God, Gert-Jan Segers en de Onverschilligen

mysteriouscloudsvensnijeressaysblogspotcom

‘Er is in dit deel van de wereld een schouderophalende onverschilligheid,’ zegt CU-politicus Gert-Jan Segers in zijn column Niet te geloven bij het Nederlands Dagblad. Die schouderophalende onverschilligen fronsen nu ook al de wenkbrauwen. Terecht. Alsof de niet-zeker-weters – omdat ze niet zeker weten of God bestaat – daardoor ook onverschillig en gemakzuchtig tegenover de wereld staan. Of geen zingeving zouden kennen. Een vreemde gedachtekronkel van een politicus in een overigens bezielde column. ‘Maar toch hebben ook zij er recht op om intellectueel serieus genomen te worden,’ zegt de ChristenUnie-man.

Ook hun geloof moet bevraagd worden. Al was het maar omdat er ook in mij een schouderophalende niets-zeker-weter zit.’

Segers stelt zich voor dat het vermoeden van de agnost echt waar is en concludeert dan dat deze wereld een schitterend ongeluk is, een onwaarschijnlijke samenloop van volstrekt willekeurige omstandigheden.

Vanuit het niets. We zijn niet gewenst, niet bedacht, niet geliefd. We zijn een bundel cellen, door huid en botten bijeengehouden. Ons verdriet, onze liefde, ontroering, boosheid, vreugde, vertedering, ze zijn een chemische reactie en niets meer dan dat.’

We komen dan nergens vandaan, zo redeneert Segers door, gaan dan nergens naar toe, zijn op een willekeurig moment en willekeurige plaats gestrand in een willekeurig lichaam.

En als we denken dat ons leven zin heeft, zijn dat slechts onze gedachten. En die zijn niet meer dan een chemische interactie tussen een paar cellen.’

Stel je voor dat alles domme willekeur is, peinst de politicus verder, dan is m’n liefde voor Rianne en haar liefde voor mij slechts een langdurige oprisping.

Dan is mijn ontroering bij de Matthaus Passion chemisch gedoe. Dan is mijn morele verontwaardiging over groot onrecht toeval. Dan is mijn leven zinloos, dan zou ik niet weten wie of wat mij zou kunnen troosten bij verdriet. Weet je, ik kàn dat niet geloven. En ik weet gewoon dat het niet waar is.’

Een mooie reactie op de column is die van Janne Waag. Ze vindt die prachtig, maar wel wat pittig en te zwart-wit over andersgelovigen opgesteld.

Veel mensen zijn zoekend en het is lastig als je zelf de waarheid nog niet ervaart of deze anders ziet … En … schoppers zijn zoekers!’

Margaretha Coornstra zegt dat ze gelovig is, maar vindt het kwetsend en kortzichtig om niet-zeker-weters als ‘gemakzuchtig’ weg te zetten en daar vervolgens – one size fits all – een invulling van de gedachten en zielenroerselen van miljoenen individuen aan vast te knopen.

Marlies Ulenbelt herinnert de CU-politicus aan een pijnlijk punt:

En ondertussen tegen het kinderpardon stemmen …? Mijn partij stemde voor, waar ik helemaal achter sta. Ben ik, als niet gelovige, dan nog christelijker dan u meneer Segers?’

Marcel Smoorenburg vraagt zich af waarom gelovigen toch altijd vinden dat moraal, goed en kwaad hun exclusieve terrein is.

Dat een atheïst onmogelijk een onderscheid kan maken tussen goed en kwaad omdat dat gezien wordt als een set afspraken. En dat zonder Bijbel dat alleen maar dat is: een set afspraken. Dat suggereert dat mét de Bijbel er meer is dan de set afspraken en dat dit automatisch meer waard is.’

Zie: @gertjansegersCU

Beeld: svensnijer-essays.blogspot.com

De ondergang van de christelijke politiek in Nederland


‘Hoe God verdween uit de Tweede Kamer’ is een onthullend boek over de eigenlijk geruisloze verdwijning van de christelijke politiek – althans de politiek die zich bij voortduring beriep op de Bijbel. In een nooit eerder ondernomen en fascinerende studie beschrijft Eginhard Meijering het proces van ontkerstening van het Nederlandse parlement. Dat proces is natuurlijk ook een afspiegeling van de deconfessionalisering van de maatschappij als geheel.

Volgens Hans Goslinga, in Trouw, zal dat de nodige discussie losmaken, alleen al vanwege de stelligheid en de ondertitel van het boek ‘Hoe God verdween uit de Tweede Kamer – De ondergang van de christelijke politiek in Nederland’. Hij schrijft hierover in zijn column ‘Moet God nog wel meespreken op het Binnenhof?’.

Door het problematiseren van homoseksualiteit lukte het de partij (ChristenUnie, pd) niet in te breken in de sociale vleugel van het CDA. Van breder belang is het gegeven dat ook in Amerika, vijftig jaar later, de secularisatie lijkt ingezet. Een voorname oorzaak daarvan, het binnenvoeren van God in de politiek, biedt zowel de kerken hier als de christelijke partijen stof tot nadenken.

Volgens Goslinga lijkt het – door de indruk die het boek wekt – alsof het met de partijen die zich christelijk noemen al afgelopen is. Dat is niet zo, zegt hij. Niettemin, er zijn redenen genoeg het proces van achteruitgang te dramatiseren. Dat legt hij onder meer uit door te stellen dat de dominantie van katholieken en protestanten, verenigd in het CDA, niet meer vanzelfsprekend is. Hij stelt ook dat door het problematiseren van homoseksualiteit het de partij (ChristenUnie, pd)  niet lukte in te breken in de sociale vleugel van het CDA.

In de op- en neergang van de christen-democratie zit dus ook een conjunctureel element, maar door de secularisatie is de ijzeren voorraad aan kiezers wel structureel slinkend, waardoor de terugval steeds groter wordt. Is dat proces te keren?

Theoloog en historicus Eginhard Meijering (1940) was van 1976 tot 2001 lector aan de universiteit van Leiden. Sinds 1980 is hij lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Eerder publiceerde hij bij Balans onder andere Geschiedenis van het vroege christendom (2004, derde druk) en Het Nederlands christendom in de twintigste eeuw (2007).

Hoe God verdween uit de Tweede Kamer, uitgeverij Balans, paperback 13,5 x 21,5 cm, 204 pagina’s, € 17,95, omslag Bas Smidt, nur 740, isbn 978 94 600 3402 2, februari 2012 – Geen e-book versie beschikbaar.

Zie: Moet God nog wel meespreken op het Binnenhof?

ChristenUnie politiek verdeeld door religieuze twisten


Katholieken zijn er niet blij mee dat hun Heilige Mis als ‘vervloekte afgoderij’ wordt getypeerd in de gereformeerde belijdenissen, de partijgrondslag van de ChristenUnieReligie verdeelt de politiek. Dat doet het al jaren. In het CDA en nu ook al een tijd in de ChristenUnie. Religie en politiek gaan niet samen. Binnen de ChristenUnie is onenigheid tussen katholieken en protestanten. 

Na een symposium van het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie over de overeenkomsten en verschillen tussen protestants en katholiek denken is binnen die partij weer discussie ontstaan over de functie van de gereformeerde belijdenissen in de Uniefundering, de partijgrondslag.

Remco van Mulligen (rooms-katholiek lid van de ChristenUnie, zoals hij zelf opmerkelijk aangeeft) meldt een en ander in het Nederlands Dagblad, maar vanwege de paywall linkt hij er niet naar en plaatst zijn verslag gratis bij irenaeus en dan is het geschreven door beautifulblues.

Wat in de Formulieren staat is ook in politiek opzicht van grote waarde, voert men vaak aan. Dat klopt. Denk alleen al aan de uitspraken die artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis doet over de verhoudingen tussen kerk en staat en de godsdienstvrijheid.

Frappant dat juist de Formulieren van Enigheid de onenigheid veroorzaken tussen de christenen. Die Formulieren zijn de Heidelbergse Catechismus, de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels. Documenten die stammen uit een ver verleden, van honderden jaren terug. Daar kan je natuurlijk nooit vernieuwende politiek van verwachten, laat staan religie die vernieuwend is.

In het CDA sluimert nog altijd de bloedgroepenstrijd en ook in de ChristenUnie staan de katholieken en protestanten tegenover elkaar. Het christendom heeft naastenliefde hoog in het vaandel, maar blijkbaar niet op de politieke grond.

Punt is alleen: er mag nog zo veel wijsheid in die belijdenissen staan, feit blijft dat een gemiddeld ChristenUnie-lid amper nog de namen van die Drie Formulieren kan opnoemen. Ondanks hun wijsheid spelen ze geen rol meer in de partij.

Dat laatste vraag ik me af. De discussie gaat juist over de gereformeerde belijdenissen: de Drie Formulieren. Van Mulligen probeert het op te lossen en vindt dat de ChristenUnie een partij van christenen moet zijn en een partij die politiek bedrijft vanuit een reformatorische traditie. Dat laatste klinkt echter niet echt vernieuwend. En zijn aanmoediging op ontdekkingstocht te gaan in de katholieke sociale leer ook al niet. Zolang dogma’s regeren, zal de strijd blijven.

Tijd voor een religieus-vrijzinnige politieke partij.

Zie: Als ChristenUnie belijdenissen loslaat is dat nog geen verruiming

Illustr: misikiets.nl

ChristenUnie bedrijft geen politiek maar speelt kerkje


Waar maar raar: politiek is nauwelijks echt een onderwerp binnen de ChristenUnie. Deze ‘politieke’ partij blijkt een oeroud kerkgenootschap inclusief dreigende scheuringen en religieus gekibbel. ‘Stop met kerkje spelen,’ zegt Remco van Mulligen, fractielid ChristenUnie Amersfoort, dan ook terecht. ‘Dus in de grondslag geen belijdenissen meer, die een scheiding trekken binnen christelijk Nederland.’

Het staat er echt: ‘Zodra openbare discussie lonkt, zodra het moet gaan over concrete stappen om katholiek en protestant binnen de partij een volledig gelijkwaardige positie te geven, is het alarmfase één.’ Ergo: zowel jegens katholieken als jegens homo’s blijkt de ChristenUnie verdeeld.

De politieke partij wordt verscheurd door discussies waarvan ik dacht dat die van de vorige eeuw waren. In het Opunie-artikel Wordt de ChristenUnie een katholieke partij? van Remco van Mulligen lijkt deze godsdienststrijd binnen die partij een onderwerp van het grootste belang. Anno 2011!

Gaat de ChristenUnie kapot aan verzuild geloof? Het lijkt wel een sekte, terwijl het toch echt een politieke partij schijnt te zijn. Nou, voor politiek hebben ze daar helemaal geen tijd, want de Hoekse en Kabeljauwse twisten over welk geloof je in die partij aanhangt, lijkt het belangrijkste actiepunt van die partij. ‘Een katholiek mag erbij horen, maar zodra er ook maar het kleinste risico is dat er daardoor een protestant wegloopt, wordt duidelijk welke van de twee er bij de ChristenUnie ‘meer gelijk’ is. Dan kiest men voor de voorzichtige weg, waardoor de katholiek blijft ‘bungelen’.’

En dan schijnen homo’s nog een extra probleem te zijn. Zijn katholieke homo’s en protestantse homo’s soms anders geaard? Hoe dan ook, ze schijnen in de ChristenUnie opgeofferd te worden voor de lieve vrede. ‘Of je bij de ChristenUnie mag meedoen als homo of katholiek hangt af van de plek waar je woont. De ene afdeling staat er positiever tegenover dan de andere en de partijtop laat na om helder uit te spreken dat het weren van deze twee groepen overal onwenselijk is.’

Wie wil er in godsnaam lid zijn van zo’n sektarisch clubje? Is het nu echt zo moeilijk om gewoon politiek te bedrijven zonder kerkje te spelen? Laat je geloof thuis en pak problemen politiek aan en doe dat op een manier zoals je katholieke of protestantse hart dat ingeeft. – Hoogste tijd voor scheiding van religie en politiek. Want dat is wat de ChristenUnie vooral laat zien.

Zie: Wordt de ChristenUnie een katholieke partij?