Zin geven aan een bestaan dat anders leeg is

Psychische klachten worden snel medisch bekeken, terwijl mensen het nodig hebben te worden ‘bevestigd en gevoed in hun ziel’. Aldus Arjan Broers. Meer en meer begeeft de theoloog, schrijver, coach en trainer zich op het pad van religie en zingeving. Voortdurend zoekt hij daarbij de samenwerking met cabaretiers en theatermakers om de oude verhalen uit de christelijke traditie opnieuw relevant te maken. ‘Als je zelf zin moet geven aan een bestaan dat anders leeg is – die taak is veel te zwaar!’

‘Een onwijze tijd is het. Zelden was er zo’n nood aan wijsheid’
(Arjan Broers)

Begin mei 2023 verscheen zijn boek, De beste helft (van je leven); volgens Arjan Broers de neerslag van wat hij zelf ontdekte sinds zijn burn-out in 2015.

Wat wil je later worden?” Die vraag krijg je vaak als kind. Maar er komt een moment dat je iets of iemand bent geworden. En dan móet je nog een poos. Over die levensfase gaat mijn boek. Hoe kun je niet alleen ouder worden, maar ook wijzer?’
(Arjan Broers in NRC)

Vroeger of later lopen mensen tegen de grenzen op van wat ze zijn geworden, aldus De beste helft, met als ondertitel: Kunnen we behalve alsmaar ouder ook wat wijzer worden?

Burn-out, een relatiecrisis, de dood van een geliefd mens of een opkomend gevoel van verveling. Is dit alles? Dan begint de tweede helft van je leven. De beste helft, noemt Arjan Broers het, ‘of in ieder geval de helft waar het echt om gaat’.
(debestehelft.nl)

De tweede helft van het leven is, behalve soms de ervaring van wat ongemak, ook het moment waarop de wijsheid ons lichtheid en verlichting kan geven, zegt de uitgever.

De laatste jaren wordt steeds duidelijker dat de manier waarop we met onze samenleving en onze aarde omgaan nogal onwijs is. Er is in deze tijd daarom een andere ontwikkeling nodig: het is tijd om geestelijk te groeien en volwassener te worden. We zouden van een kenniseconomie een wijsheidscultuur moeten worden.

Dat betekent dat we niet alleen gespitst zijn op wat we worden en doen, maar ook op wie we zijn en wat we betekenen. Dat is een taak voor ieder van ons en ook voor ons samen, want we kunnen het alleen als we elkaar helpen en ondersteunen’.
(Arjan Broers)

Op de vraag van journalist Karel Smouter (NRC) hoe we als samenleving dichter in de buurt kunnen komen van een ‘wijsheidscultuur’, is het antwoord van Broers onder meer dat ‘ik niet zou wachten met oefenen in wijsheid tot je oud bent’.

Ik zou het mooi vinden als mensen opnieuw kringen leren vormen, van mensen die met elkaar de paradoxen van het leven verkennen. Of denk aan ouderen en jongeren, die ervoor kiezen samen met elkaar op te lopen. Niet als mentor, maar als mensen die elkáár iets te leren hebben. En ik zie veel waarde in rituelen, om belangrijke momenten in het leven te markeren.’
(NRC)

Bronnen:
* NRC 18 mei (digitaal) en 19 mei (krant) 2023
Interview – ‘Zelf zin geven aan je bestaan? Die taak is veel te zwaar’, weet pastor Arjan Broers – (Ook te beluisteren via NRC digitaal)
* De beste helft (debestehelft.nl)
* Uitgeverij Zilt (uitgeverijzilt.nl) – ‘In zijn boek neemt Arjan Broers ons mee op ontdekkingstocht naar wat die ‘beste helft’ ons te brengen heeft.’

Beeld: Filosofiepraktijk de Redenarij

Hoe een klein beestje groot kan denken

Ieder beestje op planeet aarde – van heel erg klein tot heel erg groot, heeft het instinct – of het bewustzijn – meegekregen dat als het iets groter is gegroeid, een belangrijke taak krijgt om planeet Aarde gezond te houden. Dat kunnen ze niet alleen, dat kunnen ze alleen met z’n allen. Want als er beestjes of beesten uitsterven, dan kan de natuur het moeilijk krijgen.

Het licht-filosofisch getinte boekje Beestje klein, wil iets zijn laat aan kleine mensjes, met een verhaaltje in een kleurrijk prentenboekje, zien hoe kleine beestjes de natuur al kunnen helpen.

‘Heb jij weleens een vraag? Weet jij wel hoe je heet? Het beestje in dit verhaal weet het niet.
En hij heeft nog veel meer vragen.’

(Uit: Beestje klein, wil iets zijn)

Er is een beestje, een klein beestje dat iets wil zijn. Het voelt: ik beteken iets, ik kan iets doen. Eerst wil het weten: wie ben ik? Dan kan ik ook iets zijn. Hoe heet ik? Nog meer vragen heeft dat beestje en hij onderneemt dan ook een dappere zoektocht naar antwoorden.

‘Onder een steen wordt hij geboren
Kruipt als laatste uit het ei
Beweegt zijn pootjes , hoofd en lijf
Alles is nieuw en nog wat stijf’
(Uit: Beestje klein, wil iets zijn)

Gelukkig merkte iemand dat ondernemende beestje op, zodat we zijn zoektocht kunnen volgen. Auteur Margaret van Mierlo schreef het op. Zo bijzonder vindt zij het dat een klein beestje op zoek gaat naar de zin van het leven en daarbij ontdekt hoe belangrijk – en ook fijn – de natuur is.

Het is een verhaaltje voor peuters en kleuters. Die kleine mensjes staan van nature al open voor alles om zich heen. Zij willen ontdekken, aanraken, proeven, voelen, ruiken, en stellen vanaf het moment dat ze kunnen praten, vragen zoals: ‘Waarom?’ – Dit boekje is een lieve handreiking.

Het idee ontstond op een wandeling in coronatijd toen ik een kevertje op zijn rug op het zandpad zag liggen. Hulpeloos, in paniek, met spartelende pootjes en helemaal alleen. Terwijl ik het kevertje weer op zijn pootjes zette, kreeg ik een idee voor een verhaaltje. Een zoektocht van een eenzaam kevertje naar de zin van het bestaan. Iets waar ikzelf ook mee bezig was.’
(Margaret van Mierlo)


Bron:
Beestje klein, wil iets zijn | Margaret van Mierlo | Illustraties: Janneke van Nunen-Vos | Uitgeverij boekꞏscout – Soest | Maart 2023 | ISBN: 978-94-646-8502-2 | € 15,95 – inclusief verzendkosten: ook via Bruna

‘Het verhaaltje kwam er, maar had illustraties nodig. Tijdens een gesprek met een oud-collega en vriendin Janneke van Nunen-Vos, herinnerde ik me dat zij heel leuk kon tekenen. Van het een kwam het ander en het mooie resultaat zie je in ons boekje. Beestje klein, wil iets zijn is ons eerste duo-project. Het boorde bij allebei nieuwe vormen van creativiteit aan. De samenwerking bevalt zo goed dat we al met een volgend boekje bezig zijn. (Margaret van Mierlo)

UPDATE 04 -5-23

‘Ik wil geen dekentjes over mijn geest’


Maarten van Buuren

Psychiaters zien psychische afwijkingen als lichamelijke ziektes die je met medicijnen kunt verhelpen. Voor een deel klopt dat, dus voor een deel is het een zegen, zegt schrijver Maarten van Buuren. Het nadeel vindt hij, dat er nu al te makkelijk wordt gedacht: ‘Ha, dat is depressie, daar hebben we een pil voor’. Het probleem wordt weggemedicaliseerd, vervolgt hij. Ben je onrustig of angstig? Daar hebben we een middeltje voor. Angstremmers. En inderdaad, mensen zitten weer rustig in hun stoel. Het is heerlijk om van je angsten verlost te zijn. Maar je maakt ook het probleem onzichtbaar waarvan die angst het signaal was.

In het artikel Een psychische afwijking is het gevolg van eigen keuzes in Filosofie Magazine interviewt filosofiedocent Lianne Tijhaar (o.a. Hogeschool voor Toegepaste Filosofie Utrecht & Hogeschool Utrecht) Van Buuren over zijn depressies. Dit naar aanleiding van zijn nieuwe boek De gek als medemens. Hoe we onszelf in de waanzin leren kennen.

Het gaat nadrukkelijk niet over eigen schuld. Net als ieder ander, zegt Van Buuren, heeft ‘de depressieveling’ een patroon opgebouwd om zich te kunnen weren in het leven en niet overspoeld te worden door alle gevaren die hen omringen.

Dat hebben ze weliswaar op een manier gedaan waardoor ze nu in grote moeilijkheden terecht zijn gekomen, maar niet op een wezenlijk andere manier dan jij of ik.’


Ludwig Binswanger

Van Buuren schreef al eerder over zijn depressie in Kikker gaat fietsen (2008). In De gek als medemens brengt hij filosofische verdieping aan, na het lezen van het werk van de Zwitserse psychiater Ludwig Binswanger. Binswanger ontwikkelde in de jaren vijftig een nieuwe benadering van de psychiatrie, gebaseerd op de existentialistische filosofie.

Je valt in een depressieput. Een ervaring van vernietiging. Je kunt niet meer bestaan. Je belandt in een zijn-storing. Dat is moeilijk uit te leggen, want de mensen zien je gewoon lopen. Dat was het grote misverstand. Ik ben een sportman. Lichamelijk was ik zo gezond als een vis. Mensen keken naar mij en zeiden: niks mis met jou, je moet gewoon in de poten komen. Terwijl ik op dat moment niet meer bestond. Ik was gewoon niet meer.

Pas later begreep Van Buuren wat filosofen als HusserlHeidegger en Sartre met ‘intentionaliteit’ bedoelen. [Het idee van intentionaliteit houdt – volgens Husserl – in dat het bewustzijn nooit leeg is: het is altijd gericht op iets en daardoor een bewustzijn van iets. (PD)] 

Het ‘zijn’ is altijd ergens op gericht. ‘Zijn’ is een dynamiek. ‘Zijn’ is je uitwerpen in de richting van iets wat je beoogt. Op het moment dat ik in die put van een depressie gleed en mijn bestaan ophield, kon ik mij niet meer uitstrekken in de tijd. Ik leefde niet meer in de toekomst en niet meer in het verleden. Mijn bestaan werd gereduceerd tot een oneindig doordruppelen van momenten van heden.’


Of Over het leed dat leven heet

Van Buuren verdraagt het idee dat hij onder de medicijnen zit niet, ondanks dat medicijnen hem bij zijn eerste depressiecrisis op de been hebben geholpen.’

In mijn ervaring is die medicatie een soort dekentje dat over mijn geest wordt gelegd – en ik wil geen dekentjes over mijn geest. Ik wil dat het werkt zoals het werkt, omdat ik denk dat al die prettige vonkjes in mijn hoofd die ik voel na mijn eerste kop koffie ’s morgens ook worden uitgevlakt als ik antidepressiva slik.’

Daarna kwam voor Van Buuren de vraag: waar komen die patronen vandaan die me op de knieën hebben gedwongen?

De medicatie heeft mij op het spoor gebracht waarop ik mijn leven kon hernemen. Maar de medicijnen hebben mijn probleem niet opgelost. Toen ik doorkreeg dat mijn problemen teruggaan tot mijn jeugd in Maassluis en dat aan mijn therapeut vertelde, zei hij: ‘Daar beginnen we niet aan. Mijn bedoeling is om u nu weer op de been te helpen, zodat u uw dagelijks leven weer kunt oppakken’.’


Hoe we onszelf in de waanzin leren kennen

In De gek als medemens wil Van Buuren die patronen – ‘die zitten diep, ze komen voortdurend terug’ – doorgronden door terug te gaan naar de oorspronkelijke keuzemomenten in zijn vroege jeugd. Hij zegt er geen beter mens van te zijn geworden, maar wel heeft hij zichzelf beter leren begrijpen.

Zie:
*
Een psychische afwijking is het gevolg van eigen keuzes (Filosofie Magazine, 2022)

* De gek als medemens. Hoe we onszelf in de waanzin leren kennen | Maarten van Buuren | paperback | Lemniscaat | prijs: € 19,99 | ISBN: 9789047714484 | NUR: 730 |
‘Wat maakt ons mens? Dit is een van de grote vragen van de filosofie. Volgens Maarten van Buuren is het antwoord te vinden in de waanzin. Als een lachspiegel toont de waanzin wat er gebeurt als de fundamenten onder het menszijn wegvallen.
In
De gek als medemens laat Van Buuren ons uitgebreid in deze spiegel kijken. Hij doet dat aan de hand van casestudies uit het werk van de Zwitserse psychiater Ludwig Binswanger, waarin patiënten en hun behandelingen worden beschreven. Wat de mens tot mens maakt blijkt uit de momenten dat zijn wereld vorm en samenhang verliest, hij uit het vangnet van zijn sociale contacten valt en zichzelf kwijtraakt. De gek als medemens is een onderzoek naar het verband tussen waanzin en existentie en de manier waarop deze begrippen elkaar wederzijds definiëren.’ (Lemniscaat)

Beeld Maarten van Buuren: Chris van Houts (Trouw, 2020)
Beeld Ludwig Binswanger: Stretto – Magazine voor kunst, geschiedenis, filosofie, literatuur en muziek (België)

Geloven in een grillige God

Houvast

Geloven is een avontuur ‘behelst met de ongrijpbaarheid en meerduidigheid van het Geheim. Het betekent overgave en loslaten, vallen en zweven, eeuwig blijven vragen en zoeken. Gelovig bestaan komt erop neer, dat je voortdurend wordt verrast en op het verkeerde been wordt gezet, omdat God steeds weer anders is’. Dit citaat komt uit een bespreking van Houvast, een boek van Koen Holtzapffel, waarin alle inzichten op een rijtje over ons vragend bestaan.

Eric Corsius benoemt in zijn recensie zingeving als je overgeven aan het bestaan als vraag, het avontuur durven aangaan met een grillige God:

Juist daarin kunnen we, paradoxaal uitgedrukt, ons houvast vinden. Zelf probeer ik zo in het leven te staan: me vastklampen aan strohalmen, bij gebrek aan beter, en me laten verrassen. Of het altijd lukt is een andere vraag. Maar het gaat in het leven ook niet om ‘lukken’ en ‘ergens in slagen’ en ‘doelen bereiken’. Het gaat erom dat we van het ons vaak ontglippende leven kunnen blijven houden zoals het is.’

Corsius noemt het geen wonder dat we hunkeren naar houvast. Het menselijk bestaan noemt hij een sprong in het ongewisse.

Het leven is een gang over het slappe koord zonder vangnet en met de overkant gehuld in nevels. De wereld en wijzelf zijn ons één groot vraagteken.’

Geloven, zegt remonstrant Corsius, is voortdurend op het verkeerde been staan en dat laatste nu heeft iets tegenstrijdigs, want als gelovige – en met name als vrijzinnig gelovige – is hij ervan overtuigd dat geloven juist geen houvast betekent.

Geloof is een onzeker bezit. Zodra we het als houvast zien, moeten we ons afvragen of we nog wel bezig zijn met wat geloven ten diepste is. Hebben we het dan niet gereduceerd tot iets voorspelbaars en ééndimensionaals? Teruggebracht tot een leer of een dogma?’

Mooi dat Holtzapffel in zijn boekje Houvast weer eens alle inzichten op een rijtje heeft gezet,’ aldus de recensist, ‘over ons vragende bestaan, over de hardnekkige zinvraag en over de paradox van het zoeken naar houvast. Het is een feestje van herkenning en geeft woorden aan onze vermoedens over deze duistere materie’.

Volgens de uitgever heeft Holtzapffel het vragende karakter van het vrijzinnige geloof nader bestudeerd en geanalyseerd. De auteur zegt dat het een boek is voor mensen op zoek naar zin, die de antwoorden niet in pacht hebben. En voor mensen die dachten de antwoorden in huis te hebben en weer opnieuw vragen gaan stellen. Die van de antwoord- weer terugkeren bij de vraagzijde.

Ik wil de vrijzinnigheid positioneren binnen de wereld waar vragen een belangrijke rol spelen. De filosofie heeft die functie een beetje overgenomen. Uit het rapport ‘God in Nederland’ blijkt dat mensen helemaal niet meer het idee hebben dat zinvragen in de kerk aan de orde kunnen komen. Bij ons [Remonstranten, PD] wel. Ik wil uitdragen dat onze manier van geloven historische gronden heeft en dat het christelijke zingevingskader, mits het open en tolerant is, relevant is voor zinzoekers.’ (Holtzapffel)

Boekomslag-HouvastHet boek is ook een introductie op het jaarthema ‘Houvast’ van de Remonstranten. Volgens hoogleraar remonstrants Seminarium, Christa Anbeek, is dit grote vragenboek geïllustreerd met literaire, filosofische, poëtische, filmische en biografische voorbeelden van hoe er met vragen geleefd kan worden en welke antwoorden tijdelijk houvast bieden.

Elk mens zoekt naar houvast in het leven, naar zin en betekenis, naar antwoorden op levensvragen. Vroeger werd dat houvast gegeven door het christelijke zingevingskader. Het functioneerde vaak als een automatisch antwoordapparaat. Voor veel mensen is dat kader inmiddels weggevallen. Zij staan als zinzoekers aan de vraagzijde van het bestaan. Wat geeft houvast?’ (Uit: Handreiking gesprekskringen bij het boek)

Houvast. Aan de vraagzijde van het bestaan | Koen Holtzapffel | Meinema | augustus 2017 | 144 blz. | ISBN 978 90 211 4491 7 | €12,99

Zie: Geloven betekent geen houvast, maar avontuur