Vrijmetselarij is bouwvak in geestelijke zin

INTERVIEW – De symbolische werkwijze van de vrijmetselarij is ooit afgeleid van het middeleeuwse kerkenbouw. Naar het voorbeeld van de vroegere kathedralenbouwers beoefenen vrijmetselaars nu het bouwvak in geestelijke zin. Om meer te weten over die ‘geestelijke zin’, klop ik aan bij vrijmetselaar Gé Beaufort voor een interview. Hij heeft niets geheimzinnigs over zich, komt niet over als iemand uit een sekte, zoals sommigen over de vrijmetselarij denken. Gewoon, een vriendelijke man met een zachtaardige blik die mij uitnodigend welkom heet.

‘Symbolen kunnen je helpen om je te verbinden met
het gehele complexe verhaal van mens-zijn’
(Gé Beaufort)

is weg- en waterbouwkundige die ook na zijn pensionering actief betrokken is bij de waterveiligheid in Nederland. Daarnaast werkt hij aan zichzelf, om daardoor ook weer zijn steentje bij te kunnen dragen aan de samenleving. Na een studie psychosynthese werkt hij nu verder aan zichzelf als vrijmetselaar. Zeventig jaar is hij als de vrijmetselarij op zijn pad komt. Samen met zijn vrouw Marina, die mee wil luisteren, zitten we aan een kleine tafel die direct uitnodigt tot gesprek. 

Wat is vrijmetselarij?
: “Vrijmetselarij is een wereldomspannende verbinding tussen mensen, en ik zit in een mannenvrijmetselarij. Het idee dat je deel uitmaakt van een broederschap dat de wereld omspant, is een aantrekkelijke en inspirerende gedachte. Vrijmetselaren noemen elkaar dan ook broeder of zuster. Toen ik ‘aanklopte aan de poort van de loge’ voelde ik al in het eerste contact dat ik daar ja ging zeggen tegen dingen waarvan je niet weet wat het gaat brengen – en dat is als ja zeggen tegen het leven zelf natuurlijk.”

Marina zegt eerst wat bedenkingen te hebben als Gé zich bij de broederschap wil aansluiten.
“Als Gé bij zo’n club gaat, psychosynthese of vrijmetselarij, dan werkt hij aan zijn eigen persoonlijke ontwikkeling. Omdat vrijmetselarij een mannengemeenschap is, was ik bang dat hij zich zou gaan ontwikkelen in een richting waaraan ik geen deel kan hebben en Gé van mij afdrijft. Dat beeld blijkt gelukkig niet te kloppen.” – Het tegendeel gebeurt, want Marina raakt betrokken. Niet als vrijmetselaar maar bij de zorg voor de bibliotheek, het opknappen en verzorgen van het logegebouw èn bij de broeders zelf.


Bibliotheek

Mijn contact met de vrijmetselarij ontstaat door een uitnodiging van Gé om een bijeenkomst bij te wonen. Direct valt op hoe vrij de leden over zichzelf praten, dat er zorgvuldig vragen worden gesteld, open en uitnodigend. En alles wat binnen bijeenkomsten gezegd wordt blijft onder de roos. Die hangt fraai geschilderd boven de vergaderplaats. ‘Onder de roos’ betekent dat er niets naar buiten gaat: alles wat er gebeurt en wordt gezegd, blijft besloten binnen de muren.
 
Bij de voorbereiding van het interview lees ik dat bij de aanneming tot leerling een kandidaat een gelofte aflegt, op wat de ‘Drie Grote Lichten’ genoemd wordt: Bijbel, passer en winkelhaak. De Bijbel wordt bij de vrijmetselaars gezien als een boek waarin universele gedachten zijn verwoord die voor alle tijden gelden en tot steun kunnen zijn bij het zoeken van een weg naar een bepaalde levenshouding. 

Gé, klopt het dat de vrijmetselarij noch een geloof, noch een religie is, en ook geen leer kent?
“Ja en nee. Alle geloven zijn welkom, maar er ligt wel een Bijbel open. En als een moslim in wil treden en vraagt of er een Koran kan liggen, dan kan dat. Lichtsymboliek maakt eveneens deel uit van de rituelen. Feit is wel dat in Nederland de meeste mensen in een christelijke cultuur opgegroeid zijn. Ook is het zo dat mensen met hun geloof vaak in aanraking komen met de mythische wereld.”


Deze plaquette werd ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van de loge in 1980 geplaatst op de plek van de oprichting van Loge Ultrajectina; nu het toegangsgebouw tot de domtoren.

En iedereen kan lid worden van de vrijmetselarij?
“Ja. In het aannemingstraject wordt wel eerst gekeken of iemand bereid en in staat is kritisch naar zijn eigen denken, gedrag en handelen te kijken. In staat is tot zelfreflectie. Het bestuur van de loge beoordeelt dat. Er is eerst een gesprek met de broeder voorlichter. Daarin krijgt degene die kandidaat wil worden de opdracht een levensbeschrijving te maken en uit te leggen waarom hij bij de vrijmetselaars wil toetreden. En dan zijn er vervolggesprekken. Een en ander is ook bedoeld om teleurstellingen te voorkomen, van beide kanten.” 

Waarin vinden vrijmetselaars elkaar?
“In het samenkomen, elkaar vrijlaten, en als individu binnen die gemeenschap je eigen leerweg te kunnen gaan. Je komt binnen als leerling en een jaar daarna word je bevorderd tot gezel, en weer een jaar later tot meester.’

Hoe gaat die weg naar ‘meester’ bij de vrijmetselarij?

“Het is zo dat bij de bevordering van leerling tot gezel leerlingen niet aanwezig mogen zijn, omdat die dat nog zelf moeten ondergaan. De gang van zaken wordt zo geheim gehouden. Zo zijn er bij meester worden geen gezellen en leerlingen bij. Je bent dan wel meester, maar blijft altijd leerling, én gezel, én meester. Het is belangrijk dat iedereen uiteindelijk zichzelf als leerling blijft zien, anders kan je niet doorgroeien.”

De leerling ondergaat het inwijdingsritueel waar iedereen bij is, in de voltallige loge. De leerling is dan de hoofdpersoon.  
“Het inwijdingsritueel interpreteer ik als een soort van hergeboorte. De rituelen vinden plaats in de tempel, ook wel werkplaats genoemd, boven in het gebouw. Rituelen zijn de inwijding, de bevorderingen tot gezel en meester. Een ander ritueel is de rouwloge als een broeder van onze loge is overleden. En de jaar-hoogtepunten: het ‘Zomer Sint Jan’ en het ‘Winter Sint Jan’.”


De tempel of werkplaats

“Het gebruik van symbolen bij de rituelen ligt vast. Toch heb ik iedere keer als ik weer eenzelfde ritueel meemaak een andere waarneming, en nieuwe beleving. Ik denk dat dat komt omdat ik zelf steeds weer anders ben en hetzelfde dus anders waarneem. Ik veronderstel dat daarin mijn groei zit en te voelen is.”

“Symboliek is in de vrijmetselarij, maar ook in de kunst en het schrijven eigenlijk een ondergewaardeerd begrip. Iets waarvan je denkt ‘hoe kan dat nou’? Iets wat een werkzaamheid heeft waar je niets van begrijpt, behalve dan dat het je iets doet. Het gaat vooral ook om meer mens te worden. Soms zeggen we ‘om een beter mens’ te worden, maar het gaat om ‘méér mens’ worden. Symbolen kunnen je helpen om je te verbinden met het gehele complexe verhaal van mens-zijn.”

In het verhaal van mens-zijn is ‘de broederschap heel belangrijk’, vult Marina aan:
“Broeders zorgen voor elkaar. Een demente broeder wordt geholpen als hij alleen woont. Er wordt ook aan de vrouwen van de broeders gedacht. Zieke broeders worden eveneens geholpen als zij dat willen. De broeders zijn sociaal met elkaar bezig.”

Aan de Bijbel ontleent de vrijmetselarij ook elementen die een belangrijke rol spelen in haar symbolen en rituelen, zoals de bouw van de tempel in Jeruzalem door koning Salomo.
Gé:
“Een van de belangrijkste symbolen is dat we met z’n allen werken aan de tot ritueel gemaakte Tempel van Salomo. Salomo wordt beschouwd als de wijze tempelbouwer.”

Als vrijmetselaar werk je aan je ‘eigen ruwe steen’, zegt Gé. Hij doet dat ook letterlijk, werkt met steen, bakt intrigerende kleiwerken, waarin hij ook zijn innerlijk legt en er zijn verhaal bij uitdrukt. Bij ‘steen’ moet ik denken aan de tijd van de kathedralenbouw en bouwgilden.

“Opdat je eigen steen past in de kathedraal. Dat is de symboliek. Je steen past in de wereldwijde broederschap.” 

 
Alles blijft onder de roos

En zo blijkt de vrijmetselarij geen wereldvreemde organisatie, maar juist een wereldwijde broederschap, waarin dus ook ‘zusters’ (de ‘weefsters’) actief zijn. Vrijmetselaars, die juist door aan zichzelf te werken er voor de wereld zijn: ze zijn er voor elkaar èn voor de samenleving. Allround ‘bouwvakkers’ die de wereld mede vorm geven.
Foto Gé Beaufort: © Bart van den Dikkenberg, redacteur van het Reformatorisch Dagblad (RD)
Andere foto’s: © 2017-2021 © Stichting Logegebouw Utrecht
Info: Vrijmetselaars in Utrecht – Open avond, gastlezing, kennismaken met Loge Ultrajectina, de oudste loge van de stad, sinds 1830.

Tip!Lezing ‘Freemasonry and Kabbalah: Cultural Exchange in Esoteric Art’ door Peter Lanchidi | Embassy of the Free Mind, Amsterdam: 7 december 2023 19.30 – 21:00 uur | Tickets: € 15 – Zoom (live stream) € 12,50 | Student € 8,50 | Taal: Engels | Peter Lanchidi is hoofddocent aan het Instituut voor Kunstgeschiedenis aan de Eötvös Loránd Universiteit (ELTE) in Boedapest. Zijn proefschrift over de vrijmetselaars-kabbalistische kunst van David Rosenberg, een rabbijn van de vrijmetselaars, won de scriptieprijs van de European Society for the Study of Western Esotericism (ESSWE). Met een achtergrond in kunstgeschiedenis en esthetiek (BA) uit Boedapest en in Joodse studies (MA) uit Stockholm en Heidelberg, richt zijn onderzoek zich op het raakvlak tussen Vrijmetselarij en Kabbala in beeldmateriaal in de negentiende eeuw en de historische en culturele contexten ervan.

Geert Groote predikte Jezus’ leer en kreeg preekverbod

Het blijft verbijsterend hoe frequent de kerk systematisch tegen Jezus’ leer ingaat na het vroege christendom, vanaf het Eerste Concilie van Nicea (325), en nog altijd. Steeds weer duiken namen op van gelovigen en geestelijken die Jezus proberen te bevrijden van de Kerk. Toenemend verschijnen hierover nieuwe artikelen en boeken. Het is het directe gevolg van het institutionaliseren: het godsdienstig leven is vastgezet in een onwrikbare vorm, gegoten in dogma’s en wetten. “De kerk verliest dan het contact met veel gelovigen, omdat zij vervreemdt van die gelovigen,” schreef Trouw al in 1996 in de recensie van het boek In de kerk zie ik het niet zitten van J. Jonker.

In een korte biografie beschrijft hij, hoe hij (‘na vijftig jaar actief kerkelijk meeleven’) vervreemdt van de georganiseerde kerk. Dat komt, omdat hij het evangelie anders leerde verstaan en dus anders ging geloven, én omdat voor die geloofswijze geen plaats bleek te zijn in de kerk waarin hij zich altijd had bewogen: zijn persoonlijk geloof in Jezus en in de ‘op menselijkheid bedachte’ God botste met het kerkelijk bedrijf.’
(Trouw)

Geloven in en kennis nemen van de oorspronkelijke Jezus werd al snel onmogelijk gemaakt. De woorden van Jezus gingen ten onder aan de almacht van de geïnstitutionaliseerde Kerk. Van Jezus’ eigenlijke leer bleef niet veel over. Het vroege christendom werd overruled door de onfeilbare hiërarchie die de Kerk hervormde in ondoordringbaar gewapend beton. Volgens cultuurhistoricus Jacob Slavenburg is er zelfs ‘praktisch geen enkele overeenkomst tussen de kerken en de vroegchristelijke gemeenten’.

Veel kerken doen niet wat de mensen nodig hebben en handelen niet volgens de boodschap van Jezus. Er is een spanningsveld tussen de boodschap van Jezus en de autoriteit van de kerk. De kerk is te priesterlijk gestructureerd en leeft van de angst die mensen voor God hebben. Jezus’ bedoeling is de mensen te helen van de waanzin van hun angst. Hij leert de mens het vertrouwen dat goedheid en openheid mogelijk zijn.’
(Cultuurfilosoof, trendwatcher, docent, publicist, zingever Rinus van Warven, LinkedIn, 6 mei 2023)

De Duitse theoloog, psychotherapeut en schrijver Eugen Drewermann was ooit priester in de katholieke kerk en is ervan overtuigd dat veel kerken niet doen wat Jezus zou hebben gewild. Drewermann beschouwt religie als verbonden met het innerlijk van de mens en de verhalen uit het Oude en Nieuwe Testament als verhalen ter inwijding van de menselijke ziel. De opvatting dat priesters en dominees bemiddelaars van het heil zijn houdt de angst van de mens voor God in stand. Van Drewermann verschijnt half mei: ‘God, waar bent u?’, uitgegeven door Van Warven.

Geert Grote (ook wel: Groote) (1340 – 1384), diaken (en korte tijd kanunnik in Utrecht: van 1371 tot 1374), wijdde zich jarenlang, voor, tijdens en na zijn kloostertijd, aan studie en gebed voordat hij ging prediken. Tot ver buiten de landsgrenzen werd hij bekend als grondlegger van de Moderne Devotie. Deze vernieuwingsbeweging stond voor een persoonlijke beleving van het geloof en een eenvoudig en oprecht leven.

Grote’s Moderne Devotie had – zoals op velen – ook grote invloed op Erasmus. In Lof der zotheid schreef hij spottend over misstanden in de Kerk. In Erasmus schrijft de Nederlandse historicus Sandra Langereis in een aantal hoofdstukken ook over de ‘stichter van de broederschap’ en ‘rijke burgemeesterszoon Geert Grote’. Zij vertelt dat bekering en opvoeding vanaf het prilste begin tot de kerntaken van de broeders hoorden. Grote trok rond als boeteprediker.

Na een paar jaar probeerde de Utrechtse bisschop hem monddood te maken door boetepredikers te laten oppakken aangezien Grotes donderpreken de bisschop behoorlijk in het nauw brachten. “Geen sterveling zou zijn zielenheil redden door op zondag goudgeld te doneren voor de verfraaiing van verdorven kerken en kathedralen om zich vanaf maandag weer uit te leveren aan alle denkbare aardse verlokkingen,” had Grote gepreekt op de winderige kerkpleinen van alle Hanzesteden in de IJsselvallei.’
(Uit: Erasmus, Sandra Langereis)

Thomas Kempis, de auteur van De imitatione Christi, schreef eveneens (een boek) over Grote: Leven van Geert Grote. Hierin schrijft Kempis onder meer dat:

Toen hij merkte dat er evenzeer prelaten van de kerk onder zijn regenstanders waren, die uit vijandige na-ijver zijn verkondiging verhinderden en door een sluw edict, week hij nederig terug voor hun woede en nijd, omdat hij het volk niet wilde ophitsen tot oproer tegen de clerus.’
(Uit: Leven van Geert Grote, Thomas Kempis)

Rondwandelingen Moderne Devotie Deventer: vanaf 20 mei t/m 21 oktober | ‘De Moderne Devotie is een hervormingsbeweging geweest in de 14e en 15e eeuw en ontstond uit het gedachtegoed van Geert Grote (1340-1384). Groote wordt wel gezien als de grootste burger die Deventer heeft voortgebracht en wiens invloed zich tot op de dag van vandaag nog steeds doet gelden.’ (Geert Groote Huis – rondleiding met Museumkaart: € 2,25) – De stichting Geert Groote Huis is niet verbonden aan enige levensbeschouwelijke stroming en concentreert zich op de cultuurhistorische betekenis van de persoon Geert Groote en de waarde van zijn ideeën in onze tijd.

De Hanze Experience 2023: (15 april – 31 december) – De oude Mariakerk is het kloppend hart van het Hanzejaar in Deventer. De Hanze Experience voert je in een kwartier durend schouwspel mee over de IJssel, de levensader van Deventer en zet voet aan wal in middeleeuws Deventer. In de Experience ontdek je via indrukwekkende beeldprojecties, meeslepende muziek en boeiende verhalen de belangrijkste Hanze-historie van de stad: zo komen de handelsrelaties, jaarmarkten, culturele bloei, maar ook de religieuze aspecten van middeleeuws Deventer aanbod: Ook Geert Grote kom je daarin weer tegen.

Bronnen:
*
Hij zag het niet meer zitten in de kerk| Trouw | 10 juni 1996
*
‘In de kerk zie ik het niet zitten’ – Een poging tot herstel van het gesprek | J. Jonker | Kampen (Kok) | 1996
*
Het verguisde christendom- oorsprong en teloorgang van de vroegste ‘kerk’ | Jacob Slavenburg | Walburgpers, Zutphen | 2016 |
*
Moderne Devotie | KRO-NCRV
*
Erasmus | Sandra Langereis | De Bezige Bij | 2021
*
Leven van Geert Grote |  Kokboekencentrum Uitgevers Utrecht

Foto Museum Geert Grote Huis Deventer: PD (29 04 2023)