Toch die blijvende zoektocht naar God

Oppergod Zeus krijgt zojuist de cijfers van statistiekenbureau CBS onder ogen. Ook zijn tempel Olympieion trekt minder gelovigen. Tegen Hera klaagt hij: ‘De zaak der goden staat er uiterst kritiek voor en het wordt op het scherp van de snede uitgevochten of wij in de toekomst nog eer behoren te ontvangen en de eregaven behouden die wij op aarde genieten, of dat wij volledig buiten spel behoren te staan, ja zelfs helemaal niet meer in het spel voorkomen.’

‘Toch lijkt het raadzaam zich in te voegen in een groter geheel, in een kerk,
wil men niet navelstarend door het leven gaan.’
(Daniël De Waele)

Daniël De Waele gaat (zonder mijn CBS-fantasie) ver terug in de (ideeën)geschiedenis en kijkt ook naar de toekomst in Godenschemering – De geschiedenis van ons geloof in God. In dit boek dat in februari 2023 uitkomt, bezint hij zich op ‘de spannende vraag hoe de gelovige tot God kan naderen, hoe hij de gans Andere kan ontmoeten’.

Godenschemering van Daniël De Waele is een theologische cultuurgeschiedenis die de evolutie van het geloof in God uitdiept in de loop der tijd. Israël ontdekte in een polytheïstische wereld de Ene God, die door de tijd heen steeds humaner werd en dichterbij kwam. Hoe is het geloof na die grote stap geëvolueerd? Hoe past het verdampen van het geloof, dat uiteindelijk eindigde in de dood van God, in deze evolutie? En welke rol heeft het bestormen van de godenbeelden gespeeld? De Waele ontwaart naast deze geloofsevolutie een andere geschiedenis: een blijvende zoektocht naar de ene God.’
(Kokboekencentrum)

Steeds minder Nederlanders rekenen zich tot een religie of levensbeschouwing blijkt uit cijfers van CBS. Ik zie dat sommige media hieruit de verkeerde conclusie trekken dat het percentage gelovigen in Nederland verder is gedaald. Wel zijn er gelovigen die het instituut kerk minder bezoeken. God is echter overal en de manier om Hem te ervaren is niet echt meer in de kerk. Die gebouwen verdwijnen dan ook in rap tempo, de gelovigen niet.

W
aarom zouden mensen plots, of langzaamaan, het geloof in de goden opgeven, vraagt De Waele zich desondanks af. Alsof ook hij het aantal gelovigen alleen maar afleest uit kerkbezoek. Hoe kan het, dat wat mensen eeuwen en eeuwenlang als vanzelfsprekend hebben aangenomen, dat uiteindelijk toch gaan betwijfelen, is desalniettemin zijn onderzoeksvraag. 

Volgens William James, Amerikaans filosoof en psycholoog, moet het ontstaan van geloof in goden altijd van psychologische aard zijn geweest. Mensen ervoeren dat de goden leiding gaven, dat zij beschermden tegen boze machten, dat zij voor vruchtbare akkers zorgden, dat zij, kortom, in het algemeen zeer nuttig waren. Als dat in later tijd veranderde, als de goden gebeden niet verhoorden of zij niet langer beantwoordden aan ondertussen gewijzigde menselijke verwachtingen, zeden of idealen, geraakten die goden in onbruik.’

De auteur zegt dat zijn boek over de belangrijke ontwikkelingen verhaalt die zich in het godsgeloof hebben voorgedaan op de lange weg doorheen de geschiedenis waarin de mens met zijn God wandelde.

Het zijn vaak ingrijpende zaken, soms zijn het dramatische omwentelingen, die zonder dat we het beseffen, ons denken en geloven (als dat er nog is) hebben vormgegeven.’

Ook over de teloorgang van het heiligdom verhaalt dit boek, van wat millennia lang de ontmoetingsplaats is geweest tussen hemel en aarde. De auteur onderzoekt eveneens welke gebeurtenissen in de geschiedenis van Israël aanleiding hebben gegeven zich te beperken tot aanbidding van Jahwe alleen, en hoe Israël op de gedachte gekomen is dat er welbeschouwd toch maar één God bestaat. Een ander hoofdstuk vertelt over geweld en doodslag die door God worden bevolen:

Het feit echter dat de gelovige dit als probleem ervaart is opmerkelijk; het houdt een expliciete kritiek in op de Schrift, die toch juist voor de gelovige gezaghebbend is.’

Alles wat ons overkomt, wordt ons uit de liefderijke hand van God geschonken: zegen en straf, leven en dood, zegt de auteur. Het alternatief is een volstrekte willekeur in de gebeurtenissen van deze wereld:

Maar dat dingen zomaar, willekeurig gebeuren, dat wat je overkomt geen enkele betekenis heeft, wie kan dat verdragen?’

Drie hoofdstukken gaan specifiek over transformaties in het geloof van christenen. Ook beschrijft de auteur de Drie-eenheidsleer:

Dat is tegenwoordig geen erg populair gespreksonderwerp, maar dat is ooit anders geweest. In de 3e en 4e eeuw stortte menigeen zich in vurige controverses over hoe God precies in elkaar zat.’


Daniël De Waele

Vervolgens gaat Godenschemering in op hoe zich met name in Europa een evolutie heeft voltrokken van geloof naar ongeloof; hoe de evolutietheorieën van de Grieken en die van Darwin eruit zagen; en als God er niet meer was, wat is dan de betekenis geweest van religie in al die eeuwen die voorbij zijn gegaan; over de onvrede met het verdwijnen van God en de hunkering naar het geestelijke, naar mystiek; over mystiek buiten de kerk; over ‘onze eigen tijden’ en de hedendaagse gelovige:

Kort samengevat komt het erop neer dat die zelf wel zal uitmaken wat hij gelooft en hoe hij gelooft. Toch lijkt het raadzaam zich in te voegen in een groter geheel, in een kerk, wil men niet navelstarend door het leven gaan.
Tenslotte bezinnen we ons over de spannende vraag hoe de gelovige tot God kan naderen, hoe hij de gans Andere kan ontmoeten. Terwijl de vorige hoofdstukken vooral beschrijvend en informatief zijn, geef ik in dit laatste hoofdstuk ook mijn eigen, persoonlijke visie weer. Als gelovige.’

Bron: Godenschemering – De geschiedenis van ons geloof in God (danieldewaele.com)

Godenschemering – De geschiedenis van ons geloof in God | Daniël De Waele | KokBoekencentrum | Verschijnt 9-2-2023 | 352 pagina’s | € 27,99 | E-book: € 14,99 | Dr. Daniël De Waele is leraar Protestantse Godsdienst en docent Nieuwe Testament aan het Hoger Instituut voor Protestantse Godsdienstwetenschappen (HIPGO) te Brussel. Daarnaast is hij lid van de Leerplancommissie voor Protestants Godsdienstonderwijs in Vlaanderen.

Beeld: Het beeld van Zeus (5e eeuw v.Chr.) stelde de Griekse oppergod voor, tronend op de berg Olympus. Het beeld stond in de Dorische tempel van Olympia, waar de oorspronkelijke Olympische Spelen werden gehouden ter ere van deze god. (wereldwonderen.com)

Beeld Daniël De Waele: Berne Media

‘Prik je levensbeschouwelijke bubble door’

bubblesnewscientist

‘Het leven in een bubble is dodelijk saai. Bubbles zijn de dood in de levensbeschouwelijke pot. Waren de zuilen te nadrukkelijk aanwezig, de levensbeschouwelijke bubbles zijn al even nadrukkelijk afwezig. Als iedereen zich terugtrekt in de eigen comfort zone, zijn er minder gedeelde waarden waarop men zich kan beroepen als samenleven moeilijk wordt.’ Aldus antropoloog André Droogers in het Boeddhistisch Dagblad.

Boeddhabeelden bij de Blokker.’

Volgens Droogers moet je uit je bubble komen en je angst overwinnen voor verschillen.

Check eens of je eigen waarden de vergelijking met die van anderen kunnen doorstaan. Informeer je over standpunten die je tot nu toe negeerde. Probeer te ontdekken hoe en waarom mensen tot die opinies gekomen zijn. Prik desnoods je eigen bubble en die van anderen door.’

Droogers zegt dat de meeste Nederlanders hun levensbeschouwing beleven op geheel eigen wijze, buiten kerken, synagogen, moskeeën of tempels om. Ze verblijven in hun zelfgekozen bubble. Daar zijn miljoenen versies van.

De inhoud verandert met wat mensen overkomt en met het media-aanbod. Bubbles zijn commercieel interessant geworden.’

Voor de zinzoeker voelt de eigen bubble veilig aan, is de gedachte van de antropoloog, en staat de bubble voor een vorm van leven en laten leven.

Tolerantie troef. Wie niet als gelijkgezinde wordt herkend, krijgt doorgaans geen aandacht. Bekeren heeft een negatieve klank gekregen. Het eigen gelijk blijft intact, meestal zonder al te veel confrontatie met andere perspectieven.’

Droogers adviseert conflictzones te zoeken om je waarden te testen en de ruis te horen op de lijn.

Ontdek tot je verrassing welke waarden ondanks alles gedeeld worden. Omhelzen is niet verplicht, vriendelijk afwijzen kan ook. Maar ga op marktonderzoek. Kijk of je van gedachten kunt veranderen.’

Je gedachten kunnen dan in beweging komen en je komt wellicht in een weemoedig stemmende ervaring, na al die saaiheid. Misschien verlies je zelfs gedachten die eerder helemaal bij jou hoorden. Volgens filosofe Joke J. Hermsen kan je dit proberen om te buigen tot hoop, tot reflectie of kennis, tot creativiteit of dagdromen, tot macht of verstrooiing, tot liefdes of idealen, ook al zal de melancholie je soms, als het tij tegenzit, nog zo tot wanhoop drijven.

Waar zit precies het kantelpunt waarop de mens net nog over voldoende moed, daadkracht en hoop beschikt om het tij te doen keren en over het verlies heen te stappen, of zich in ieder geval daarvan weet los te maken, om vervolgens een nieuwe verhouding tot de wereld en zichzelf te zoeken?’ (Hermsen)

Een hulp hierbij kan wellicht het essay van de Maand van de Filosofie zijn, het boek Melancholie van de onrust, van Joke J. Hermsen. In dit essay wil zij de melancholie van de onrust en de angst onderscheiden van de weemoed die juist tot reflectie, mededogen en creativiteit kan leiden.

Wat is er voor nodig om tot die creatieve herschikking ten opzichte van het verlies te komen, waarin de mens zich immers al sinds zijn kindertijd heeft bekwaamd? Wanneer laat hem het menselijk al te menselijke vermogen de weemoed te omarmen als de motor van zijn creativiteit, van zijn vermogen om tegen de klippen op te blijven denken en scheppen, in de steek? Wat is er voor deze veerkracht van het denken nodig, die ons nu, zo lijkt het althans, steeds vaker ontbreekt?’ (Hermsen)

Zie:

Doodsaaie bubbles
* Essay Maand van de Filosofie (April 2017)

Beeld: newscientist.com

Verdwijnt op school het vak religie?

schoolklasfoto123rf
Volgens Manuela Kalsky verdwijnt het vak religie als vak op school. Maar klopt dat wel? Zij verwijst naar de Schnabel-adviescommissie PlatformOnderwijs2032, die aan staatssecretaris Dekker van onderwijs een voorstel overhandigde over het toekomstig onderwijs in Nederland, waarin volgens Kalsky religie als vak op school niet voorkomt.

Kalsky vraagt zich hierbij af hoe blind de adviescommissie is. Afgelopen zondag schreef zij hierover op NieuwWij een blog, die de lezing weergeeft die zij eerder uitsprak in De Nieuwe Liefde in Amsterdam tijdens een bijeenkomst over Het seculiere experiment, een nieuw boek van sociaal- psycholoog Hans Boutellier.

‘Gezien de wereldwijde situatie voeden wij op deze manier wereldvreemde kinderen op. Hoe denk je in een geglobaliseerde wereld te kunnen functioneren, een post op buitenlandse zaken te bekleden, zonder iets af te weten van de religie in dat land?’ (Kalsky)

Bijzonder hoogleraar op de Edward Schillebeeckx leerstoel aan de VU, Kalsky, stelt dat het seculiere experiment heeft gefaald als er in het toekomstig onderwijs geen aandacht is voor religie en levensbeschouwing.

Dan heeft het namelijk datgene gedaan, wat het de godsdienst heeft verweten: het creëert een systeem dat de eigen visie verabsoluteert en aan de rest van de samenleving oplegt. In plaats van recht te doen aan de verscheidenheid tussen mensen, schept het een nieuw groot verhaal, een eenheidsconcept, waaraan iedereen zich zou moeten onderwerpen: de seculiere samenleving waarin geen ruimte is voor verschil in levensovertuiging, in ieder geval geen ruimte voor religie.’ (Kalsky)

De commissie stelt in zijn advies dat in een samenleving met een overweldigend informatieaanbod en steeds minder traditioneel houvast, bijvoorbeeld in de vorm van een godsdienst, mensen voor de waarden waarop ze zich baseren steeds meer op zichzelf en elkaar aangewezen zijn.

Maar geen ruimte voor religie? Dat zou nog best nog eens mee kunnen vallen, want de adviescommissie stelt voor om persoonlijke ontwikkeling in het hele onderwijsaanbod van de school gestalte te geven. Volgens de commissie kan dat vorm krijgen door vakken als filosofie, kunst, cultuur en levensbeschouwing.

Tegelijk is sprake van individualisering: burgers ontlenen hun identiteit steeds minder aan hun godsdienst. Op welke waarden baseren ze hun doen en denken? Het onderwijs van de toekomst besteedt niet alleen aandacht aan de waarden van de Nederlandse samenleving en het voortbestaan van de rechtsstaat. Het brengt leerlingen ook sociale vaardigheden bij, evenals kennis van en begrip voor andere culturen. In het toekomstige onderwijs ligt de nadruk meer dan nu op leren deelnemen aan de democratische samenleving en respect voor elkaar hebben.’ (Platform onderwijs 2032)

Zo ondervangt de commissie ruimschoots de angst van Kalsky dat het vak religie in de toekomst van school verdwijnt. Er komt genoeg voor terug. Vakken als levensbeschouwing, filosofie en cultuur zullen de plaats in nemen van het vak religie. Meer nog, religies zullen minstens terug te vinden zijn in het vak levensbeschouwing.

Paul Schnabel, de voorzitter van het platform, benadrukte afgelopen januari al op de Nationale Onderwijs Tentoonstelling (NOT) dat het zeker niet alleen gaat om de cognitieve vakken, maar ook om burgerschap en persoonlijkheidsvorming; met daarbij aandacht voor waarden en ‘het hogere’. Bij dit laatste noemde Schnabel ook aandacht voor godsdienst.

N.B. Een recensie van Het seculiere experiment, door Enis Odaci, redacteur van NieuwWij, is hier te vinden.

Zie: Ik ben een seculiere theoloog (Manuela Kalsky)

Foto: 123rf

Geen schoonheid en troost in atheïstisch wereldbeeld Waldo Swijnenburg

parallel-universes

Dat toonaangevende atheïsten vaak een negatief mens- en wereldbeeld verkondigen is een van de redenen dat het atheïsme wereldwijd zo weinig populair is. Zo vervangen zij een zinvol leven door een doelloos bestaan en zetten de mens neer als een ‘omhooggevallen aap’ in plaats van een ‘gevallen engel’. Aldus de achterflap van het boek De schoonheid en de troost van een wereldbeeld zonder God. Toch kan volgens schrijver Waldo Swijnenburg een werkelijkheid zonder God wel degelijk mooi, menselijk en zelfs magisch zijn.

Filosoof Jan-Auke Riemersma leest zijn boek en vindt dat filosoof, socioloog en psycholoog Swijnenburg de mens echter niet veel te bieden heeft als het om levensbeschouwelijk goed gaat en maakt hij de titel van zijn boek niet waar.

De onsterfelijkheid wordt bij hem betaald met een enorme vermenigvuldiging van het leed en de term ‘rechtvaardigheid’ komt in zijn woordenboek niet voor. Het werk van Swijnenburg valt tegen, althans voor iemand die enige levensbeschouwelijke diepgang verwacht. De woorden ‘troost’ en ‘schoonheid’ zijn eigenlijk niet van toepassing op zijn levensbeschouwelijke visie.’

Swijnenburg

Riemersma vindt de toon van Swijnenburg wel verfrissend, hij heeft ook niet dat neerbuigende toontje waarmee de nieuwe atheïsten zich vaak bedienen. Maar een ‘knock-out’ argument tegen het geloof in God bestaat niet volgens Riemersma.

Swijnenburgs afhandeling van de vraag waarom God het kwaad toelaat komt echter aardig dicht in de buurt van een knock-out argument. Met zijn argumenten dwingt hij de theïst op de knieën. Het probleem van het kwaad blijft de achilleshiel van het theïsme en Swijnenburg maakt optimaal gebruik van deze zwakte.’

Het fine-tuningargument komt ook ter sprake. Swijnenburg vindt dat het sterkste argument voor het theïsme en beschrijft de argumenten van voor- en tegenstanders. Riemersma noemt dit, en zijn behandeling van het kwaad, een van de beste delen van De schoonheid en de troost van een wereldbeeld zonder God. De atheïst blijkt de beste papieren te hebben voor dit argument.

quantum_cartoon

Uiteindelijk komt hij tot de conclusie dat de atheïst de beste papieren heeft daar die zich geruggensteund weet door het zogenaamde multiversum: wie uit een zeer groot kledingmagazijn kan kiezen, zo citeert Swijnenburg de astronoom Martin Rees, zal altijd wel een pak vinden dat hem als gegoten zit. Tussen de vele universa vinden we er altijd wel een die geschikt is voor leven. We hebben daarom geen God nodig die de werkelijkheid zo inricht dat er op termijn leven zal ontstaan.’

waldoswijnenburgVolgens Waldo Swijnenburg (foto: uitgeverij Balans) sterven we misschien alleen maar in dit universum, maar gaan we door in andere. Volgens hem bestaan er mogelijk oneindig veel versies van onszelf, waarbij de geschiedenis net een andere wending heeft aangenomen. Riemersma vindt dit geen troostrijke gedachte en vindt het jammer dat de schrijver dit probleem niet oplost en uitwerkt.

Hij verstrekt ons een technische oplossing voor het probleem van de sterfelijkheid, maar bekommert zich niet om het levensbeschouwelijke probleem van het ‘lijden’ dat inherent is aan de vele werelden-theorie. Voor iemand die zegt ons een volwaardige levensbeschouwing te kunnen verschaffen is dit niet voldoende. Het laat zich gemakkelijk raden dat het menselijk lijden, als we dat met vele werelden vermeerderen, eenvoudigweg moet worden afgewezen.’

Zelf vindt Riemersma dat wie het bestaan van vele werelden verdedigt, er rekening mee moet houden dat het bestaan van God wellicht ook mogelijk is…

Zie: Swijnenburg, een wereldbeeld zonder god

De schoonheid en de troost van een wereldbeeld | Waldo Swijnenburg Paperback | 290 blz. | Uitgeverij  Balans | 2014 | EAN: 9789460039065 

Illustr: achterdesamenleving.nl
QuantumCartoon: space.mit.edu
UPDATE: 10.34 uur