Een slimme fatwa over het kinderhuwelijk

Op een Congres van Vrouwelijke Oelama (islamitische geleerden) in Indonesië wilden de oelama kindermishandeling in de vorm van het kinderhuwelijk aanpakken. Ze moesten hiervoor een slimme truc bedenken. Sabine Waasdorp (Universiteit Leiden) schrijft hierover in een artikel over hoe vrouwelijke islamitische geleerden het religieuze landschap in Indonesië beïnvloeden. Zij vertelt over Nor Ismah die in januari 2023 promoveerde op haar onderzoek waarin ze aantoont hoe belangrijk vrouwelijke oelama zijn voor het religieuze landschap in Indonesië.

‘Het maakt veel uit of een islamitische geleerde een vrouw of een man is’

Om toch een afwijkende fatwa (de juiste levenswijze als moslim) uit te geven, werd een slimme truc bedacht voor één van de fatwa’s die uitgesproken was op het Indonesische Congres van Vrouwelijke Oelama: die over het kinderhuwelijk. Waasdorp noemt ze ‘feministische fatwa’s’.

Ismah: ‘Normaal is de vraag: “Wat is de wet van kinderhuwelijken?” Het antwoord daarop is: “Het mag indien het meisje menstrueert.” Je hoeft daarbij geen rekening te houden met leeftijd. Aangezien meisjes op zijn vroegst op hun negende al starten met menstrueren, zou dat betekenen dat meisjes van negen al mogen trouwen.’

Ismah vertelt dat om die reden het congres een ander vraag stelde. In plaats van de vraag ‘Wat is de wet van kinderhuwelijken?’, werd de vraag anders gesteld: “Wat is de wet van kinderhuwelijken wanneer dit leidt tot een negatieve impact voor kinderen?”.

Het antwoord daarop is: “Het is verplicht om kinderhuwelijken te voorkomen die tot een negatieve impact voor kinderen leiden.” Met zo’n antwoord kan je veel makkelijker strijden tegen kinderhuwelijken, ook omdat uit talloze studies is gebleken dat deze een negatieve impact hebben op kinderen.’


Nor Ismah

Ismah’s onderzoek laat zien, vertelt Waasdorp, dat vrouwelijke oelama een belangrijke rol spelen in het publieke leven van Indonesië. Echter, zij en hun fatwa’s worden niet automatisch geaccepteerd. Ismah:

Het is heel belangrijk dat een vrouwelijke alim [islamitische geleerde] gesteund wordt door haar familie en gemeenschap. Want zodra ze haar opleiding tot alim voltooid heeft, wordt van haar verwacht dat ze, net als andere vrouwen, trouwt en thuis voor de kinderen zorgt.’

Waasdorp schrijft dat er vanuit de fatwa-instituties regels worden opgelegd aan vrouwelijke oelama en de manier waarop zij fatwa’s geven.

Zo kreeg het comité van het Indonesische Congres van Vrouwelijke Oelama (Kongres Ulama Perempun Indonesia) van 2017 de suggestie om de term ‘fatwa’ niet te gebruiken en geen fatwa’s uit te geven die afwijken van de fatwa’s uitgegeven door officiële fatwa-instituties.’


Islamitische oelema

Juridische adviezen (fatwa’s) van de hoogste islamitische geleerdenorganisatie van Indonesië, de Oelema-raad, citeren vaak alleen andere islamitische oelema zonder te onderbouwen waarom de mening van die geleerden correct is, vertelt Waasdorp. Fatwa’s van vrouwelijke oelama citeren echter naast islamitische geleerden ook vaak de Koran, de Hadith en de Indonesische grondwet.

Het lukt de vrouwelijke oelema dus toch afwijkende fatwa’s uit te geven. Behalve de antwoorden geven zij bovendien achtergrondinformatie en een uitgebreide analyse van de vraag.

Bron: Feministische fatwa’s: Hoe vrouwelijke islamitische geleerden het religieuze landschap in Indonesië beïnvloeden (Sabine Waasdorp, Universiteit Leiden)

Beeld: Nor IsmahHet Indonesische Congres van Vrouwelijke Oelama (Kongres Ulama Perempun Indonesia) van 2017, Universiteit Leiden
Beeld Nor Ismah: Universiteit Leiden
Beeld Islamitische oelema: Universiteit Leiden

De ‘ideale moslim’-obsessie van politici

Veel moslims hebben genoeg van de ‘ideale moslim’-obsessies van politici. Het naleven van dit beeld bestendigt bestaande machtsverhoudingen en veroorzaakt schade voor nieuwe generaties. – Dit zegt Thijl Sunier, professor emeritus Islam in European Societies, in zijn artikel De januskop van de bureaucratische incorporatie van de islam in Europese samenlevingen. Wordt het niet tijd om het door samenleving en politiek aan moslims opgelegde beeld van ‘ideale moslim’ los te laten, zo vraagt hij zich af in het LeidenIslamBlog van Universiteit Leiden.

‘Het wordt tijd om het aan moslims opgelegde beeld
van ‘ideale moslim’ los te laten.’
(Thijl Sunier)

Moslims verzetten zich toenemend hiertegen, zoals blijkt uit een recente discussie in Amsterdam toen burgemeester Halsema vertegenwoordigers van moslimorganisaties een LHBTIQ+-verklaring wilde laten ondertekenen. Moslimorganisaties waren verontwaardigd dat deze verklaring niet was voorgelegd aan andere religieuze gemeenschappen en dat de suggestie werd gewekt dat homohaat vooral of zelfs uitsluitend iets van moslims was.’

Sunier sprak hierover op 28 oktober 2022 tijdens zijn afscheidsrede als hoogleraar antropologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam, leerstoel ‘Islam in European Societies’. De rede ging over de twee gezichten van het proces van bureaucratische incorporatie van de islam in Europese staten in de afgelopen decennia.  Het gaat dan om zorg voor institutionele stabiliteit en rechtsbescherming. Tevens verschaft het moslims toegang tot materiële, juridische en financiële middelen. 

Zo bestaan er op veel bestuurlijke niveaus overlegstructuren die het mogelijk maken te onderhandelen over zaken die de islam betreffen. Het biedt moslims relatieve bescherming tegen politieke willekeur en tegen haatcampagnes.’ 

Opvallend in de rede vind ik het (bureaucratische) woord ‘incorporatie’, dat behalve opneming of inlijving ook ‘menswording’ betekent. Je zou kunnen zeggen: Mogen moslims mens worden? Het zou al ideaal zijn als moslims gewoon mens mogen en kunnen zijn, en in het bijzonder dat politici de moslim als mens zien.


De januskop van de bureaucratische incorporatie van de islam in Europese samenlevingen

Hoewel er nog lang geen sprake is van een gelijkwaardige plaats in de samenleving en er nog veel gedaan moet worden, vormt de bureaucratische incorporatie wel een belangrijke stap. Dit ondanks de voortdurende verspreiding van islamofobie en de systematische problematisering van moslims in de media, in de politiek en in de wetenschap.’

Schijnbaar paradoxaal blijkt, aldus Sunier, dat hoe meer moslims te vinden zijn in alle lagen van de samenleving, hoe sterker ze de dwingende aanwezigheid en impliciete druk voelen van het beeld van de ‘ideale moslim’. Dit is wat moslims dagelijks ervaren in individuele interacties met andere leden van de samenleving, maar zeker ook in allerlei onderhandelingssituaties met instanties en politici. 

Als je erkend wilt worden als een betrouwbare gesprekspartner en een succesvolle vertegenwoordiger van je gemeenschap, moet je jezelf herkenbaar maken, je aanpassen aan de culturele conventies, de dominante symbolische taal spreken en het beeld waarmaken van de ‘ideale moslim’.’

De meeste jonge moslims in Europa zijn hier geboren en getogen, hun positie en hun kansen zijn aanzienlijk verbeterd. Ze staan ​​allerminst geïsoleerd in de samenleving, zoals veel politici suggereren. Ze kennen de samenleving, zijn welbespraakt en eisen een plaats op, niet als gasten, maar als gelijkwaardige burgers en op hun eigen voorwaarden. 

Sommigen van hen keren zich misschien af ​​van de samenleving, maar de overgrote meerderheid beschouwt zichzelf als Europese burgers. De aantijgingen van geheime diensten en politici in heel Europa over toenemende radicalisering worden tegengesproken door louter feiten.’

Zie: De januskop van de bureaucratische incorporatie van de islam in Europese samenlevingen (LeidenIslamBlog, Universiteit Leiden, 3 november 2022)

Foto: Universiteit Utrecht
Foto Januskop: Vaticaanse Musea – (LeidenIslamBlog Universiteit Leiden)
Foto schoolklas: ANP / NOS

Waarzeggerij bij Symposium Nieuwe Religiositeit Universiteit Leiden

Waarzeggerij en orakelpraktijk vanuit alle hoeken. ‘Als religie verwijst naar de band tussen mensen en goden, zou waarzeggerij, net als gebed, altijd centraal moeten staan.’ Zo ook tijdens het 10e Leids Symposium over Nieuwe Religiositeit op 11 april 2022. ‘Waarzeggerij is nu een hoofdbestanddeel van het repertoire van spirituele uitingen van individuele zoekers en nieuwe religieuze bewegingen. Om uiteindelijk de functies en processen te begrijpen die ten grondslag liggen aan deze hedendaagse manifestaties in hun sociaal-culturele context, zullen we een vergelijkende benadering van waarzeggerij hanteren’.

Opmerkelijk, deze belangstelling voor waarzeggerij, nu het rapport ‘Buiten kerk en moskee’ van het SCP meldt dat de populariteit van het geloof in amuletten, waarzeggers, gebedsgenezers en astrologie in Nederland, vergeleken met andere landen, gering is en het bovendien een dalende tendens vertoont.

In dit symposium onderzoeken we de variëteiten van waarzeggerij. Deze technieken zijn een manier om het leven van het individu voor te stellen, te voorspellen en te begrijpen vanuit het perspectief van de heilige wereld. Of het nu louter kermiswaarzeggerij is of als de meest ernstige voortekenen, als religie verwijst naar de band tussen mensen en goden, zou waarzeggerij, net als gebed, altijd centraal moeten staan. Toch domineerde, vooral in het hier en nu, de drang naar directe ervaringen en persoonlijk begrip van de wereld.’
(Universiteit Leiden)

Léon van Gulik, cultuurpsycholoog en godsdienstwetenschapper, Radboud Universiteit Nijmegen, is betrokken bij twee onderzoeksprojecten: een over strategieën van religieuze zelflegitimatie en een over de notie van menselijke atmosferen (d.w.z. de gevoelde eigenschappen van specifieke plaatsen, tijden en situaties). Zijn bijdrage gaat over typen en elementen van waarzeggerij:

Mensen zijn geneigd om intentionaliteit te lezen in de grillen van toeval. Altijd waakzaam voor enige natuurlijke symboliek in onze omgeving, zien we misschien de kosmische orde uitgedrukt in vogelvluchten, in de sterren – zelfs in likkende vlammen of in het pikzwarte oppervlak van een donkere spiegel. Beginnend met de psychologische onderbouwing van deze praktijken, zal ik eerst uitleggen hoe ons begrip van toevalligheden en ons vermogen om in termen van betekenis te denken de basis vormen voor praktijken waarbij het waargenomen vermogen om te communiceren met andere dan menselijke actoren in de heilige wereld.’

Hella de Jong, Leiden Universiteit, (publiceert onder de naam Hella Raven), MA Studie van Religie, vraagt zich of wat het allemaal betekent en analyseert de kunst van waarzeggerij. De neo-Paganist schreef een scriptie over de Kristallen Schedel Beweging en vertelt dat in zekere zin het lezen van kaarten, stokken, stenen – of in haar geval munten – een verouderde kunst lijkt te zijn, niet langer geschikt voor de moderne tijd en gedoemd uit te sterven:

Net als religie zelf, die weigert weg te gaan, hoewel we dachten dat het geleidelijk zou verdwijnen in de nasleep van de verlichting, is waarzeggerij nog steeds aanwezig. Dus wat is het beroep? Hoe verzoenen hedendaagse (westerse) waarzeggers de betekeniszoekende technieken van de orakels met de feitenzoekende strategieën van de moderne wereld? Zou kennis van het een de waarde van het ander niet uitsluiten?’ 


Sibille van Tibur voorspelt voor keizer Augustus, 1480-1485

Renske Janssen, Universiteit Leiden, is vooral geïnteresseerd in hoe mensen in de Klassieke Oudheid omgingen met machtsstructuren en gezagssystemen, zowel bestuurlijk als bovennatuurlijk. Zij richtte zich in haar proefschrift op juridische interacties tussen de Romeinse autoriteiten en gemarginaliseerde religieuze groeperingen. Het omvat een diepgaande analyse van de wettelijke maatregelen die werden gebruikt om waarzeggerij te controleren tot het midden van de derde eeuw n. Chr:

Waarzeggerij was bijna alomtegenwoordig in de Romeinse wereld en kon zowel worden gezien als een essentieel onderdeel van het handhaven van de gevestigde orde als diep subversief. In deze presentatie verkennen we beide kanten van deze medaille. We zullen onderzoeken welke soorten waarzeggerij werden gebruikt, welke rol(len) het zou kunnen spelen in zowel het openbare als het privéleven, en voor wie en waarvoor het diende. We zoomen in het bijzonder in op de juridische status van waarzeggerij: hoe konden Romeinse functionarissen zelf zo actief betrokken zijn bij waarzeggerij en tegelijkertijd proberen de praktijk te beperken?’

Wouter van Beek, cultureel antropoloog en Senior Onderzoeker bij het African Studies Centre Leiden, deed uitgebreid veldonderzoek in Kameroen en Mali en publiceerde over deze groepen en hun waarzeggerijsystemen. Hij zegt dat waarzeggerij altijd belangrijk is geweest in Afrikaanse culturen, en nog steeds. Een reeks mantische (waarzeggerskunst) technieken is bekend op het continent. Deze zijn zowel technisch als inspirerend en worden in verschillende situaties gebruikt:

In deze bijdrage zoom ik in op twee culturen, Kapsiki (Kameroen) en Dogon (Mali), wiens technische waarzeggerijsystemen antwoorden bieden op voornamelijk praktische vragen. Toch geeft de informatie die is afgeleid van de vos of krab – de geraadpleegde dieren – of de kaurischelpen – een wijdverbreide techniek in West-Afrika – een glimp van hoe deze mensen omgaan met persoonlijke tijdlijnen, zowel hun verleden als hun toekomst.’  


Geomantisch instrument (detail) uit Egypte of Syrië 1241-1242 n. Chr.
Britisch Museum, London

Jesper Frøkjær Sørensen is hoofddocent vergelijkende religie aan de Universiteit Aarhus, Denemarken. Hij is gespecialiseerd in cognitieve en evolutionaire benaderingen van ritueel en magie, sociale ontologie en culturele evolutie, cognitieve geschiedschrijving en culturele immunologie. (Online) zal hij een aantal van de betrokken cognitieve mechanismen bespreken en deze relateren aan een overkoepelend neurocognitief raamwerk van voorspellende codering:

‘Waarzeggerij is een alomtegenwoordig menselijk fenomeen. Vrijwel alle culturen hebben specifieke, vaak geritualiseerde systemen ontwikkeld die worden gebruikt om anders obscure causale relaties en verantwoordelijkheden te diagnosticeren, om toegang te krijgen tot anders verborgen informatie en om de toekomstige uitkomst van een specifieke onderneming te voorspellen. Als een methode om anderszins occulte kennis of informatie te verkrijgen, is het toepassen van cognitieve modellen voor het verwerven en verifiëren van informatie een natuurlijke stap.’ 

Maandag 11 April 2022 | 15:00 – 22:00 uur | Lipsius, Cleveringaplaats 1, 2311 BD Leiden | De toegang is gratis maar wel aanmelden door een mail te sturen naar Dr. Léon van Gulik: lavan.gulik@hum.leidenuniv.nl

Bron: Universiteit Leiden10th Leiden Symposium on New Religiosity – The Tell-Tale Art: Divination and Oracular Practice from All Angles
Foto: Universiteit Leiden‘The Crystal Ball’ by Jlhopgood is marked with CC BY-ND 2.0
Foto Sibille: Beeld: Master of the Tiburtine Sibyl – Städelmuseum, Frankfurt – Sibille van Tibur voorspelt voor keizer Augustus, 1480-1485 (Wikimedia)
Foto Geomantrisch instrument: PHGCOM (Wikimedia)

‘God is veel groter dan je kunt denken’

Wie de natuurwetenschappen volgt, concludeert dat de mens toevallig uit chaos is ontstaan, zegt Heino Falcke, hoogleraar astrodeeltjesfysica en radioastronomie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Oké, is dan zijn vraag, maar hoe zit dat dan met abstracte begrippen als geloof, hoop, liefde, toewijding en betekenis? Sommige wetenschappers antwoorden dan: dat is gewoon allemaal illusie. Dat vindt Falcke te kort door de bocht.

Jasper Van Den Bovenkamp interviewde eind november zwartegatfotograaf Heino Falcke over de vraag of de ontdekking van buitenaards leven zijn geloof zal opschudden. ‘Als God ergens anders leven geschapen zou hebben, dan mogen wij hem dat niet verbieden. Dat gaat mijn geloof totaal niet veranderen.’

Falcke zegt er moeite mee te hebben als mensen hem gaan voorschrijven hoe hij zijn vak moet uitoefenen, bijvoorbeeld door stellig te beweren dat de natuurwetenschap het bij het verkeerde eind heeft, omdat het ‘in de Bijbel anders staat opgeschreven’. Volgens Falcke maakt iedereen, of hij het nu wil of niet, gebruik van de natuurwetenschap. Mensen die dit blog lezen, genieten er volgens hem van omdat het artikel met digitale middelen gemaakt en te lezen is, waarbij gebruik is gemaakt van de kwantumfysica, en wanneer dat via wifi was, is er geprofiteerd van ontwikkelingen in de radiosterrenkunde. 

Dit blog is in letters en leestekens geordende kwantumfysica-chaos’.
(Heino Falcke)

De foto van het zwarte gat voelde voor Falcke alsof hij keek naar ‘de poorten van de hel’, naar ‘het einde van ruimte en tijd’.

In grote zwarte gaten kun je in principe door de waarnemingshorizon reizen zonder uiteengereten te worden. En juist daar ligt de associatie met de hel: je ‘leeft’ nog en je ziet de wereld, maar je kunt niet communiceren.’

Falcke, die onderzoek doet naar de grenzen van het heelal en superzware zwarte gaten, reageerde hiermee op een uitspraak van de Amerikaanse hoogleraar natuurkunde George Smoot, die fluctuaties in de kosmische achtergrondstraling ontdekte: de warmtestraling die uitgezonden is kort na de oerknal. Hierover zei Smoot: ‘We’re looking at the face of God.’ Falcke is in het heelal niet op zoek naar God, want die heeft hij al gevonden.

In gebed, in openbaring, in persoonlijke ervaringen. Ik heb het heelal daar niet voor nodig. Tegelijk zeg ik daarbij: als ik met gelovige ogen naar de ruimte kijk, ontdek ik prachtige dingen over God, over de schoonheid van zijn schepping.’

In die zin is de wetenschap die Falcke bedrijft voor hem persoonlijk een verrijking van zijn geloof. Het heelal is van een omvang die het menselijk denkvermogen overstijgt.

Als je achter die onmetelijke ruimte dan in een schepper gelooft, zegt dat ook iets over wie God is. In de natuurwetenschap leer je dat je heel veel dingen kunt ontdekken, maar dat je nooit alles kunt zien; we kunnen slechts kijken zover het licht gaat.’

Betekenis bestaat, denkt Falcke, alleen al vanwege het feit dat we ernaar zoeken. Meer wetenschappelijk denkend vraag hij zich af:

Als natuurwetten altijd onveranderd zijn gebleven, en alles is onderhevig aan die natuurwetten, dan móéten er toch ook altijd betekenis, geloof, hoop en liefde zijn geweest? Ze kunnen niet pas door de mens bedacht zijn.’

Volgens de hoogleraar sluit de oerknaltheorie goed aan op de Bijbel omdat er immers één oorsprong is, één schepping. De vraag naar meerdere heelallen vindt hij eigenlijk niet alleen een wetenschappelijke, maar ook een door filosofische overtuigingen gemotiveerde kwestie waarbij men de schepper definitief in de doodskist wil stoppen.

De achterliggende gedachte luidt namelijk: als er meer heelallen zijn, moet de oerknal van tafel en daarmee ook God. Maar zelfs dan ben je God niet kwijt, want: waar komen dan de heelallen vandaan? (…) Je moet je altijd realiseren dat God veel groter is dan je kunt denken.’

Zie voor het uitgebreide interview: Wetenschapper en zwartegatfotograaf Heino Falcke is christen. Zal de ontdekking van buitenaards leven zijn geloof opschudden? ‘Wat een flauwekul, daar lach ik om’ (Reporters Online, door Jasper Van Den Bovenkamp)

Beeld: In april 2019 presenteerde het EHT-team de eerste foto van de schaduw van een zwart gat ooit. Heino Falcke, een van de grondleggers van de Event Horizon Telescope (EHT), is blij met de toekenning van de Group Achievement Award voor buitengewone prestaties door grote consortia in alle deelgebieden van de astronomie: ‘Op een moment dat de wereld uit elkaar lijkt te vallen, is het een belangrijk signaal dat de Britse Royal Astronomical Society (RAS) een wetenschappelijk resultaat erkent waarbij de wereld letterlijk samen moest komen om te bereiken wat onbereikbaar leek, en te zien wat onzichtbaar leek.’ (Universiteit Leiden)

‘Vrede met het Zelf leidt tot vrede met anderen’

Religieus extremisme is niet beperkt tot de islam of het heden. Said Reza Huseini, promovendus Geesteswetenschappen aan de Universiteit Leiden, dook in het verleden om een ​​beleid te vinden dat echt werkte: de ideologie van Mughal-keizer Akbar ‘Vrede met iedereen’. In zijn duik vond hij het Mughal-experiment met islamitisch extremisme: een zestiende-eeuwse les voor vandaag. Mughal-keizer Akbar (omstreeks 1556-1605) slaagde erin een oplossing te vinden. Huseini schrijft hierover in zijn artikel bij het Leiden Islam Blog: Het Mughal-experiment met islamitisch extremisme: een zestiende-eeuwse les voor vandaag.

Het universele wederzijdse respect dat in de zestiende eeuw werd gepredikt, is iets waar we vandaag allemaal nog van kunnen leren.’

‘Goddelijk huis’
Akbar, zo vertelt Huseini, was de derde koning van het Mughal-rijk, dat in 1526 werd opgericht door de Timurid Prins Babur. Geboren in India, met zijn diverse populatie van hindoes, moslims, christenen, zoroastriërs, joden, jaïnisten, boeddhisten en anderen, was Akbar zich terdege bewust van het concept van religieuze diversiteit. In 1579 gaf hij opdracht voor de bouw van de Ibadat-khana of ‘goddelijk huis’; een plek om de discussie over de islam te vergemakkelijken. Geleidelijk werden ook geleerden uit andere religies, zoals het hindoeïsme, het christendom, het jodendom en het zoroastrisme, bij de dialoog uitgenodigd. 

Zo veranderde de Ibadat-khana in een academie waar geleerden elkaar ontmoetten, bespraken en samenwerkten bij het vertalen of produceren van teksten. De debatten waren niet altijd vreedzaam; met heilige teksten in de hand, beschuldigden en bedreigden geleerden elkaar, en daagden ze elkaar zelfs uit om het vuur in te gaan om te testen of God hen en hun boeken zou redden.’ 

Peace with All
Door de Ibadat-khana leerde Akbar over verschillende religies, maar ook over de waanzin die ze konden creëren als ze blindelings gevolgd werden, aldus Huseini. Akbar realiseerde zich dat zogenaamde verdedigers van religie hun eigen politieke en economische agenda’s hadden en hun religieuze autoriteit misbruikten om deze veilig te stellen. Hij selecteerde een groep geleerden, meestal met een filosofische benadering, om zijn nieuwe politieke ideologie te formuleren; een theorie die bekend werd als Sulh-i Kull: ‘Peace with All.’ 

Akhlaq (ethiek) predikte dat men moet nadenken over ‘het Zelf’ en de verworvenheden ervan, en benadrukte dat verschillen een essentieel onderdeel zijn van de schepping en als zodanig moeten worden aanvaard en gerespecteerd. In het reine komen met deze realiteit zou leiden tot vrede met ‘het Zelf’, wat op zijn beurt zou leiden tot vrede met anderen.’

Religieuze harmonie
Volgens Huseini was het experiment van Akbar succesvol omdat het de zeer diverse Indiase samenleving in staat stelde drie eeuwen na hem in religieuze harmonie te leven, met zeer weinig incidenten die het evenwicht verstoorden. 

De politieke ideologie van ‘Vrede met allen’ werd een kwestie van trots voor de Mughal-keizer, die de Safavid- en Oezbeekse koningen en de westerse geleerden aansprak dat ze diversiteit in de menselijke samenleving moesten accepteren en respecteren.’

Zie: Het Mughal-experiment met islamitisch extremisme: een zestiende-eeuwse les voor vandaag (Leiden Islam Blog – Universiteit Leiden)

Beeld: World History Encyclopedia Het hof van Mughal-keizer Akbar (omstreeks 1556-1605 CE). De man in het gele gewaad wordt geïdentificeerd als de zalige Rodolfo Acquaviva, SJ (2 oktober 1550 – 25 juli 1583). Hij was een Italiaanse jezuïet-missionaris en priester in India die van 1580 tot 1583 het hof van Akbar de Grote diende. Hij werd gemarteld in 1583 en zalig verklaard in 1893. (Info: nl.qaz.wiki) (Schilderij door een onbekende kunstenaar, 1847 CE.)

Verhalen van het Bovennatuurlijke

thespiritscience.net

Het Leids Centrum voor Religiewetenschap (LUCSoR) van de Universiteit Leiden bestudeert engelen, orakels en spookhuizen. Verhalen hierover ziet LUCSoR als steunpilaren voor religie, zoals ritueel en geloof, want religie draait om communicatie met onzichtbare wezens als goden en geesten, en om geloof in het effect van rituelen.  De universiteit organiseert hierover in april een symposium, over ‘Goddelijke hulp van boven: verhalen van engelachtige tekens en interventies’ en ‘Haunted Houses: paranormale voertuigen voor persoonlijkheidsgroei’.

Researchtrainees Marlies de Groot en Bas van Rijn doen sinds vorig jaar onderzoek naar hoe verhalen geloof ondersteunen. Aan de hand van het orakel van Delphi en het hedendaagse engelengeloof zijn zij eveneens op zoek naar manieren waarop verhalen geloof misschien zelfs sturen. Op dit moment probeert godsdienstwetenschapper Van Rijn de reikwijdte van waarzeggende praktijken zoals astrologie, tarot en mediumschap in Nederland in kaart te brengen. Op het symposium spreekt hij over Goddelijke hulp van boven.

Onze focus ligt in het project niet zozeer op canonieke sleutelteksten zoals de Bijbel of de Koran, maar op de wisselwerking tussen alle soorten verhalen die binnen religie een rol kunnen spelen. Voorbeelden hiervan zijn verhalen over persoonlijke religieuze ervaringen, maar ook verhalen die in meer algemene termen over een religie gaan.’ (Leiden Religie Blog)

Engelen zijn iconische personages, aldus de universiteit, niet alleen binnen het christendom, maar ook in de westerse populaire cultuur. Bovendien gelooft een aanzienlijke groep van onze tijdgenoten dat engelen echt bestaan ​​en dat ze mensen helpen en ondersteunen – en zelfs levens redden – elke dag. Van Rijn stelt dat engelvertellingen, d.w.z. verhalen over engelachtige tekens en interventies in het dagelijks leven, een cruciale rol spelen bij het bevorderen van het geloof in engelen in de moderne wereld.

Bijvoorbeeld, verhalen van ontmoetingen met engelen helpen het geloof in engelen te ondersteunen, ook voor mensen die zelf geen engelen hebben ontmoet, en uitgebreide verslagen van verschijningen en communicatie met engelen, geschreven door gezaghebbende engelen, bieden sjablonen die gewone gelovigen kunnen gebruiken om te interpreteren en te relateren hun eigen ervaringen.’ (Universiteit Leiden)

haunted-house-722

‘Haunted Houses: paranormale voertuigen voor persoonlijkheidsgroei’

Evert van Leeuwen, universitair docent aan het Leids Universitair Centrum voor Kunst en Samenleving zegt in zijn abstract, dat sinds Poe’s House of Usher in de zwarte tarn viel, spookhuisverhalen werden geassocieerd met de vernietiging van aristocratische lijnen, moderne ‘nucleaire families’ en individuele psyches. Maar in zijn onderzoek heeft Van Leeuwen ontdekt dat moderne spookhuisverhalen ook kunnen functioneren als vehikels voor persoonlijkheidsgroei, eerder dan desintegratie. Ook hij spreekt op het Leiden Symposium over nieuwe religiositeit: over Haunted Houses.

In dergelijke verhalen functioneert het spookhuis nog steeds als een allegorische ruimte, een weergave van de vele kamers van de geest van de protagonist. De paranormale krachten aan het werk in het huis zijn echter niet langer destructieve krachten maar triggers voor numineuze ervaringen die de protagonisten uit de existentiële leegte leiden waarin ze zich aan het begin van het verhaal bevinden, wat verdere persoonlijkheidsgroei mogelijk maakt.’ (Universiteit Leiden)

Zevende Leiden Symposium over nieuwe religiositeit | 30 april 2018 | 19:30 – 22:00 uur | Lipsius Building,  Cleveringaplaats 1, 2311 BD Leiden | Open voor iedereen | Daarna gaat de discussie verder in het nabijgelegen grand café Het Pakhuis. (Symposium is Oudgrieks voor samen drinken.) 🙂
Het symposium wordt georganiseerd door het Leids Centrum voor Religiewetenschap (LUCSoR). Het onderzoek door LUCSoR brengt expertise in specifieke religies samen met een vergelijkend aanpak dat trekt op meerdere geestes- en sociaalwetenschappelijke disciplines. Samen streven zij ernaar om de rol van religie in een veranderende wereld te begrijpen.

Beeld: 7 Signs your guardian angel is trying to contact you – thespiritscience.net
Haunted House:
nbcnewyork.com

Spiritualiteit en de Filosofie van het Ik

dscf5209

‘Wat is er belangrijker tegenwoordig dan de bron van spiritualiteit weer aan te boren en dat op een wijze die nauwgezet aansluit bij de eigen tijd? Filosoof Roland van Vliet heeft daar een eminente bijdrage aan geleverd door een derde standpunt te ontwikkelen dat de autonomie van de vrijheid weet te verbinden met de soevereiniteit van de liefde.’ Op 10 februari gaat Filosofie & Spiritualiteit (Universiteit Leiden) over het leven en werk van Roland van Vliet, de schrijver van o.a. Filosofie van het Ik (2015).

Van Vliet bepleit een levenshouding waarin, wat hij noemt, ongedeelde aandacht centraal staat. Hij analyseert dit zo poëtisch, dat hij een uitdrukking kan introduceren als: mededogen van het volledige horen. Gerard Visser zal in zijn lezing de belangrijkste gedachtegangen resumeren.’ (Rico Sneller)

Stand-up filosoof en auteur Roland van Vliet baseerde zijn ideeën over ethische communicatie op de filosofie van Emmanuel Levinas: je moet altijd de oneindigheid in de ander erkennen, leerde Levinas; ongedeelde aandacht, daar gaat het om. Bij leven – hij stierf in 2015 – schreef hij een korte samenvatting van het filosofisch onderzoek naar het Ik van de mens of de Filosofie van het Ik.

Het Ik dat je door zelfwaarneming in het bewustzijn kunt vinden en dat ieder moment kan denken, voelen, willen en waarnemen: ‘ik denk deze gedachte’, ‘ik voel deze emotie’, ‘ik wil dit bewerkstelligen’ en ‘ik neem dit ding waar’, noem ik het filosofische Ik.’ (Roland van Vliet)

Met het Filosofische Ik – dat Aristoteles de Onbewogen Beweger noemt: die niet door iets ander bepaald hoeft te zijn dan door zichzelf – is verbonden het denken over het denken, waardoor je een gedachte in een emotie of de wijze waarop je denkt op waarheid kunt onderzoeken of zelfreflectie. Het Filosofische Ik is het scheppende en zich vernieuwende Ik.’ (Van Vliet)

Gerard Visser, tot 2015 hoofddocent cultuurfilosofie aan de Universiteit Leiden, vertelt over liefde en vrijheid, over de belangrijkste gedachtegangen in het boek Filosofie van het Ik. Frank Mandersloot, beeldend kunstenaar en docent aan de Rietveld Academie, vertelt over zijn vriendschap met Roland, over wat zij wederzijds voor elkaar betekenden. Bianca Hiemcke Schriek, schrijver, programmamaker en coach en Hein van Dongen, filosoof en docent aan diverse onderwijsinstellingen, verhalen over wat Roland voor hen betekenden, met zijn verhalen over ongedeelde aandacht en zijn missie: het staan voor onverdeelde aandacht.

Al heel vroeg leerde ik de ongedeelde aandacht kennen. Dat was mijn eigen ontdekkingstocht, niemand wees me erop. Ik kwam uit een gezin van zes kinderen, er waren veel spanningen thuis. We woonden in de buurt van Eindhoven, er is daar veel natuur. Ik ontvluchtte de spanningen door in het bos te lopen. Dat doe ik nu trouwens ook, lopen in het bos, terwijl u met me belt. Heel mooi. Ik zie overal herfstbladeren…’ (Roland van Vliet)

Lastig, die ongedeelde aandacht.
‘Inderdaad! Nu goed, ik liep dus veel door het bos en merkte dat ik de natuur helemaal niet echt zag of voelde, omdat ik de hele tijd met mijn gedachten ergens anders was. Ik ging mij erin oefenen niet na te denken als ik dat niet wilde.’ (RvV)

En dat lukte?
‘Steeds beter, ja. Een aandachtskracht werd in mij wakker. Ik ervoer verbondenheid met alles. Als er niets is tussen jou en de zon, tussen jou en de bomen, dan dringt de mysterieuze schoonheid van de wereld pas echt tot je door. Op een keer, ik moet 18 zijn geweest, fietste ik ’s ochtends vroeg door het bos. Toen werd ik vervuld van een onmetelijke liefde.’ (RvV)

Zie:

* Filosofie van het ik: leven en werk van Roland van Vliet (Universiteit Leiden)

* ‘Je innerlijke ik vind je al na tien minuten’ (Trouw)

Foto: Chastellux sur Cure, France (PD)

Filosofie en Spiritualiteit | Vrijdag 10 februari 2017 | Lipsiusgebouw, Cleveringaplaats 1, Leiden (zaal 011) | Tijd: 13.30 – 17.30 uur | Toegang gratis

‘Spiritualiteit taboe in academische kringen’

heavensgates-229

Volgens prof. Hans Gerding gaat het bij spiritualiteit en mystiek in de eerste plaats om ervaringen en die ervaringen maken deel uit van een heel spectrum van verschillende soorten buitengewone ervaringen. En die kunnen meer zijn dan wanen, verkeerd geïnterpreteerde zintuiglijke indrukken of hersenprocessen. Gerding spreekt vrijdag 9 december 2016 op de Universiteit Leiden over empirische metafysica, tijdens een symposium ter gelegenheid van 15 jaar Filosofie & Spiritualiteit.

Wie grensoverschrijdende ervaringen opvat als empirische metafysica, verplicht zich aannemelijk te maken dat die ervaringen (soms) meer kunnen zijn dan wanen, verkeerd geïnterpreteerde zintuiglijke indrukken of (zieke) hersenprocessen. Als vervolgens empirische metafysica verbonden kan worden met zingeving, kan de filosofie daar verdieping zoeken en zal de psychologie de implicaties ervan moeten nagaan in onderzoek, theorievorming en therapie.’ (Universiteit Leiden)

Gerding stelt – in zijn rede Filosofische bespiegelingen rond spiritualiteit – dat wie op zoek gaat naar beschouwingen over dit onderwerp rijkelijk beloond wordt. Hij komt dan onder meer uit bij Plato over een bijna-doodervaring; visioenen van Plotinus; Immanuel Kant over de buitengewone ervaringen van mysticus Swedenborg. Maar ook bij Schopenhauer en zijn empirisch bewijs voor zijn metafysica; de mystiek van Henri Bergson, en bij grensoverschrijdende buitengewone ervaringen die voor Otto Duintjer onderwerp zijn van diepgaande filosofische reflectie.

Mensen rapporteren ervaringen waarin heel verschillende grenzen overschreden worden. Het kan bijvoorbeeld gaan om de grens van leven en dood, de grenzen van ruimte en tijd, of om grenzen rond het vertrouwde besef van identiteit. In deze grensoverschrijdingen, waarvoor ik ook het woord ‘transcendentie’ gebruik, zijn aspecten van spiritualiteit of mystieke verbinding te ontdekken.’ (Gerding)

Prof. dr. Hans Gerding, die in 2013 afscheid nam als bijzonder hoogleraar Metafysica in de Geest van de Theosofie aan de Universiteit Leiden, stelt dat al die buitengewone ervaringen voor filosofen niet zomaar een interessant gegeven zijn om hun denken aan te scherpen, maar dat in deze ervaringen inzichten naar voren kunnen komen die door denken alleen niet kunnen worden bereikt. Hij verwijst naar Schopenhauer, die dit zegt:

‘…die intrede in het rijk van de vrijheid (kan) niet bewust worden afgedwongen; zij komt (…) plotseling, als van buitenaf, aanwaaien. … Als gevolg van die genadestaat ondergaat het hele wezen van de mens een fundamentele verandering en ommekeer: hij wil niets meer van al datgene wat hij tot dusverre zo fel begeerde, en een nieuw mens neemt als het ware de plaats in van de oude … in plaats van het rusteloze dringen en drijven … zien we dan die vrede verschijnen die verhevener is dan alle rede, die volslagen luwte van het gemoed, die diepe rust, dat onwankelbare vertrouwen en die intense blijmoedigheid…’ (Schopenhauer)

Gerding stelt dat wat Schopenhauer hier schrijft, duidelijk niet bedacht is, maar beleefd. Hij heeft die ‘…verheven vrede, vrijheid, en luwte van het gemoed…’ ervaren en heeft geprobeerd om die ervaring achteraf in woorden filosofisch te duiden.

1152721905-arthur-schopenhauer-quote-everyone-takes-the-limits-of-his-own-vision

Mystici rapporteren, zo zegt Geldring, een onbelemmerd contact met ‘heel het zijn’, en ervaren dit als ‘genade’ en ‘bevrijding’ van begrensdheid. Grensoverschrijdende ervaringen worden volgens Gerdien in de samenleving massaal gerapporteerd, en zijn alleen maar uitzonderlijk tegen de achtergrond van een ‘denkklimaat’ dat niet in staat is recht te doen aan het grensoverschrijdende karakter van deze ervaringen.

In de mystieke beleving, zo leren we van de fenomenologie van deze ervaringen, treden er processen en functies van ons systeem in werking die buiten onze rationele controle liggen. Overgave en meegeven aan wat zich voltrekt is wat er dan van je gevraagd wordt.’ (G)

Kant formuleerde een toetsingscriterium om de ervaringen zoals Schopenhauer die beleefde, te toetsen. Gerding beschrijft als voorbeeld uitgebreid het verhaal van de inktpot van Schopenhauer, en stelt dat waar het hem om gaat dat deze ervaringen, ook los van de filosofie van Schopenhauer of welke filosofische of spirituele context dan ook, gezien kunnen worden als aanwijzingen voor transcendentie, het overschrijden van grenzen. Gerding werkte dit in zijn rede verder uit. Om met enige spijt ook te constateren dat wie over spiritualiteit begint, gemakkelijk tegen een taboe aanloopt dat vergelijkbaar is met het taboe op seks in de Victoriaanse tijd.

Dit taboe op spiritualiteit, zo bleek onlangs nog uit een enquête, leeft vooral in academische kringen die zich daarmee niet alleen isoleren van de rest van de bevolking maar ook, zo blijkt uit hedendaags historiografisch onderzoek, van hun eigen geschiedenis.’ (G)

De rede werd  door Gerding uitgesproken ter gelegenheid van zijn afscheid als bijzonder hoogleraar Metafysica in de Geest van de Theosofie aan de Universiteit Leiden op vrijdag 1 februari 2013. Opmerkelijk en uitermate boeiend.

Zie voor de complete rede: Filosofische bespiegelingen rond spiritualiteit

Beeld: Bestaan hemel en hel? Voor religieuze mensen vormt de onzichtbare, metafysische wereld een krachtige inspiratiebron waardoor ze soms ver boven hun beperkte zelf uit kunnen stijgen. (picturesofheaven.net)

Het mini-symposium vindt plaats op vrijdag 9 december in het Lipsiusgebouw, Cleveringaplaats 1, Leiden (zaal: 011) | Aanvang: 13.00 uur | Toegang: gratis + feestelijke borrel na afloop in De Grote Beer | Andere sprekers: theoloog Barbara Swaan over Simone Weil en vriendschap | antropoloog Rico Sneller over Tussen extase en hysterie. Ludwig Klages en de filosofie | filosoof Angela Roothaan over De hermeneutiek van Bomen in een Afrikaanse context | filosoof Gerard Visser over De Moeder de vrouw.

UPDATE 11-12-2016: Bijlage Studium Generale Maastricht 1 december 2016