Kunstmatige intelligentie is ‘alsof-intelligentie’

KunstmatigeIntelligentie-BrownMantisPixabay

Waarom computers nooit zullen denken, is de titel van een recensie door Arthur Veenstra, auteur bij iFilosofie, over De zin van denken van filosoof Markus Gabriel. Gabriel beschouwt ons intellect als een soort zintuig dat gedachten waarneemt. Het intellect produceert dus niet actief gedachten, maar neemt passief de objectief bestaande gedachten waar. Gabriel stelt dat ons intellect een soort zintuig is dat gedachten waarneemt: een noöscoop. ‘Computers zouden nooit een dergelijk zintuig kunnen ontwikkelen.’

Het misschien meest steekhoudende argument dat Gabriel inzet tegen denkende computers, vindt Veenstra, is afkomstig van de Amerikaanse filosoof John Searle.

Searle argumenteerde dat computers nooit het karakteristieke kenmerk kunnen hebben van bewustzijn: intentionaliteit. Intentionaliteit is de eigenschap dat bewustzijn altijd bewustzijn van iets is. Bewustzijn heeft dus een relationeel karakter. Ik zie de roos, ik voel hem, ik denk aan de roos. Altijd is er een relatie tussen mijn bewustzijn en iets.’

Volgens Searle projecteren wij intentionaliteit op de computer. De computer zelf gedraagt zich weliswaar alsof hij objecten herkent, maar in werkelijkheid voert de computer blind zijn mechanische/reactieve processen uit.

Hoe ingewikkeld de programma’s ook zijn, uiteindelijk bestaat ieder programma simpelweg uit enen en nullen die de computer blind verwerkt. Sterker nog, de computer weet niet eens dat het enen en nullen aan het verwerken is. Voor de computer zijn er alleen maar impulsen waar het mechanisch/blind op reageert.’

Veenstra heeft het over miljoenen minuscule schakelaars, en miljarden elektronen, die zich een wegbanen door de chips van de computer. Maar als je wilt beargumenteren dat computers kunnen denken, dan moet je ook laten zien hoe het kan dat de blinde processen van een computer gepaard gaat met bewustzijn.

Gabriel maakt middels Searles argument duidelijk dat kunstmatige intelligentie in feite een misnomer is: om misverstanden te voorkomen zou kunstmatige intelligentie beter kunnen worden omgedoopt tot ‘alsof-intelligentie’.’

De recensent stelt dat volgens Gabriel de mens een uniek dier is en blijft; als enige begaafd met een zesde zintuig dat gedachten kan waarnemen. Tot slot stelt hij dat De zin van het denken de lezer uitdaagt en hem of haar de ammunitie geeft om zelf te gaan nadenken over ons mysterieuze en ongrijpbare vermogen om na te denken.

De zin van denken | Markus Gabriel | Vertaald door Mark Wildschut | Boom, Amsterdam | 2019. ‘Dit boek is het laatste deel van een trilogie waar ook Waarom de wereld niet bestaat en Waarom we vrij zijn als we denken deel van uitmaken. Het is zo geschreven dat het zonder kennis van beide eerdere delen begrepen kan worden. Net als die voorgangers behoort het tot een genre dat zich richt tot al diegenen die graag hun gedachten laten gaan over wijsgerige thema’s. En precies om dit proces van het denken moet het hier gaan.’ (Gabriel)

Zie: Waarom computers nooit zullen denken, in iFolosofie nr 46, het filosofietijdschrift van de ISVW, oktober 2019.

Beeld: BrownMantis (Pixabay)

About Paul Delfgaauw

🌟Online redactie Goden En Mensen 👁️ @Relifilosofie 🍀Freelance schrijver 🌱 Vereniging Leven met dood 🦋 De Woudkapel 🌲

6 Responses

  1. Het volgende berust op reeds lang geaccepteerde onderzoeksresultaten.
    Het brein legt verbanden tussen verschillende sensorische registraties.
    Dit kan op twee manieren.
    Eerstens door een leerproces waarbij wetmatigheden in die registraties worden ontdekt. Dit is mogelijk omdat neuronen statistische analyse op die registraties kan uitvoeren en die verbanden middels synaptische verbindingen van verschillende sterkten vastlegt op verschillende plaatsen in het brein volgens het Hebbiaanse leerprincipe van ”cells that fire together wire together.” Op die wijze worden concepten gevormd, nog steeds gebaseerd op primaire sensorische registraties. Daar horen ook alle interne sensaties bij zoals de beruchte onderbuikgevoelens die zeer ten onrechte nauwelijks genoemd worden wanneer men het over de vijf menselijke zintuigen heeft.
    Op dezelfde wijze kunnen ook verbanden tussen concepten worden gelegd die ook dan nog steeds indirect verband hebben met die primaire sensorische registraties. Of dit ook een logisch verband is -bijvoorbeeld in de zin dat er een juist onderscheid gemaakt wordt tussen oorzaak en gevolg- is weer een heel andere vraag.
    De tweede manier is om op creatieve wijze verbanden te leggen tussen concepten. Ook die hebben dan nog steeds een indirect verband met primaire sensorische registraties maar missen de samenhang van genoemde statistische analyse. Alles is mogelijk.
    Het kan zijn dat er ook nog een logisch verband is en dat is de basis van allerlei succesvolle menselijke technologieën.
    De vraag is wat je met creatieve concepten doet die dit logische verband missen. Je kunt ze esthetisch waarderen maar verder zou ik het niet weten.
    Degenen die menen dat een concept ook ook zonder brein kan bestaan realiseert zich niet hoe complex materie georganiseerd moet zijn om hiertoe in staat te zijn.
    Overigens is er geen enkele reden om ‘materie’ als tegenhanger te zien van iets wat geen materie zou zijn. Materie is niets anders dan een aanduiding van iets wat er is. Een aanduiding van iets wat er niet is zou een contradictie opleveren indien die waar zou zijn.

    Like

  2. Bij bewustzijn is er sprake van wat Douglas Hofstadter de “vreemde lus” noemt. In zijn boek uit 1978 “Gödel, Escher, Bach” wees hij al op zelfreferentie en dat is waar het om draait. Tijdens bewusteloosheid is die vreemde waarnemingslus niet gesloten. Het lichaam neemt zichzelf wel waar maar -net als een thermostaat- alleen maar om zijn toestand in evenwicht te kunnen houden. Tijdens bewustzijn neemt het lichaam echter ook nog waar dat het zichzelf waarneemt en dan pas vormt zich die vreemde lus waarbij de analyse van wat het waarneemt tot de conclusie leidt dat het zelf iets is wat waarneemt. Die conclusie is juist zolang men maar niet meent dat het zelf iets anders is dan het lichaam.
    Wanneer men zich dat niet realiseert kan men de grootste onzin over het zelf beweren zoals het idee dat men ook zonder lichaam zou kunnen bestaan.
    Het bewuste lichaam ondervindt het praktische probleem dat het niet alles wat het waarneemt kan analyseren. Het moet zich tot een handvol beperken en dan nog kost die analyse blijkbaar zoveel inspanning dat die niet volgehouden kan worden zonder het lichaam uit evenwicht te brengen zodat regelmatig zijn toevlucht moet nemen tot de bewusteloze slaap om het evenwicht te herstellen.

    Like

  3. Een computer zal nooit geest hebben om de eenvoudige reden dat alles al geest is. Geest is een scheppende kracht, wat we kunnen controleren in ons zelf. We hebben immers onszelf geschapen in geestelijke zin. Op empirische wijze, met gebruikmaking van onze waarnemingen en onze conclusies er uit, hebben we ons zelf geschapen in geestelijke zin. In feite besta ‘ik’ alleen binnen mijzelf als geestelijke schepping. Maar dat wat we ‘geest’ noemen, dat zit niet in mijn fysieke brein. Dat geloven alleen Swaabisten. (Swaabisme is een geloof, vergelijkbaar met andere geloven) Ga je voorbij je eigen geestelijke schepping dan kom je uit bij je ‘potentiële ik’. Dat is een noodzakelijkheid omdat de eigen geestelijke ‘ik’ een steeds wordende schepping is.
    Hier spreek ik dus over de microkosmos, waar een computer dan ook over zou moeten beschikken.
    Wel, dat doet hij niet. Hij komt niet uit voort uit de macrokosmos zoals wij. Noem die macrokosmos maar God, Allah, Brahman, verzin maar wat. Dat is de scheppende kracht welke nog steeds bezig is met scheppen. Deze scheppende kracht heeft óns op zijn beurt geschapen en ook weer uitgerust met een scheppende kracht. Maar dat wij mensen ooit op gelijke voet komen met God, Allah, Brahman komen lijkt me uitgesloten. Dan zouden we een computer moeten dénken en geestelijk scheppen kunnen we alleen in onze dromen.

    Like

  4. Wim Gelling

    Klinkt wel redelijk wat John Searle zegt, maar Harari heeft er in Homo Deus toch wel zeer verontrustende dingen tegenover gezet: Het menselijk brein werkt vaak als een algoritme en computers ‘weten’ meer over ons dan we zelf weten!
    Wat is bewustzijn dan nog?

    Like

  5. In dit verband is de volgende link interessant want het meest in het oog springende verschil tussen mens en machine is dat de laatste nooit meer dan zombies zouden kunnen zijn. Mij lijkt dat in principe niet waar maar de huidige machines zijn nauwelijks of niet in staat een beeld van henzelf te vormen en nog minder hoe zij in dit beeld functioneren. Daar lijkt wat aan te doen te zijn.
    https://www.sciencenews.org/article/will-to-survive-might-take-artificial-intelligence-next-level

    Like

  6. FrankB

    “Waarom computers nooit zullen denken”
    Omdat Gabriel denken op zodanige wijze definieert (afgaande op wat ik hier lees) dat denkende computers bij voorbaat onmogelijk zijn. Daarmee is zijn filosofie net zo oninteressant als een uitgebreide beschouwing over vierkante cirkels. Lees dan liever Searle. Zijn “computers/intentionaliteit” argument is net zo riskant als destijds de voorspelling dat computers met schaken nooit van mensen zullen winnen. Men kan bijvoorbeeld wel volhouden dat computers evenzeer de intentie hebben om mat te zetten als mensen. Wat meer is, een programma als AlphaZero is zelf-lerend.

    Like

Reacties welkom.

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.