrukkelijk tegen oorlog als verlengstuk van de politiek pleitte. Te midden van de wapenen zwijgen de wetten. (…) Oorlog was slecht voor de handel, zaaide dood, verderf en ziekten en geen onderdaan zat erop te wachten. Glorie op het slagveld was dwaasheid. De schuldigen aan de oorlogsellende moesten goed beseffen dat het volk moest boeten voor hun zucht naar eer, macht en rijkdom.’
(Marjolein Overmeer, in Kennislink, over Erasmus)

Europese grootmachten
D
e humanist schreef ook Vredes Weeklacht (1517) (De klacht van vrede) voor de vredesbesprekingen die de Europese grootmachten van die tijd gingen houden, maar die op niets zouden uitlopen. Toch had dit boek veel invloed en bereikte het een breed lezerspubliek. Erasmus hield de vorsten (de politieke leiders van zijn tijd) voor waarom oorlog onzinnig is, met argumenten die voor ons nog altijd heel herkenbaar zijn.

In De klacht van vrede voert Erasmus de vrede op als een allegorische figuur, en laat haar haar eigen zaak bepleiten. Eenzelfde soort procedure past Erasmus ook toe in Lof der zotheid van 1511, waarin hij onder het mom van zotheid vele wantoestanden in kerk en klooster hekelt. Hier klaagt de vrede dat ze ‘door alle volken verstoten en versmaad wordt, terwijl de vrede toch de bron van alle goede dingen onder de hemel en op aarde is.’
(dbnl)

De vechtpaus
E
rasmus schreef behalve Tegen oorlog, ook Adagia: een verzameling Latijnse en Griekse uitdrukkingen waarin hij uitgebreid de spreuk Dulce bellum inexpertis bespreekt. In Iulius exclusus zet Erasmus Julius II (‘de vechtpaus’) post mortum te kijk. De elite en de geestelijken, de heersende standen van zijn tijd, maakten er, volgens Erasmus, een potje van.

Julius II
Moge Julius [Het pontificaat van Julius II duurde van 1506 tot 1513] zijn krijgsroem, zijn overwinningen en schitterende triomftochten voor zichzelf behouden. Of zij een christelijk paus sieren, vermag ik niet te beoordelen. Ik zeg alleen dit: zijn roem, hoe groot die ook was, berustte op het leed en de dood van ontelbaren.
(Erasmus, in Tegen Oorlog)


Paus Leo X (‘de vredespaus’)

Leo X
Maar de vrede die Leo [Het pontificaat van Leo X, de (‘vredespaus’) duurde van 1513 tot 1521] de wereld heeft teruggeven zal hem een veel waarachtiger roem schenken dan Julius door zijn talrijke oorlogen, allerwegen gevoerd, hoe manhaftig ook begonnen en hoe fortuinlijk ook beëindigd.’
(Erasmus, in Tegen Oorlog)

Bronnen:
* Tegen Oorlog – Dulce Bellum Inexpertis | Desiderius Erasmus | Bewerking en heruitgave 2022, 2023 | Paperback | 72 pagina’s | Vertaling Nico Van Suchtelen | Bewerking Sieuwert  Haverhoek | Vrije Uitgevers / Mastix Press | € 7,50 | Eerste uitgave: Erasmus Against War, The Merrymout Press, Boston, 1907     
* Kennislink: April, maand van de filosofie, thema Schuld en Boete. ‘Oorlog is mooi voor wie hem niet kent’ (2024, Marjolein Overmeer)
* Filosofie Magazine: ‘Te midden van de wapenen zwijgen de wetten’ (2003, Ronald van Raak)
* Canon van Nederland, herijkt in 2020: Erasmus

Beeld: Cover (detail) van Weg met oorlog– Het onstuitbare pacifisme van Erasmus
Beeld: De Slag op de Witte Berg (1620) in BohemenEen van de beslissende veldslagen tijdens de Dertigjarige Oorlog die uiteindelijk leidde tot de gedwongen rekatholisering van de Tsjechische bevolking. (Pieter Snayers (1592-1667), olie op canvas – exhibition catalogue CD The Winter King – public domain)
Beeld Vladimir Poetin / Hoofd van de Russisch-Orthodoxe Kerk, patriarch Kirill: 2018, asianews.it
Beeld Paus Leo X: Galleria degli Uffizi

Spinoza: vrij zijn kan niet in je eentje

Baruch Spinoza is een symbool van vrijheid en tolerantie. Maar hij dacht heel anders over vrijheid en tolerantie dan wij nu. Ons idee van vrijheid is vooral keuzevrijheid, jezelf zijn en vrije keuzes maken. Voor Spinoza zou dat een heel naïeve gedachte zijn omdat je als mens onderdeel bent van ketens van oorzaak en gevolg: ‘Je voegt je naar de orde’. – In De Ongelooflijke Podcast vertelt filosoof Ronald van Raak, hoogleraar Erasmiaanse waarden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, enthousiast en overtuigend over deze joods-Nederlandse filosoof.

‘Vrij zijn kan niet in je eentje. Vrijheid kan je ook niet opeisen.
Vrijheid is een geschenk van anderen, vrijheid gun je elkaar’

(Spinoza)

Op zoek naar waarheid
In zijn eigen tijd stuit Spinoza’s gedachtegoed op veel weerstand. Hij vindt dat de natuur, alles wat bestaat, een verschijning van God is, dus ook de mens zelf. Voor zeventiende-eeuwers is dat een schokkende boodschap. Spinoza (1632 – 1677) wordt nu gerekend tot de invloedrijkste filosofen van het westerse denken.’
(Canon van Nederland)

Wederkerigheid
In podcast #183 vertelt Van Raak dat voor Spinoza vrijheid doen wat noodzakelijk is. Deugdzaam zijn is kennis hebben, kennis van jezelf, in harmonie leven met jezelf, met de mensen om je heen en in je omgeving met de natuur.

Ons huidige vrijheidsbegrip is heel anders dan dat het eigenlijk lang is geweest. Bij zowel Erasmus als Spinoza zie je dat het idee van vrijheid altijd wederkerig is. Bij ons is dat nu individualistisch.’
(De Ongelooflijke Podcast)

Hoe denkt de ander
T
olerantie betekent niet dat je het recht hebt om te zeggen wat je wilt en dat je iedereen mag beledigen. Het betekent de plicht om je te verdiepen in anderen. Je moet weten hoe een ander denkt om met elkaar in harmonie te kunnen leven.

Dat is natuurlijk een hele andere opvatting van vrijheid. Vrijheid kan ook betekenen dat je helemaal niet doet waar je zelf zin in hebt, maar dat er een wederkerigheid in zit. Vrij zijn kan niet in je eentje. Vrijheid kan je ook niet opeisen. Vrijheid is een geschenk van anderen, vrijheid gun je elkaar.’
(De Ongelooflijke Podcast)


Desiderius Erasmus In het portret rusten Erasmus’ handen op een rijk gebonden boek,
waarop, in het Grieks, ‘De Werken van Hercules’ geschreven staat.

Erasmus, een kritische denker in Europa
Desiderius Erasmus
(± 1469 – 1536) is een kritische geest én een verzoener. Veruit het bekendste werk van deze invloedrijke humanist is Lof der Zotheid, waarin hij de draak steekt met de Rooms-Katholieke Kerk. Maar als de protestanten zich afscheiden blijft Erasmus zich inzetten voor kerkelijke hervorming van binnenuit.
(Canon van Nederland)

Een goed en vrij leven
In zijn boek Spelen met waarden, betalen met gedachten (2024) onderzoekt Ronald van Raak hoe het denken van Erasmus en Spinoza tot stand kwam en welke waarden eraan ten grondslag lagen. Hij beschrijft hoe hun denkbeelden door de tijd heen werden gebruikt en wat hun filosofie kan betekenen in het huidige debat over de vraag wat ons nog met elkaar verbindt.

Vrijheid was voor Spinoza verbonden met een vrije samenleving, die ook de voorwaarden bood voor mensen om zich in vrijheid te kunnen ontwikkelen. Daarom pleitte hij voor democratie en vrijheid van meningsuiting, als noodzakelijke voorwaarden voor een goed en vrij leven.’
(Ronald van Raak, in: Spelen met waarden, betalen met gedachten)  


Ronald van Raak

Morele ontwikkeling
Volgens Erasmus kunnen gedeelde waarden niet van buitenaf worden opgelegd, maar moeten deze uit de mensen zélf komen, zegt Van Raak in zijn essay. Erasmus wierp de vraag op hoe de maatschappij burgers in staat kon stellen om zichzelf moreel te ontwikkelen, om op deze manier inzicht te krijgen in de verplichtingen die we hebben tegenover elkaar.

Geen dier is woester en schadelijker dan de mens die wordt gedreven door eerzucht, begeerte, woede, afgunst, weeldezucht en wellust. Wie er dus niet dadelijk zorg voor draagt dat zijn zoon gedrenkt wordt met de beste kennis, is zelf noch mens, noch de zoon van een mens.’
(Uit Over opvoeding en vrije wil, Erasmus, in: Spelen met waarden, betalen met gedachten)

Bronnen:
*
De Ongelooflijke Podcast #183
* Canon van Nederland
*
Spelen met waarden, betalen met gedachten | Ronald van Raak | Boomfilosofie | Paperback | Februari 2024 | ISBN 9789024464456 | 144 blz. | € 22,90 | E-book € 17,90 | Volgens Boomfilosofie zijn Erasmus en Spinoza filosofen die in ons land lang werden gehaat, om vervolgens te worden vereerd. Denkers die in weinig opzichten met elkaar te vergelijken zijn, maar toch beiden symbolen werden van vrijheid en tolerantie. Erasmus hield tijdgenoten een morele spiegel voor in de Lof der Zotheid (1511). Spinoza beschreef in zijn Ethica (1677) een uitdagende morele filosofie.
– Meer over Erasmus: De Ongelooflijke Podcast #132: Wat we kunnen leren van Erasmus, een van de grootste Europese denkers ooit.

Beeld:
Barend Graat – Portret van Baruch Spinoza, 1666, olieverf op doek, 47×40 cm. Collectie Kunstzalen A. Vecht.
Beeld Desiderius Erasmus: Detail cover Tegen Oorlog Dulce Bellum Inexpertis [Heerlijk (lijkt) een oorlog aan hen, die er geen ervaring mee hebben], door Desiderius Erasmus | In het portret rusten Erasmus’ handen op een rijk gebonden boek, waarop, in het Grieks, ‘De Werken van Hercules’ geschreven staat. De verwijzing lijkt duidelijk: Erasmus rust uit van zijn Herculische werken, en zij die Grieks lezen, zijn geestverwanten, begrijpen dat. (De Groene Amsterdammer, nr. 3, 2009)

Foto Ronald van Raak: ProDemos – Huis voor democratie en rechtsstaat

Geert Groote predikte Jezus’ leer en kreeg preekverbod

Het blijft verbijsterend hoe frequent de kerk systematisch tegen Jezus’ leer ingaat na het vroege christendom, vanaf het Eerste Concilie van Nicea (325), en nog altijd. Steeds weer duiken namen op van gelovigen en geestelijken die Jezus proberen te bevrijden van de Kerk. Toenemend verschijnen hierover nieuwe artikelen en boeken. Het is het directe gevolg van het institutionaliseren: het godsdienstig leven is vastgezet in een onwrikbare vorm, gegoten in dogma’s en wetten. “De kerk verliest dan het contact met veel gelovigen, omdat zij vervreemdt van die gelovigen,” schreef Trouw al in 1996 in de recensie van het boek In de kerk zie ik het niet zitten van J. Jonker.

In een korte biografie beschrijft hij, hoe hij (‘na vijftig jaar actief kerkelijk meeleven’) vervreemdt van de georganiseerde kerk. Dat komt, omdat hij het evangelie anders leerde verstaan en dus anders ging geloven, én omdat voor die geloofswijze geen plaats bleek te zijn in de kerk waarin hij zich altijd had bewogen: zijn persoonlijk geloof in Jezus en in de ‘op menselijkheid bedachte’ God botste met het kerkelijk bedrijf.’
(Trouw)

Geloven in en kennis nemen van de oorspronkelijke Jezus werd al snel onmogelijk gemaakt. De woorden van Jezus gingen ten onder aan de almacht van de geïnstitutionaliseerde Kerk. Van Jezus’ eigenlijke leer bleef niet veel over. Het vroege christendom werd overruled door de onfeilbare hiërarchie die de Kerk hervormde in ondoordringbaar gewapend beton. Volgens cultuurhistoricus Jacob Slavenburg is er zelfs ‘praktisch geen enkele overeenkomst tussen de kerken en de vroegchristelijke gemeenten’.

Veel kerken doen niet wat de mensen nodig hebben en handelen niet volgens de boodschap van Jezus. Er is een spanningsveld tussen de boodschap van Jezus en de autoriteit van de kerk. De kerk is te priesterlijk gestructureerd en leeft van de angst die mensen voor God hebben. Jezus’ bedoeling is de mensen te helen van de waanzin van hun angst. Hij leert de mens het vertrouwen dat goedheid en openheid mogelijk zijn.’
(Cultuurfilosoof, trendwatcher, docent, publicist, zingever Rinus van Warven, LinkedIn, 6 mei 2023)

De Duitse theoloog, psychotherapeut en schrijver Eugen Drewermann was ooit priester in de katholieke kerk en is ervan overtuigd dat veel kerken niet doen wat Jezus zou hebben gewild. Drewermann beschouwt religie als verbonden met het innerlijk van de mens en de verhalen uit het Oude en Nieuwe Testament als verhalen ter inwijding van de menselijke ziel. De opvatting dat priesters en dominees bemiddelaars van het heil zijn houdt de angst van de mens voor God in stand. Van Drewermann verschijnt half mei: ‘God, waar bent u?’, uitgegeven door Van Warven.

Geert Grote (ook wel: Groote) (1340 – 1384), diaken (en korte tijd kanunnik in Utrecht: van 1371 tot 1374), wijdde zich jarenlang, voor, tijdens en na zijn kloostertijd, aan studie en gebed voordat hij ging prediken. Tot ver buiten de landsgrenzen werd hij bekend als grondlegger van de Moderne Devotie. Deze vernieuwingsbeweging stond voor een persoonlijke beleving van het geloof en een eenvoudig en oprecht leven.

Grote’s Moderne Devotie had – zoals op velen – ook grote invloed op Erasmus. In Lof der zotheid schreef hij spottend over misstanden in de Kerk. In Erasmus schrijft de Nederlandse historicus Sandra Langereis in een aantal hoofdstukken ook over de ‘stichter van de broederschap’ en ‘rijke burgemeesterszoon Geert Grote’. Zij vertelt dat bekering en opvoeding vanaf het prilste begin tot de kerntaken van de broeders hoorden. Grote trok rond als boeteprediker.

Na een paar jaar probeerde de Utrechtse bisschop hem monddood te maken door boetepredikers te laten oppakken aangezien Grotes donderpreken de bisschop behoorlijk in het nauw brachten. “Geen sterveling zou zijn zielenheil redden door op zondag goudgeld te doneren voor de verfraaiing van verdorven kerken en kathedralen om zich vanaf maandag weer uit te leveren aan alle denkbare aardse verlokkingen,” had Grote gepreekt op de winderige kerkpleinen van alle Hanzesteden in de IJsselvallei.’
(Uit: Erasmus, Sandra Langereis)

Thomas Kempis, de auteur van De imitatione Christi, schreef eveneens (een boek) over Grote: Leven van Geert Grote. Hierin schrijft Kempis onder meer dat:

Toen hij merkte dat er evenzeer prelaten van de kerk onder zijn regenstanders waren, die uit vijandige na-ijver zijn verkondiging verhinderden en door een sluw edict, week hij nederig terug voor hun woede en nijd, omdat hij het volk niet wilde ophitsen tot oproer tegen de clerus.’
(Uit: Leven van Geert Grote, Thomas Kempis)

Rondwandelingen Moderne Devotie Deventer: vanaf 20 mei t/m 21 oktober | ‘De Moderne Devotie is een hervormingsbeweging geweest in de 14e en 15e eeuw en ontstond uit het gedachtegoed van Geert Grote (1340-1384). Groote wordt wel gezien als de grootste burger die Deventer heeft voortgebracht en wiens invloed zich tot op de dag van vandaag nog steeds doet gelden.’ (Geert Groote Huis – rondleiding met Museumkaart: € 2,25) – De stichting Geert Groote Huis is niet verbonden aan enige levensbeschouwelijke stroming en concentreert zich op de cultuurhistorische betekenis van de persoon Geert Groote en de waarde van zijn ideeën in onze tijd.

De Hanze Experience 2023: (15 april – 31 december) – De oude Mariakerk is het kloppend hart van het Hanzejaar in Deventer. De Hanze Experience voert je in een kwartier durend schouwspel mee over de IJssel, de levensader van Deventer en zet voet aan wal in middeleeuws Deventer. In de Experience ontdek je via indrukwekkende beeldprojecties, meeslepende muziek en boeiende verhalen de belangrijkste Hanze-historie van de stad: zo komen de handelsrelaties, jaarmarkten, culturele bloei, maar ook de religieuze aspecten van middeleeuws Deventer aanbod: Ook Geert Grote kom je daarin weer tegen.

Bronnen:
*
Hij zag het niet meer zitten in de kerk| Trouw | 10 juni 1996
*
‘In de kerk zie ik het niet zitten’ – Een poging tot herstel van het gesprek | J. Jonker | Kampen (Kok) | 1996
*
Het verguisde christendom- oorsprong en teloorgang van de vroegste ‘kerk’ | Jacob Slavenburg | Walburgpers, Zutphen | 2016 |
*
Moderne Devotie | KRO-NCRV
*
Erasmus | Sandra Langereis | De Bezige Bij | 2021
*
Leven van Geert Grote |  Kokboekencentrum Uitgevers Utrecht

Foto Museum Geert Grote Huis Deventer: PD (29 04 2023)

Thomas More en de utopische geest

Utopia 1516 2016

In een stampvol maar muisstil filosofisch café vergeleek filosoof Han van Ruler afgelopen dinsdag op gloedvolle wijze Utopia, het werk van de 16e-eeuwse filosoof Thomas More, met Lof der zotheid van tijdgenoot filosoof en theoloog Desiderius Erasmus. Niet zo vreemd, Van Ruler schreef Utopia 1516 – 2016, waarin Erasmus ook te vinden is. De spreker heeft iets met ‘het effect van de utopische geest’. Opvallend is dat vrijwel niemand in Café Hofman in Utrecht de beide werken heeft gelezen.

Van Ruler noemt Utopia (Leuven, 1516) een spiegelbeeld van Lof der Zotheid (Parijs, 1512*). Erasmus draagt zijn satirische werk, vol spitsvondigheden en ironie, op aan More. Ze zijn de beste vrienden. In Lof der Zotheid is behalve veel te lachen ook serieuze kritiek te vinden. Het handelt over menselijke dwaasheden, ook over filosofen die bijna niet leven, maar dag en nacht filosoferen. Over de dwaasheden van officiële autoriteiten, zoals kerkvorsten, edellieden en officieren. Erasmus heeft kritiek op de politieke situatie in zijn tijd, waarin oorlogen worden gevoerd om absurde redenen: vooral om het veiligstellen van familiale aangelegenheden, om successierechten van adellijke families. Oorlogen dus om erfenissen. Erasmus schrijft over rijkdom, roem, macht en corruptie.

VanRuler12022019UtrechtHofman3_520

Erasmus beschrijft zorgelijke zotheid. Hij veracht dwaasheid. Ook die van religie en filosofie: de bronnen van dwaasheid, en onnatuurlijk. Tegenwoordig zou Erasmus, met Van Ruler, zeggen: ‘We programmeren ons met niet-natuurlijke software’. Eigenlijk vindt Erasmus, dat je – verwijzend naar Jezus – gewoon een beschaafd mens moet worden. Religie en filosofie maakt niet uit: iedereen denkt toch anders. Mensen moeten zich vormen en dat kan het beste in de omgang met andere mensen.

Erasmus legt religie positief uit in de zin van dat je jezelf moet vergeestelijken, en in het hier-en-nu leven. De wereld zou een klooster moeten zijn, vindt Erasmus. Een ideale vorm van samenleven, ook al is dat niet voor iedereen geschikt, maar wel goed voor de maatschappij: iedereen draagt bij aan de samenleving. Je kan jezelf veranderen, hoffelijk worden vooral – en dat leren in contact met anderen. Erasmus schrijft daarom ook werken over etiquette. Dat je jezelf schoon dient te houden, ondergoed moet dragen. Een reformatie van de binnenkant is eveneens nodig. Het gaat om je innerlijk: rechtvaardig worden naar anderen en zo een rechtvaardige samenleving scheppen.

Lofderzotheid

Lof der Zotheid beschrijft maatschappelijke problemen, morele idealen. Erasmus wil opleidingen voor de onderdanen, rechtvaardige belastingen, rechtsorde, milde straffen, vrije meningsuiting en algemeen welzijn. Verandering van mentaliteit is nodig, zowel die van de onderdanen als van de vorst. Zijn ‘programma’ zou volgens Van Ruler zo passen in de Grondwet van de Europese Unie.

utopiaillustratie uit Utopia

Utopia, eveneens een boek vol satire en ironie. Utopia kan ‘de goede plek’ (eutopia) betekenen of ‘niet-bestaande plek’ (outopia) of ‘nergensland’. Een zeeman vertelt aan Moore over het eiland Utopia. Dat zou een ideale staat zijn, zonder privébezit en alle mensen gelukkig. Utopia kan een parodie zijn op Lof der Zotheid, zo denkt men nu, of is dat al te gemakkelijk gedacht? Het lijkt niet op De Republiek van Plato of De stad van God van Augustinus. Utopia is geen utopie maar een dystopie, een akelige plek waar je misschien juist niet wil leven. Een strikt gereguleerde samenleving, zonder privacy, waar zelfs nergens een bar of café te vinden is. Waar je niet kan reizen zonder toestemming. En als je iets verkeerds doet, is verder leven als slaaf je lot, of je kop gaat eraf. En toch… kan dat mensen een gevoel van veiligheid geven, want je weet waar je aan toe bent. Er is geen vrijheid in Utopia, of het zou moeten zijn dat vrijheid betekent meedoen aan het goede, en niet je eigen voorkeuren najagen.

More’s denken staat haaks op dat van Erasmus. More vindt religie een tranendal, gericht op een leven in het hiernamaals. Is Utopia bedoeld als alternatief voor de visie in Lof der Zotheid? More vindt de visie van Erasmus te optimistisch, niet levensvatbaar. De omstandigheden waarin mensen leven, moeten veranderen. Er moet genoeg voedsel zijn. De auteur van Utopia wil een blauwdruk voor een ideale maatschappij. De tegenstelling tussen beide werken zou je marxistisch versus liberaal kunnen noemen. More heeft een pessimistisch mensbeeld, Erasmus denkt positiever over de mens.

UtopiaCover

Is Utopia en Lof der Zotheid indertijd grappig bedoeld, in deze tijd wordt vooral Utopia ernstiger opgevat. – Op beide boeken vind ik uiteenlopende visies. Utopia wordt soms geschetst als socialistische heilstaat (Karl Marx zou zich erdoor hebben laten inspireren), strikt georganiseerd omdat mensen toch niet te verbeteren zijn, en dat laatste gelooft Erasmus nu juist wel. Over Lof der Zotheid wordt wel gezegd dat dit de weg vrijmaakte voor de Reformatie. De kracht van satire…

* Vrienden van Erasmus gaven Lof der Zotheid al uit in 1511. Omdat die uitgave vol fouten en vergissingen zat, publiceerde Erasmus zelf in 1512 een geautoriseerde uitgave. 


‘De tijd is rijp voor een nieuwe generatie utopisten die een stip aan de horizon kunnen plaatsen, ons een spiegel voorhouden en al dan niet met satire in beweging zetten.’ (Gary Sheikkarim, 14 02 2019, Studium Generale Utrecht)


Lezen dus, More en Erasmus. Juist nu.

Lof der Zotheid | Desiderius Erasmus | Uitgever: Atheneaeum – Polak & van Gennep | EAN 9789025302788 | 17e druk | € 16,99 

Utopia | Thomas More | Uitgeverij Atheneaeum – Polak & van Gennep | EAN 9789025304263 | 6e druk september 2016 | € 20,00  

Utopia-1516-2016

Utopia 1516 – 2016 | Han van Ruler, Giulia Sissa | Amsterdam University Press | 2017 | ISBN 9789462982956 | 244 pag. | € 89,00 | Han van Ruler is hoogleraar Intellectuele geschiedenis van de Renaissance en de barok aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, en hoofdredacteur van Brill’s Studies in Intellectual History en wetenschappelijk directeur van de Nederlandse Onderzoeksschool voor Filosofie. Van Ruler co-redigeerde de Dictionary of Seventeenth and Eighteenth Century Dutch Philosophers (Thoemmes, 2003) en maakte talrijke moderne edities van zeventiende-eeuwse filosofische bronnen. Hij bereidt momenteel een boek voor over de impact van Erasmus op de moraalfilosofie. (AUP)

Filosofisch Café:  Filosofen beklimmen het podium van Hofman Café Utrecht en vertellen over de aannames en argumenten die schuilgaan achter de realiteit van alledag. (foto: pd, 12-02-2019)