De ‘heilige oorlog’ van Vladimir Poetin

Westerse elites hebben geloof en traditionele waarden overboord gezet en proberen ‘hun wil aan alle maatschappijen op te leggen’, verklaarde Vladimir Poetin in een presidentiële toespraak. ‘Hun afwijzing van ‘alles wat menselijk is krijgt de trekken van een omgekeerde religie, van puur satanisme’. – Een projectie van jewelste, deze bizarre oorlogsretoriek van Poetin, die zelf alle menselijkheid allang is verloren en nu zijn eigen terroristische gedrag projecteert op de ‘westerse elites’, nota bene met een citaat van Jezus uit de Bergrede. Volgens journalist Hella Rottenberg (NRC) is dit Poetins ‘nieuwe rechtvaardiging voor de oorlog’: de strijd tegen de duivel.

‘Niets minder dan het satanisme, het metafysisch kwaad,
besloot Poetin daartoe van stal te halen’

(Hella Rottenberg)

Ik herhaal dat de dictatuur van de westerse elites alle samenlevingen treft, ook de burgers van de westerse landen zelf. Dit is een uitdaging voor iedereen. Deze volledige verloochening van wat het betekent om mens te zijn, de omverwerping van geloof en traditionele waarden, en de onderdrukking van vrijheid beginnen te lijken op een ‘religie in omgekeerde volgorde’ – puur satanisme. Jezus Christus ontmaskerde valse messiassen en zei in de Bergrede: ‘Aan hun vruchten zult gij hen kennen’. Deze giftige vruchten zijn de mensen al duidelijk, en niet alleen in ons land maar ook in alle landen, ook in het Westen zelf.’
(President of Russia, 2022)

Voor het Kremlin was het zaak om de bevolking te motiveren de oorlog voort te zetten en degenen die weigerden mee te vechten te bestempelen tot landverraders. Poetin presenteerde daarom als alternatieve theorie dat we te maken hebben met satanisten, aldus Rottenberg.

Hij bracht daarmee de oorlogsretoriek op een ander plan, die van een religieuze strijd tussen goed en kwaad. (…) Aan de notie van satanisten die Rusland bedreigen zit een hele leer vast, die de meest reactionaire en chauvinistische figuren in en rond de Russisch-Orthodoxe Kerk verspreiden en die Poetin nu omarmt.’
(Rottenberg)

Duistere ondergangsvisioenen van het demonische Westen dat Rusland belemmert zijn lotsbestemming te bereiken en dat van Oekraïne een anti-Rusland heeft gemaakt, is het hoofdthema van ideologen zoals Aleksandr Doegin en Aleksandr Prochanov, aldus Rottenberg.

Al meer dan tien jaar schildert Poetin het Westen met zijn liberale waarden en politieke correctheid af als een bedreiging van de Russische patriarchale, christelijk conservatieve tradities en collectivistische cultuur. Daarbij richt hij zijn pijlen onder meer op homorechten, volgens hem een wapen van een neoliberale samenzwering tegen traditionele samenlevingen.’
(Rottenberg)

Rottenberg verwijst naar vicevoorzitter van de veiligheidsraad Dmitri Medvedev, die zich sinds de invasie onderscheidt door rabiate haatberichten op zijn Telegramkanaal, en schreef dat Rusland als opdracht heeft ‘de heerser over de hel te stoppen, of zijn naam nu Satan, Lucifer of Iblis is’ en liet daar het dreigement op volgen dat ‘wij al onze vijanden naar het brandende Gehenna [hel] kunnen sturen’. 

De termen demilitarisering en denazificatie sloegen niet erg aan en werden op aanwijzing van het Kremlin steeds minder vaak gebruikt. De Russische strijd tegen de duivel, waarachter zich ook de islamitische leider Kadyrov [de leider van Tsjetsjenië] heeft geschaard, lijkt bedoeld om het afnemende geloof in de noodzaak van de oorlog een nieuwe impuls te geven.’

Een ‘heilige oorlog’ gebaseerd op verdediging van het duizendjarige Russische christendom tegen de goddeloze horden, zou de bevolking waarvan 70 procent zich als Russisch-orthodox beschouwt wellicht kunnen opwekken de oorlog te blijven steunen.’

(Rottenberg)

Zie:
*
Waarom Poetin de strijd in Oekraïne omdoopt tot een heilige oorlog (NRC)
* Het Kremlin, Moskou, 30 september 2022
Ondertekening van verdragen over de toetreding van de volksrepublieken Donetsk en Lugansk en de regio’s Zaporozhye en Kherson tot Rusland – 30 september 2022 (en.kremlin.ru)

Z. Hoe Poetin Rusland weer groot wilde maken | Hella Rottenberg | Nederlands | Alfabet Uitgevers | Paperback | 2022-10-25 | 160 pagina’s | € 19,99 | E-book: € 9,99

Beeld: On the Rise – Russisch-orthodoxe kerk gesteund door in het geheim gedoopte Vladimir Poetin (2016) – patheos.com
Beeld: Vladimir Poetin / Hoofd van de Russisch-Orthodoxe Kerk, patriarch Kirill (2018, asianews.it)

‘De mens kennen door het brein te kennen is een illusie’

Het complete menselijke brein simuleren op supercomputers, misschien al in 2023. Het Human Brain Project (HBP) wil de mens doorgronden: antwoorden op traditioneel filosofische vragen zoals die over het bewustzijn, het ‘ik’, het denken of de vrije wil. De massale parallelle communicatiearchitectuur van het brein wordt geïmiteerd. Miljarden kleine brokjes informatie worden tegelijk overgedragen naar duizenden verschillende plekken. Daardoor lijkt het functioneren eerder op een biologisch brein dan op een normale computer.

O
ok is het doel van het Human Brain Project – sinds 2015 met meer dan 1 miljard euro gesubsidieerd door de Europese Commissie – om medisch onderzoek te doen naar de hersenen om aandoeningen als Parkinson en de ziekte van Alzheimer beter te begrijpen en te behandelen. Meer dan 500 wetenschappers en ingenieurs van meer dan 140 universiteiten, academische ziekenhuizen en onderzoekscentra in heel Europa pakken een ​​van de meest uitdagende onderzoeksdoelen aan: het menselijk brein.

Samenwerking met een lichaam nodig
Neurofilosoof Pim Haselager zegt in Je brein in een computer dat als je een computer bewust wil laten worden, hij moet kunnen gaan snappen wat hij waarneemt, en hiervan kunnen leren. Mensen kunnen dit door hun ervaringen, gedachten en gevoelens te gebruiken. Maar die bezit je niet vanaf het ene op het andere moment: die ontwikkelen zich organisch, en daarvoor heb je interactie met de omgeving nodig, een supercomputer dus ook.

En bewustzijn ‘bouw’ je niet, dat moet ontstaan.’ Haselager is universitair hoofddocent Kunstmatige Intelligentie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. ‘En daarvoor zijn twee dingen nodig: ervaringen – of zoals ik het zie: een interactie met de omgeving – en de samenwerking met een lichaam.’
(Kennislink: Je brein in een computer)

Illusie
H
et idee dat we door het brein te kennen de mens kennen, is volgens filosoof en hoogleraar kennistheorie Markus – ‘Ik ben niet mijn brein‘ – Gabriel, in Filosofie Magazine, een illusie. Hij stelt dat de menselijke geest geen zuiver biologisch fenomeen is, maar de geest is volgens hem evenmin louter materie. ‘Het is de reductie van het geestelijke tot die materiële werkelijkheid die ik verwerp.’

Het dualisme blijft zitten met de vraag hoe er interactie kan zijn tussen lichaam en geest. We zijn dus geen in het lichaam verdwaalde engelen. Maar we zijn ook niet louter genenkopieermachines met een stel hersenen. Daarmee ontken ik niet dat er een correlatie is tussen bepaalde neurologische processen en onze geest of ons bewustzijn.’
(Gabriel)

De smaak van chocolade
M
aar dat hersenen en geest samenhangen, betekent volgens de bestsellerfilosoof ook weer niet dat die hersenprocessen identiek zijn, zoals het materialisme – ‘en iemand als jullie Swaab‘ – beweert. Gabriel geeft de ervaring van de smaak van chocolade als voorbeeld.

We kunnen in de hersenen processen waarnemen; bepaalde delen lichten bijvoorbeeld op als we chocolade eten. Maar waar is de smaak van chocolade? Niet ín de hersenen: ik zou niet weten hoe die smaken. Ja, sommige volkeren eten hersenen, maar ze smaken zeker niet naar chocolade!’
(Gabriel)

Het idee van ‘de geest’
In de geschiedenis van het bewustzijn heeft ons tijdperk het neurocentrisme voortgebracht dat keurig lijkt aan te sluiten bij een belangrijk basismotief van onze tijd, namelijk inzicht door de natuurwetenschappen en daarmee de reductie van bewustzijn tot biologie, aldus Gabriel.

De moderne overtuiging is dat uiteindelijk de menselijke geest geheel in fysische termen kan worden verklaard. Daarmee is het idee van ‘de geest’ steeds meer uit ons universum verbannen.’
(Gabriel)

Zelfbeeld en psychische problemen
D
ie verbanning van de geest heeft gevolgen voor ons zelfbeeld en hoe we ons tot onszelf verhouden, zegt de filosoof. Een goed voorbeeld daarvan is hoe we tegenwoordig psychische problemen zien, zoals depressie en angsten. Volgens Gabriel is er een tendens om die te beschouwen als directe gevolgen van hersenprocessen, een chemische disbalans van de hersenen. En dan ligt een farmaceutische behandeling ervan voor de hand.

Maar we weten toch dat praten — zoals bij de psychoanalytische talking cure, die in Duitsland gelukkig nog vergoed wordt — vooral heilzaam is? Dan zul je je bewust worden van gedachten en gevoelens die je uit de weg gaat, die onbewust zijn.’
(Gabriel)

Zie:
* Welcome to the Human Brain Project (Human Brain Project)
* Je brein in een computer (Kennislink)
* Markus Gabriel: ‘We lijden aan metafysisch pessimisme’ (Filosofie Magazine)

Luistertip: De Ongelooflijke Podcast (19 januari 2022)
Bernardo Kastrup is een filosoof en computerwetenschapper die internationaal furore maakt door te stellen dat het materialisme – het idee dat de werkelijkheid alleen bestaat uit materie en er geen God, ziel, of vrije wil is – niet klopt. En hij baseert dat onder andere op recent onderzoek uit de kwantumfysica. Kastrup heeft de gave om moeilijke materie uit te leggen met heldere voorbeelden.
– Journalist David Boogerd gaat in gesprek met Bernardo Kastrup en vaste gast theoloog Stefan Paas.


Gerelateerd: Een ander verhaal dan hemel, hel en reïncarnatie (o.a. met Kastrup – 26 september 2021 -Goden En Mensen)

Beeld: Getty Images
Graphic: Human Brain Project (Matteo Farinella Blog)
Cartoon: LECTRR (De Standaard)

Het idee van de vlinder een illusie?

nature-grass-blossom-plant-leaf-flower-562713-pxhere.com

Historicus en filosoof Yuval Noah Harari zegt tegen de rupsen dat het idee van de vlinder een verzinsel is, een verhaal, een illusie. We kunnen wel vliegen, zegt Harari, we kunnen wel het eeuwige leven verkrijgen, we kunnen wel gelukkig worden, maar dat kan enkel aan de hand van een uiterlijke machine, een robot, kunstmatige intelligentie, het Internet der Dingen waar alle algoritmes van het leven in worden verzameld. Dus eigenlijk een rups met een zelfgemaakt tuigje met vleugels waarmee hij probeert te vliegen.

Rupsenwereld
B
ij Joop schrijft maatschappelijk werker Tom Ribbens een aardige metafoor met Harari als vertegenwoordiger van de rupsenwereld en Gurdjieff/Ouspensky als vertegenwoordigers van de vlinderwereld.

Voor Harari is de materiële wereld van de rups het begin en einde van zijn wetenschappelijke denken. Precies zoals de wetenschap waarop hij zich beroept de wetenschap van de rups is, die instrumenten ontwikkelt om beter te kunnen waarnemen, beter te kunnen meten, maar niet verder kan kijken dan de rupsenwereld.

Met andere woorden geen instrumenten heeft om de vlinder te kunnen zien en van daaruit concludeert dat er geen vlinder bestaat. De rups gaat dood, onoverkomelijk, al geeft Harari ons de twijfelachtige hoop dat we (een kleine elitegroep) met onze kunstmatige intelligentie eeuwig leven zouden kunnen verkrijgen. De rups gaat dood en wordt een cocon.’

Transformatie
D
aar begint het denken van Gurdjieff, stelt Ribbens. Hij zegt dat het feit dat we in de aandachtslaag van ons dagelijks leven geen onverdeelde individualiteit hebben, nog niet betekent dat hij er niet is, we hebben er alleen geen contact mee.

Hij zit verborgen onder de laag van ons oppervlakkige, uiterlijke en volgens Gurdjieff mechanische leven. Gurdjieff onderscheidt drie invloeden, die wij in ons leven tegen kunnen komen. Ten eerste zijn er de invloeden van ons dagelijks leven, maar ook die van televisie en internet. Daarnaast is er de invloed van kennis uit boeken die verder, dieper gaan dan dit dagelijks leven. Kennis in de vorm van metaforen, vergelijkingen, die op een ander niveau wordt begrepen dan die van het oppervlakkige dagelijks leven.

Tot slot is er de levende kennis van mensen die al een proces hebben doorgemaakt van transformatie, van ontwikkeling die verder gaat dan de functionele rollen die we hebben in het dagelijks leven. Deze laatste twee invloeden kunnen ons raken in dat verborgen punt van onze essentie en het verlangen oproepen om hiernaar op zoek te gaan. Op zoek te gaan naar de vlinder die in de rups verborgen zit.’

Ontdekken van de vlinder in de rups
De weg van Gurdjieff is de weg van het individu, die met zijn aandacht naar binnen gaat en daar zijn schat vindt, aldus Ribbens. Voor wie de materiële werkelijkheid niet het begin en einde is maar in zichzelf ook een geestelijke werkelijkheid ontdekt.

De werkelijkheid van de vlinder die in de rups verborgen zit. Gurdjieff stelt dat werkelijke evolutie nooit zonder bewustzijn kan plaatsvinden. Harari stelt in Homo Deus dat het functioneren in de maatschappij geen bewustzijn nodig heeft. Intelligentie is nodig, bewustzijn is bijzaak. Daarmee zegt hij impliciet dat de ontwikkeling die hij voor zich ziet een mechanische is, dus geen evolutie.

Naar mijn mening kan het zo zijn dat beide wegen tegelijkertijd bewandeld worden, de ene weg door de mens als collectief, de andere weg door de mens als individu. Maar de werkelijke evolutie vindt plaats op de weg van het individu die samen met gelijkgestemden ontdekt dat in de rups een vlinder verborgen zit en daarmee zijn identiteit verlegt van het materiële naar het geestelijke. Naar bewustzijn als uitgangspunt van al het leven.’

Zie: Yuval Noah Harari en zijn blinde vlek voor de vlinder

Beeld: form PxHere

Resilience: ferm antwoord op religieus analfabetisme

Dante_Domenico_di_Michelino_Duomo_Florence_commons_wiki

Resilience wordt omschreven als het vermogen van individuen, gemeenschappen, instituten, bedrijven en systemen (lees: religies) binnen een stad om te overleven, zich aan te passen en te groeien ongeacht de soort chronische stress en acute schokken die zij ondervinden. Dit klinkt ferm, zegt Jack Kruf van Strategy & Design. Officieel is Resilience nu een ‘wetenschappelijke onderzoeksinfrastructuur voor alle religieuze studies’. Letterlijk betekent resilience ‘veerkracht’. Het woord is creatief opgebouwd uit een aantal (hoofd)letters uit de volgende begrippen: REligious Studies Infrastructure: tooLs, Innovation, Experts, conNections and CEntres in Europe.


Wat is Resilience?
Twaalf academische instellingen uit tien landen hebben hun krachten gebundeld om dit tweejarige project uit te voeren met als uiteindelijk doel een Europees antwoord op de uitdagingen van religieuze diversiteit op te bouwen. Het Resilience-project vond zijn kick-off meeting op 6/7 september 2019 in Bologna.

Momenteel richt Resilience zich op het voorbereiden van een voorstel voor een gevestigde onderzoeksinfrastructuur in religieuze studies. Het voorstel zal op 5 mei 2020 aan het ESFRI-forum worden voorgelegd om deel uit te maken van de ESFRI-routekaart 2021. [Vanwege COVID19 nu uitgesteld tot 9 september 2020.]


Voor vier jaar wordt het project gesubsidieerd vanuit de Europese Unie, door Horizon2020, hét Europese subsidieprogramma voor Onderzoek en Innovatie in Europa. De reden van het project is het toenemend religieus analfabetisme.

Resilience is geen kerkelijk, oecumenisch of interconfessioneel project, maar zuiver een dienstencentrum voor onderzoek. De vraag naar religie wordt in de samenleving steeds groter. Daarom is brede samenwerking zo hard nodig. Dat geldt bijvoorbeeld voor de kennis van islam en jodendom. Goede kennis van de islam voorkomt populisme en kennis van joodse bronnen is van groot belang met het oog op het groeiend antisemitisme,’ legt Selderhuis [hoogleraar kerkgeschiedenis aan de TUA] uit.’
(Friesch Dagblad, 16 april 2020)

Excellente wetenschappers
R
esilience omschrijft zichzelf als een ‘unieke, interdisciplinaire en verkwikkende wetenschappelijke onderzoeksinfrastructuur voor alle religieuze studies, die een krachtig platform bouwt en evoluerende tools en big data levert aan wetenschappers uit alle wetenschappelijke disciplines die religies doorkruisen in hun diachronische en synchrone variëteit’.

12 Europese academische instellingen hebben de kwalificatie van het ESFRI-forum opgepikt dat religieuze studies een potentieel hoog strategisch gebied zijn en hebben een consortium opgericht dat voorziet in de behoeften van een grotere en meer gestructureerde betrokkenheid van excellente wetenschappers.’
(Resilence)

Religie digitaal ontsluiten
V
anuit Nederland participeert de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) en werkt samen met rooms-katholieke, islamitische en seculiere universiteiten. Vanuit België doet de KU Leuven mee. Volgens kerk- en religiejournalist Klaas van der Zwaag is er steeds minder kennis van religie, en is er in Europees verband behoefte aan een religieuze infrastructuur, die kennis over godsdienst ontsluit: Resilience. ‘Het is de bedoeling om alle mogelijke onderwerpen die met religie te maken hebben digitaal te ontsluiten,’ zegt woordvoerder prof. dr. H. J. Selderhuis.

De reden van het project is het toenemend religieus analfabetisme, zegt Selderhuis. ‘Het gaat vaak om de gewone dingen in het alledaagse leven die met religie te maken hebben en die misverstanden kunnen oproepen. Neem een lopende tentoonstelling over doopvonten in de Dom van Maagdenburg. Daar zijn gidsen werkzaam die voor een groot deel afkomstig zijn uit de voormalige DDR en meestal geen kennis van religie hebben. Maar neem ook de gezondheidszorg in deze tijd van coronacrisis: hoe ga je met moslims om en wat doe je als je een boeddhist moet verplegen?’

Bronnen o.a.:
* Breed Europees antwoord op religieus analfabetisme
* Resilience
* Jack P. Kruf

Beeld: Dante met de Divina Commedia in de hand, tempera op doek (1465), Domenico di Michelino, Santa Maria del Fiore, Florence (commons wiki)
Tussen 1308 en 1321 schrijft de Italiaanse dichter Dante Alighieri een episch gedicht getiteld De goddelijke komedie, dat de overgang markeert tussen de late Middeleeuwen en de Renaissance. Dante beschrijft hierin een imaginaire reis door de drie rijken van het hiernamaals: de hel, de louteringsberg en het paradijs.
Het zijn drie voorstellingen uit de westerse ideeëngeschiedenis die meekomen met een middeleeuws wereldbeeld. Die reis voert Dante van de diepste ellende van het kwaad naar de uiteindelijke aanschouwing van God. Wie het boek allegorisch leest, kan er ook de pelgrimage van de ziel naar God in zien. In ‘het paradijs’ waarin tal van extatische, mystieke passages staan, poogt Dante uit te tekenen wat hij nauwelijks kan meedelen.
De religieuze expressie voor die nauwelijks bespreekbare ervaring of onbepaaldheid is dat een mens ‘Gods gelaat aanschouwt’. Kun je nagaan, iemand die een literair geschrift produceerde, dat uit ruim veertienduizend verzen bestaat, iemand die met verbeeldingskracht schrijft en zowel een persoonlijke als een universele taal schept – en die dát onuitspreekbaar vindt! Bladzijde na bladzijde beleed Dante dat er een werkelijkheid was, die hij met geen pen kon beschrijven!’
(
Suzan ten Heuw, ambulant predikant, PhD-kandidaat en veganist)

Thomas More en de utopische geest

Utopia 1516 2016

In een stampvol maar muisstil filosofisch café vergeleek filosoof Han van Ruler afgelopen dinsdag op gloedvolle wijze Utopia, het werk van de 16e-eeuwse filosoof Thomas More, met Lof der zotheid van tijdgenoot filosoof en theoloog Desiderius Erasmus. Niet zo vreemd, Van Ruler schreef Utopia 1516 – 2016, waarin Erasmus ook te vinden is. De spreker heeft iets met ‘het effect van de utopische geest’. Opvallend is dat vrijwel niemand in Café Hofman in Utrecht de beide werken heeft gelezen.

Van Ruler noemt Utopia (Leuven, 1516) een spiegelbeeld van Lof der Zotheid (Parijs, 1512*). Erasmus draagt zijn satirische werk, vol spitsvondigheden en ironie, op aan More. Ze zijn de beste vrienden. In Lof der Zotheid is behalve veel te lachen ook serieuze kritiek te vinden. Het handelt over menselijke dwaasheden, ook over filosofen die bijna niet leven, maar dag en nacht filosoferen. Over de dwaasheden van officiële autoriteiten, zoals kerkvorsten, edellieden en officieren. Erasmus heeft kritiek op de politieke situatie in zijn tijd, waarin oorlogen worden gevoerd om absurde redenen: vooral om het veiligstellen van familiale aangelegenheden, om successierechten van adellijke families. Oorlogen dus om erfenissen. Erasmus schrijft over rijkdom, roem, macht en corruptie.

VanRuler12022019UtrechtHofman3_520

Erasmus beschrijft zorgelijke zotheid. Hij veracht dwaasheid. Ook die van religie en filosofie: de bronnen van dwaasheid, en onnatuurlijk. Tegenwoordig zou Erasmus, met Van Ruler, zeggen: ‘We programmeren ons met niet-natuurlijke software’. Eigenlijk vindt Erasmus, dat je – verwijzend naar Jezus – gewoon een beschaafd mens moet worden. Religie en filosofie maakt niet uit: iedereen denkt toch anders. Mensen moeten zich vormen en dat kan het beste in de omgang met andere mensen.

Erasmus legt religie positief uit in de zin van dat je jezelf moet vergeestelijken, en in het hier-en-nu leven. De wereld zou een klooster moeten zijn, vindt Erasmus. Een ideale vorm van samenleven, ook al is dat niet voor iedereen geschikt, maar wel goed voor de maatschappij: iedereen draagt bij aan de samenleving. Je kan jezelf veranderen, hoffelijk worden vooral – en dat leren in contact met anderen. Erasmus schrijft daarom ook werken over etiquette. Dat je jezelf schoon dient te houden, ondergoed moet dragen. Een reformatie van de binnenkant is eveneens nodig. Het gaat om je innerlijk: rechtvaardig worden naar anderen en zo een rechtvaardige samenleving scheppen.

Lofderzotheid

Lof der Zotheid beschrijft maatschappelijke problemen, morele idealen. Erasmus wil opleidingen voor de onderdanen, rechtvaardige belastingen, rechtsorde, milde straffen, vrije meningsuiting en algemeen welzijn. Verandering van mentaliteit is nodig, zowel die van de onderdanen als van de vorst. Zijn ‘programma’ zou volgens Van Ruler zo passen in de Grondwet van de Europese Unie.

utopiaillustratie uit Utopia

Utopia, eveneens een boek vol satire en ironie. Utopia kan ‘de goede plek’ (eutopia) betekenen of ‘niet-bestaande plek’ (outopia) of ‘nergensland’. Een zeeman vertelt aan Moore over het eiland Utopia. Dat zou een ideale staat zijn, zonder privébezit en alle mensen gelukkig. Utopia kan een parodie zijn op Lof der Zotheid, zo denkt men nu, of is dat al te gemakkelijk gedacht? Het lijkt niet op De Republiek van Plato of De stad van God van Augustinus. Utopia is geen utopie maar een dystopie, een akelige plek waar je misschien juist niet wil leven. Een strikt gereguleerde samenleving, zonder privacy, waar zelfs nergens een bar of café te vinden is. Waar je niet kan reizen zonder toestemming. En als je iets verkeerds doet, is verder leven als slaaf je lot, of je kop gaat eraf. En toch… kan dat mensen een gevoel van veiligheid geven, want je weet waar je aan toe bent. Er is geen vrijheid in Utopia, of het zou moeten zijn dat vrijheid betekent meedoen aan het goede, en niet je eigen voorkeuren najagen.

More’s denken staat haaks op dat van Erasmus. More vindt religie een tranendal, gericht op een leven in het hiernamaals. Is Utopia bedoeld als alternatief voor de visie in Lof der Zotheid? More vindt de visie van Erasmus te optimistisch, niet levensvatbaar. De omstandigheden waarin mensen leven, moeten veranderen. Er moet genoeg voedsel zijn. De auteur van Utopia wil een blauwdruk voor een ideale maatschappij. De tegenstelling tussen beide werken zou je marxistisch versus liberaal kunnen noemen. More heeft een pessimistisch mensbeeld, Erasmus denkt positiever over de mens.

UtopiaCover

Is Utopia en Lof der Zotheid indertijd grappig bedoeld, in deze tijd wordt vooral Utopia ernstiger opgevat. – Op beide boeken vind ik uiteenlopende visies. Utopia wordt soms geschetst als socialistische heilstaat (Karl Marx zou zich erdoor hebben laten inspireren), strikt georganiseerd omdat mensen toch niet te verbeteren zijn, en dat laatste gelooft Erasmus nu juist wel. Over Lof der Zotheid wordt wel gezegd dat dit de weg vrijmaakte voor de Reformatie. De kracht van satire…

* Vrienden van Erasmus gaven Lof der Zotheid al uit in 1511. Omdat die uitgave vol fouten en vergissingen zat, publiceerde Erasmus zelf in 1512 een geautoriseerde uitgave. 


‘De tijd is rijp voor een nieuwe generatie utopisten die een stip aan de horizon kunnen plaatsen, ons een spiegel voorhouden en al dan niet met satire in beweging zetten.’ (Gary Sheikkarim, 14 02 2019, Studium Generale Utrecht)


Lezen dus, More en Erasmus. Juist nu.

Lof der Zotheid | Desiderius Erasmus | Uitgever: Atheneaeum – Polak & van Gennep | EAN 9789025302788 | 17e druk | € 16,99 

Utopia | Thomas More | Uitgeverij Atheneaeum – Polak & van Gennep | EAN 9789025304263 | 6e druk september 2016 | € 20,00  

Utopia-1516-2016

Utopia 1516 – 2016 | Han van Ruler, Giulia Sissa | Amsterdam University Press | 2017 | ISBN 9789462982956 | 244 pag. | € 89,00 | Han van Ruler is hoogleraar Intellectuele geschiedenis van de Renaissance en de barok aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, en hoofdredacteur van Brill’s Studies in Intellectual History en wetenschappelijk directeur van de Nederlandse Onderzoeksschool voor Filosofie. Van Ruler co-redigeerde de Dictionary of Seventeenth and Eighteenth Century Dutch Philosophers (Thoemmes, 2003) en maakte talrijke moderne edities van zeventiende-eeuwse filosofische bronnen. Hij bereidt momenteel een boek voor over de impact van Erasmus op de moraalfilosofie. (AUP)

Filosofisch Café:  Filosofen beklimmen het podium van Hofman Café Utrecht en vertellen over de aannames en argumenten die schuilgaan achter de realiteit van alledag. (foto: pd, 12-02-2019)

‘Religieuze leiders interessant voor goddelozen’

odes

Ze zijn ook interessanter dan politieke. Zelfs voor goddelozen. Auteur David Van Reybrouck vraagt of er ook nog wat visie mag zijn, in zijn Ode aan onze religieuze leiders. Als ‘correspondent Lof’ van de Correspondent, mist hij echt visionaire pleidooien bij de Europese Unie: ‘Het blijft wachten op een gedurfde visie die in deze turbulente tijden opkomt voor vreedzaam en duurzaam samenleven vandaag. Want dat is waar het nu om gaat.’ – De auteur wacht sinds 2016, en sindsdien heb ik nauwelijks visies vernomen. Zijn alle Europese leiders, zoals Mark Rutte (VVD), vies van visie?

Het continent waar twee eeuwen geleden de eerste universele verklaring van de mensenrechten werd opgesteld, stelt zich nu kennelijk al tevreden met ‘we lossen het wel op.’ Het werelddeel waar niet zo lang geleden na het grootste bloedbad uit de geschiedenis de grootste vredesoperatie ooit begon, de eenmaking van Europa, kijkt vandaag op wanneer iemand binnen dat eengemaakte Europa zich nog eens aan een ethische uitspraak waagt.’

Dat is waar het nu om gaat: vreedzaam en duurzaam samenleven, stelt de schrijver, en zegt uit te kijken naar de dag dat kinderen op school geweldloosheid, vreedzame conflictoplossing en seculiere ethiek leren. Van Reybrouck verwijst naar de dalai lama die het onderscheid tussen ethiek en religie vergelijkt met dat tussen water en thee.

Ethiek en innerlijke waarden zijn eerder als water. Zonder water kunnen we niet leven. De thee die we drinken bestaat grotendeels uit water, maar bevat ook nog andere ingrediënten: theeblaadjes, kruiden, misschien wat suiker en, in Tibet althans, ook een beetje zout. Ongeacht hoe de thee wordt bereid, zijn hoofdbestanddeel is water. We kunnen zonder thee leven, maar niet zonder water.’

odes

De auteur zegt de afgelopen jaren meer te hebben geleerd van de paus, de dalai lama, Desmond Tutu, Ismail Serageldin, Michael Lerner en Karen Armstrong, dan van welke Europese politicus ook. De schrijver van Odes (2018), die sinds begin 2015 regelmatig ‘iets, iemand of ergens’ bezingt bij de Correspondent – zoals een Ode aan het offline zijn – had het voorrecht een dag lang bij Karen Armstrong te gast te zijn. Ze zei toen:

De grote religieuze tradities van vandaag zijn allemaal begonnen in tijden van oorlog en politieke onrust. De gouden regel, dat je een ander niet mag aandoen wat je zelf niet wilt ondergaan, is in al die tradities afzonderlijk bedacht. Dat was niet omdat een hoop lieve mensen dat een prettig idee vonden, wel omdat enkele praktische geesten inzagen dat de mensen elkaar anders zouden kapotmaken.’

Van Reybrouck besluit deze Ode – uit een lange reeks die allemaal bij de Correspondent te vinden zijn, naast andere verhalen over religiemet de uitspraak dat we alle wijsheid nodig hebben die er is, want ‘op het moment dat we andermaal elkaar dreigen kapot te maken, of dat al volop aan het doen zijn, kan het geen kwaad opnieuw te luisteren naar wat de vertegenwoordigers van eeuwenoude tradities te zeggen hebben’.


David Van Reybrouck (1971) schrijft proza, poëzie, theater en non-fictie. Hij is de auteur van onder meer Congo, Een geschiedenis, De Plaag, Pleidooi voor Populisme, Tegen Verkiezingen. Zijn werk werd veelvuldig vertaald en bekroond. Voor Congo ontving hij de Prix Médicis in Frankrijk.


Zie: Ode aan onze religieuze leiders (de Correspondent)

Terug naar onze oorspronkelijke religieuze bronnen?

bronneneninvloedenUU

‘Het publieke domein in Nederland is een lege polder waar iedereen mag zeggen wat hij of zij wil, maar waar zo min mogelijk diversiteit gedoogd wordt,’ zegt Wim Hofstee, universitair docent sociale en culturele antropologie van religie aan Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit Leiden. ‘Nederlanders lijken zich niet bewust van hun eigen identiteit als tolerante natie.’

Een ander aspect is de verdraagzaamheid jegens andere religies zoals de islam. Van moslims wordt gevraagd ‘zich aan te passen’. Maar waaraan, aan wat? Het publieke domein in Nederland is een lege polder waar iedereen mag zeggen wat hij of zij wil, maar waar zo min mogelijk diversiteit gedoogd wordt. Aanpassen en participeren in een leeg publiek domein. Dit is wat vrijheid betekent in Nederland.’

Ook filosoof Emanuel Rutten ziet een lege polder, zelfs een leeg Europa, en volgens hem beschikken we niet langer over een gedeelde zinsamenhang die onze eigen concrete individualiteit overstijgt, en missen we een overstijgend samenhangend zinverband dat ons bezielt en waarin wij onszelf opgenomen weten. Het religieuze is in Europa grotendeels aan het teloorgaan, stelt hij.

Het zich terugtrekken van met name het christendom uit onze Europese cultuur leidt tot een uitwissing van bindende betekenisvolle zinverbanden. Hierdoor worden we teruggeworpen op onze eigen individuele particulariteit.’

Volgens de filosoof is het door meer en meer mensen gevoelde verlies van binding dan vooral het gevolg van het inmiddels al decennialang verwaarlozen van de bezielende religieuze dimensie van het menselijk bestaan.

En dit terwijl juist religie cruciaal is om tot een hechte leefgemeenschap te komen. Religie gaat niet voor niets terug op het Latijnse ‘religare’ wat ‘verbinden’ betekent. Religie ligt ten grondslag aan de eenheid van elke samenleving.’ 

Maar intussen is het dus aanpassen en participeren in een leeg publiek domein, want dat is wat vrijheid betekent in Nederland. Hofstee:

De overheid creëert de opstandigheid tegen en van andersdenkenden helemaal zelf. Het gevolg is een toenemende politieke apathie bij de bevolking die zich o.a. vertaalt in lage opkomstcijfers bij verkiezingen, een dalend vertrouwen in bestaande politieke instituties. Dat bedreigt op termijn vrijheid en democratie, omdat de legitimiteit van het handelen van de overheid een publiek draagvlak nodig heeft.’

Volgens Rutten is het wegvallen van een gemeenschappelijke horizon van zin en betekenis verantwoordelijk voor een erodering van onze maatschappij.

Het sociaal atomisme is in Europa te ver doorgeschoten. Dat heeft geleid tot een vergaande maatschappelijke onthechting en verlies van bestemming. Door het in Europa weer teruggrijpen op onze oorspronkelijke existentiële religieuze bronnen, kan binding en gemeenschapszin hersteld worden. Alléén zo kan Europa de verwarring achter zich laten.’

Zie:
* De leegheid van het publieke domein (Hofstee)
* Wat veroorzaakt de Europese onthechting? (Rutten)

Beeld: © iStockphoto.com/1001nights

Religie vriend of vijand van progressieve en groene politiek?



Naar aanleiding van de interviewbundel Green values, religion and secularism, van theoloog en historicus Erica Meijers stelt politicoloog Theo Brand dat voor humanisten individuele vrijheid tegenover ‘boosaardige religies’ bijna een fixatie is geworden. ‘De werkelijkheid is weerbarstig en het antwoord veelkleurig, zo blijkt. GroenLinks schiet niet in een kramp en gaat voorbij de religiestress. Een lichtend en humanitair voorbeeld voor progressief Nederland.’ 

Wie het boek ‘Green values, religion and secularism’ leest, beseft dat er veel levensbeschouwelijke inspiratiebronnen zijn die vrede en vooruitgang bewerkstelligen en dat juist dialoog en ruimte voor levensbeschouwelijke verschillen tussen mensen, hier ook voorwaarden voor zijn. Het zou goed zijn als na GroenLinks ook het georganiseerde humanisme in 2016 de religiestress voorbij gaat. Het komt de humaniteit ten goede.’

Brand stelt dat waar humanisten in de jaren zeventig en tachtig in Nederland bezig waren met maatschappelijke thema’s zoals de wapenwedloop en sociale gerechtigheid, nu individuele vrijheid tegenover ‘boosaardige religies’ bijna een fixatie is geworden.

Zoals vroeger humanisten en vooruitstrevende gelovigen zij aan zij stonden in de strijd tegen kruisraketten en armoede, zouden zij zich vandaag samen sterk kunnen maken voor duurzaamheid, gelijke kansen, een stevige publieke sector, interreligieuze en interculturele dialoog en mensenrechten.’

Brand kan zich moeilijk neerleggen bij het feit dat islamofobie en religiestress gehoor vinden in links-liberale kringen.

De islam deugt niet en eigenlijk is alle godsdienst schijnheilig of achterlijk. Dat is vaak de teneur. Maar hoe vruchtbaar en productief is dit standpunt? Wat versta je onder religie en welke verschijningsvormen zijn er? Is de sociale werkelijkheid niet veel te complex om algemeen geldende uitspraken over religie te kunnen doen?’

ericameijers

In de interviewbundel Green values, religion and secularism is Erica Meijers (foto: GL) van Bureau de Helling – het wetenschappelijk bureau van GroenLinks – samen met een Europese collega erin geslaagd het thema ‘religie’ op een evenwichtige manier te agenderen binnen GroenLinks en de andere groene partijen in Europa. Het boek is de start van een samenwerkingsproject van zes wetenschappelijke bureaus van verschillende Europese groene partijen over religie en groene partijen.

Groene politici van Ierland tot Turkije met uiteenlopende achtergronden – zowel atheïstisch als religieus – laten vanuit een persoonlijk en maatschappelijk perspectief hun licht schijnen op religie als maatschappelijke en politieke factor.’

Wat Meijers opgevallen is dat er in de groene partijen niet echt rabiate fundamentalistische gelovigen zitten, maar ook geen rabiate atheïsten.

Zelfs de duidelijk seculieren zoeken toch naar een antwoord op de vraag hoe je omgaat met pluraliteit met respect voor iedereen.’

Zie:
GroenLinks, religiestress en humaniteit
Enkel de fundamentalistische vorm van religie krijgt aandacht

Green values, religion and secularism | € 14,95 | In this publication, Green politicians from different European contexts reflect on the way their own religious or secular values influence their political attitude; the role of religion in the public forum; conflicts between fundamental rights, such as the freedom of religion and the principle of sexual and gender equality; the role of Islam in Europe and the question whether religion is a source of inspiration or an obstacle for Green politics. 

In the last decades, the relationship between religion and modern society has shifted. As a consequence, there have been fierce debates on issues such as ritual slaughtering, homosexual teachers in schools, the wearing of the headscarf in public institutions and the relationship between Islam and terrorism. 
Although Green parties often have an uneasy relationship to religion, the debate about values, religious or secular, cannot be escaped within a Europe haunted by many different crises at the same time. This publication is an invitation to work towards a more coherent debate within the Greens on the changing role of religion in society.

Waar zijn de positieve moslimstemmen?


Trendwatcher Gerald Celente voorspelt dat er, door de toenemende haat tegen de moslims, tussen 2012 en 2016 een etnische zuivering zal plaatsvinden in Europa. Deze haat zou ontstaan door de werkloosheid en de misdaad.  ‘Gerald Celente zal ongelijk krijgen. Althans, dat is de grote hoop van mezelf en velen,’ zegt Bahattin Koçak. Hij schrijft dit in De Standaard naar aanleiding van de steekpartij in het Brusselse metrostation Beekkant en de rellen rond Fouad Belkacem. 

Het is nu 2012. Sharia4Belgium, beter bekend als ‘haatzaaiende partij’ in Vlaanderen, stuurt aan op criminaliteit. Een vrouw met een nikab geeft een kopstoot aan de politie omdat ze niet wil gefouilleerd worden. Sharia4Belgium speelt in op de situatie. Met als gevolg dat er wat rellen ontstaan in Molenbeek. Later op de week komt een moslim uit Frankrijk tot hier. Soldaatje spelen, want in België worden moslims slecht behandeld. Hij verklaart de Heilige Oorlog.

‘Het succes van de ‘gekke moslims’ is de titel van het opinieartikel van islamleraar Koçak. De voorzitter van het Intercultureel Dialoog Platform (IDP) vraagt zich af waar de positieve moslimstemmen zijn. De gematigde moslims krijgen in de media aandacht, maar helaas niet zoveel ruimte als aan Fouad van Sharia4Belgium gegeven wordt.

Het evenwicht tussen de negatieve berichtgeving en de positieve stemmen is duidelijk zoek. Maar goed: ieder doet zijn job. De haatzaaier doet zijn ding, de media doen hun ding.(…) Waarom zijn de moslimjongeren gevoelig voor uitspraken van Fouad Belkacem? Vandaag hebben de ‘gekke moslims’ succes omdat de religie en cultuur van deze jongeren vaak negatief in beeld komen. Duw iemand constant in een hoek en noem hem daarbij ook nog constant ‘uitschot’. Ga naar een uitzendkantoor waar je meerdere keren te horen dat er geen werk is voor jou omwille van je naam of achtergrond. Na een tijdje zal je je ook zo gedragen.

Het artikel van Koçak is eigenlijk een oproep, een dringend verzoek aan de ‘gekke moslims’, als hij schrijft niet in zijn naam te spreken en niet in naam van zijn religie te handelen. ‘Wie ben ik? Ik ben een gewone moslim die wil samenleven.’

Is de ‘moslim’ (?) die helemaal uit Frankrijk tot hier komt om de boel op stelten te zetten een moslimextremist? Neen. Het is een extremist die niet moet beoordeeld worden op zijn religie, maar gewoon vanuit zijn daden en motieven. 

Koçak eindigt zijn artikel met de woorden:’ Wie zijn de slachtoffers van het extremisme? Dat zijn wij, allemaal.’ Hij heeft gelijk, veel moslims zijn ook slachtoffer van het extremisme, van de ‘gekke moslims’.

Zie: Het succes van de ‘gekke moslims‘ 

Illustr: ejbron.wordpress.com