God bewijzen – ‘Geest en stof staan tegenover elkaar’

Babies
‘De bewijslast in debatten over God ligt niet exclusief bij gelovigen. Op beide groepen – dus zowel theïsten als atheïsten – rust de taak om met bewijslast voor hun positie of kennisclaim te komen in een argumentatief debat over het bestaan van God.’ Een groep schrijvers onder de naam Tartuffel, heeft de hele discussie over waar de bewijslast ligt voor het bestaan van God, bij de theïst of de atheïst, nog eens op een rijtje gezet. 

‘De atheïst die beweert dat de gelovige zal moeten aantonen dat zijn of haar God níet in dezelfde categorie valt als het monster van Loch Ness en andere sprookjesfiguren, gooit eerst alles op één hoop en beweert dan dat de gelovige maar moet bewijzen dat het andere categorieën betreffen. Atheïsten beweren dat het niet nodig is om het bestaan van God te weerleggen om dezelfde reden dat het niet nodig is om het bestaan ​​van de tandenfee, kabouters, de kerstman en het spaghettimonster (illustr: necoma.nl), enz. te weerleggen.

necoma.nlAlle atheïstische ridiculiseringen van God door Hem in één adem te noemen met dergelijke figuren, zijn gebaseerd op hetzelfde archetype: de vliegende theepot van Russell. Allemaal reuze vindingrijk en amusant, maar de atheïst plaatst zelf met dergelijke vergelijkingen God in dezelfde categorie als het monster van Loch Ness en de andere figuren. Om dat te kunnen doen, zal hij dus zèlf moeten aantonen dat ze een subject zijn met dezelfde attributen (kenmerken).’ 

Het uitgebreide artikel in InfoNu, dat 7 januari jl. nog werd bijgewerkt, laat onder meer zien dat iedere vergelijking tussen God enerzijds en het monster van Loch Ness, de kerstman en het spaghettimonster anderzijds, volkomen mank gaat omdat het een belangrijke oorzaak blootlegt waar het in discussies tussen atheïsten en theïsten heel vaak misgaat. 

‘Een vruchtbare discussie kun je wel vergeten als God in dezelfde categorie wordt geplaatst als het monster van Loch Ness. Uit de aard der zaak valt God niet in dezelfde categorie als het monster van Loch Ness en andere tot de verbeelding sprekende figuren.’ 

Volgens Tartuffel getuigt een dergelijke houding van intellectuele luiheid en is bovendien niet fair. De atheïst zal zijn stelling moeten onderbouwen aan de hand van deugdelijke argumenten. De bewijslast voor een kennisclaim (zoals ‘god is een verzinsel’) ligt bij degene die de claim doet. Over Russells theepot (Illustr: vliegendetheepot.blogspot.com) zeggen de schrijvers: 

‘Ik denk dat we kunnen weten dat het niet bestaat omdat het daar niet is geplaatst door Russische of Amerikaanse astronauten, en we weten dat materie in het universum zichzelf niet kan organiseren in een theepotvorm. Dus al met al beschikken we over nogal wat goede redenen om te kunnen stellen dat Russells theepot niet bestaat. Ook de kerstman kunnen we op gelijke wijze wegstrepen.

13-TeapotWarning-150Dat volwassenen niet in de kerstman geloven komt niet simpelweg doordat er geen goede redenen zijn voor zijn bestaan, maar omdat we goede redenen hebben om aan te nemen dat hij niet bestaat. We hebben hier positief bewijs voor: er woont niemand op de Noordpool en er vliegt niemand rond in een arrenslee om cadeautjes te bezorgen op kerstavond.’ 

Tartuffel stelt dat atheïsme niet slechts de afwezigheid van geloof in God is, anders zou een baby ook atheïst zijn, evenals zijn kat. Over het feit dat de atheïst stelt dat de bewijslast bij de theïst ligt, wordt verwezen naar filosoof Emanuel Rutten die deze repliek zeer verhelderend weerlegt door te stellen dat volgens de één de zijnsgrond van de wereld geest is en volgens de ander stof. Twee opvattingen over de natuur staan tegenover elkaar. 

‘Indien we een goed argument kunnen geven voor het bestaan van een eerste oorzaak van de werkelijkheid, dus iets waarop de hele wereld uiteindelijk teruggaat, iets dat geldt als de uiteindelijke oorsprong van alles wat bestaat, dan zijn de overtuigingen van de theïst en de atheïst structureel equivalent. De theïst beweert namelijk dat deze eerste oorzaak een subject is (een bewust wezen) en de atheïst beweert dat deze eerste oorzaak een object (levenloze materie) betreft. (Illustr 404: weheartit.com)

d4hbs_largeEr is dus sprake van pariteit tussen beide posities. Beide posities betreffen immers een claim over de aard van de wereldgrond. Volgens de één is de zijnsgrond van de wereld geest en volgens de ander is de zijnsgrond van de wereld stof. … Het is niet zo dat de theïst het bestaan van iets bevestigt, terwijl de atheïst slechts het bestaan ervan ontkent. Twee opvattingen over de natuur van de eerste oorzaak, geest of stof, staan tegenover elkaar. De atheïst kan in een argumentatief debat over het bestaan van God dus niet eenzijdig de bewijslast bij de theïst leggen.’ 

Zie: Bewijslast ligt ook bij atheïst in het debat met een theïst

Illust: ryanpeterswrite.com

About Paul Delfgaauw

🌟Online redactie Goden En Mensen 👁️ @Relifilosofie 🍀Freelance schrijver 🌱 Vereniging Leven met dood 🦋 De Woudkapel 🌲

32 Responses

  1. -Stof en geest dienen niet tegenover elkaar te staan ; maar zijn slechts verschijningsvormen in een evolutie-proces .
    -Stof of massa en materie zijn ‘gelijkwaardig’ of om te zetten in energie of kracht volgens Einstein en zijn formule ‘E=mc²’ .
    -Tussen stof en geest moet men dus de tussenstap ‘energie’ plaatsen om tot een vorm van idee, bewustzijn, wil en kracht te komen; zodat men komt tot de algemene formule ‘E=mc²=Psy ‘.
    -Zowel stof, kracht of geest zijn aldus slechts verschijningsvormen of trappen van de logische evolutie in de realiteit van het ‘zijn’ zelf .

    Like

  2. Jan

    Mee eens Valère, in principe. Alleen zou ik graag de stof met het woord “substantie” aanduiden. Onder substantie versta ik dan datgene wat gezien kan worden als “substraat”. Zoals de halfgeleider in de computer het substraat is van de energetische processen (aflopen van programma’s) die de beelden veroorzaken (op een beeldscherm) die het subject (de mens achter het beeldscherm) waarneemt.

    Substantie -letterlijk “onderstaande”- de drager van de beelden. Samengesteld uit onbegrijpelijke essentie, waar alle voorstellingsvermogen faalt, als we kijken naar de bevindingen van de kwantummechanica. Die substantie kan volgens mij van zeer grofstoffelijke materie zijn, maar ook uit licht, energie bestaan. Technici construeren plasma’s van een bepaalde vorm die dienst doen als vat voor kernfusieprocessen. De zon is een object van licht en In de biologie is bekend dat de elektrostatische eigenschappen van een groeiend biologisch organisme vormbepalend zijn, al weet men nog niet precies hoe dat mechanisme precies werkt.

    In de oude wijsheden, kennen we de meerwerelden opvatting, zoals in het christendom lichaam, ziel, geest of bij de joden neshama, ruach, nefesh en guf, in de kabbala is er een vier maal tiendeling en in het Mahyana boeddhisme de atman (zelf), buddhi (wijsheid), manas (denken), kama (begeerte), prana(energie), vormlichaam en stoflichaam. Allemaal indelingen van samenhangende en elkaar beinvloedende en elkaar doordringende “zielen”. “Zielen” in de zin van dragers van eigenschappen. Dit overzicht richt zich op de verschillende oorzakelijkheden, meer in verklarende technische zin. In de expressie daarvan en de beleving, ziet men de engelenschare en het pantheon van Goden.

    Zoals je zegt zijn geest en stof verschillende verschijningsvormen in een evolutieproces. Voor mij een eeuwig cyclisch evolutie/involutie proces Daar waar de geest opgaat in de stof, (bij een mens bij geboorte en groei) zal het stoffelijke evolueren (uitrollen) en de geest involueren (inrollen). Bij het sterven involueert de stof en evalueert de geest op geestelijke gebieden van zijn. Deze worden gekend als hel, vagevuur en hemel: ieder in de toestand waar hij magnetisch toe aangetrokken wordt. Deze toestanden (of plaatsen) van zijn worden ook genoemd Hades, de eeuwige jachtvelden, kama-loka, devachan. Zo worden mensen steeds weer gereincarneerd zoals alle zichzelf organiserende wezen. Inclusief de sterren en de atomen: alleen op een andere tijdschaal.

    Like

  3. joost tibosch sr

    Hopelijk zijn atheisten en theisten nu zover dat ze “geest en stof” in hun evolutiedenken niet meer tegenover elkaar plaatsen. De discussie over God wordt volgens mij dan ook niet door deze tegenstelling bepaald maar door menselijke ervaring en keuze, dat persoonlijke ervaring al dan niet verwijzende kracht buiten onze werkelijkheid van “geest en stof” heeft: met name die menselijke ervaring dat de werkelijkheid en het leven ons gegeven is met de eventueel te kiezen verwijzing naar een “Gever”. Dat zal als bij menselijke liefde al ook afhankelijk blijven van persoonlijke geloofskeuze, en nooit alleen op argumenten beslist kunnen worden. Het lijkt me nu bij ons mensenrecht te horen, dat we elkaar die keuze voor of tegen geloof in God gunnen als menselijke of verwijzend menselijke keuze en inspiratie voor door ons beide gekozen goed menselijk leven.

    Like

  4. Jan

    citaat: ” ‘Een vruchtbare discussie kun je wel vergeten als God in dezelfde categorie wordt geplaatst als het monster van Loch Ness. Uit de aard der zaak valt God niet in dezelfde categorie als het monster van Loch Ness en andere tot de verbeelding sprekende figuren.’ ”

    Waarom God niet in dezelfde categorie valt zoals verbeeldingsfiguren wordt niet duidelijk. “Uit de aard der zaak” is geen argument. God is een verbeeldingsfiguur en dat is niet een “atheïstische ridiculisering van God”. Zoiets kan men met respect voor de verkeerde opvattingen van de theïst zeggen.

    Het hele probleem tussen de theist en de atheist is dat er iets anders aan de hand is. Het probleem ligt in het onbegrijpelijkheid van de wezenlijke essentie van het “zijnde”. Op het moment dat men zich daarvan een voorstelling gaat maken of een naam aan geven ontstaan illusie’s. En deze illusie’s geven aanleiding tot problemen.

    Op een zeker moment dient zowel de atheist als de theist te stoppen met het benoemen van het onkenbare. Of dat de onbegrijpelijke stof of de onbegrijpelijke geest is, dat maakt niet uit.

    In de filosofie van het (atheistisch religieuze) boeddhisme kent men de “geest” of het Zelf onder de naam “Atman” en de stof onder de naam “Prakriti” En de essentie duidt men aan met woorden die aangeven dat men het niet meer kan begrijpen of benoemen: ParamAtman (voorbij Atman) of mulaPrakriti (wortelstof). Het fraaie is dat men ParamAtman (het geest/zelf in de mens) ziet als identiek als het ParaBrahman (het zelf van de cosmos). Daarom spreekt de Jood de naam van JHWH niet uit volgens mij en draagt hij zijn keppeltje om zich van het goddelijke af te schermen. Daarom is het tao niet het Tao. Daarom spreekt Valentinus over Diepte en Stilte. Daarom is de tweede Sophia (de lagere wijsheid) in de fout gegaan toen zij doldriest trachtte door te dringen in de diepste essentie: de diepte en stilte. Het resultaat zijn spookbeelden in de schaduw gemaakt door de wereldbouwers uit het voorstellingvermogen van Sophia. Dat is onze wereld. Gestolde foute illussie over het zijnde in de substantie.

    Maar de diepe herinnering aan de goddelijk eenheid wordt wakker bij de mens, zoals zo mooi beschreven staat in het “lied van de parel” toen de adelaar sprak en het hart werd geopend.

    Like

  5. Jan-Auke Riemersma

    Ik begrijp eigenlijk niet zo goed waarom Tartuffel (niet: Tartuffe?) zichzelf een hoop werk bespaart en de lezer onmiddellijk verwijst naar P&P: bespaart een hoop inspanning en bovendien heb ik de idee dat de materie bij P&P in betere handen is.

    Like

  6. joost tibosch sr

    Herhaal nog maar eens: JHWH Jah=Ik ben bij jullie; WeH= voorzover Ik ben (= “hoe Ik bij jullie ben” begrijpen jullie niet!). Je kunt niet alles zo maar even vlug met elkaar vergelijken!

    Like

  7. Jan

    Ja, ik ken je exegese. “Ik ben”, slaat op het “zijnde”: “ik ben die ik ben” het universele zelf. Dat de orthodoxe Joden de Engel (subgod) van het Joodse volk bovenaan hebben gezet en de mystieke Joden niet hebben begrepen;.daar kan ik niets aan doen.

    Deze fout is nu juist het begin van verdeeldheid. “Mijn God als een persoonlijke (masker!) anthropomorfisch denkbeeld te zien.

    We zijn het eens dat we het oneens zijn, meen ik. (ik zeg maar niet geloof ik 😉 )

    Like

  8. Jan-Auke Riemersma

    Paul, dat doet er toch niet zo veel toe: wat er toe doet is dat P&P voor al deze argumenten meer plaats inruimen. Alhoewel ik het met de conclusie van dit stuk (op voorhand) eens ben, vind ik dat ze veel te veel overhoop halen in kort bestek: je kunt deze kwesties zo lastig in een of twee alinea’s afdoen.

    Like

  9. Jan

    Beste Joost.
    Ik vind het zo leuk dat letterlijk we zo erg dicht bij elkaar komen en er toch zo’n groot verschil in opvatting is.

    “Ik ben (bij) jullie” als immanentie van het goddelijke zijn in de mens/natuur (het subject: de eerste persoon) zegt Jan dan. Voor zover (het/ IK)(=de eerste persoon) (ben=betreft).

    Terwijl ik de indruk krijg dat de exegese van Joost is, dat er een transcendente persoonlijke van de natuur/mens afgescheiden God (als object: de derde persoon: HIJ) op een onbegrijpelijke manier toch “bij” de mensen is.

    Dit schrijvende denk ik aan: “Wat gij aan de minste der Mijnen hebt gedaan, hebt gij aan Mij gedaan.” Dan maakt het niet uit, dat ik deze zin letterlijk neem en jij figuurlijk: als we dat in de praktijk brengen.

    Dat van JHWH als “God der Joden” veel later in de geschiedenis ten onrechte gepromoveerd is tot een monotheïstische God, heb ik niet zo even vlug bedacht. Ik ben het tegengekomen in het boek: “De mens en zijn engel”.

    En ik heb hier een ondersteuning voor het gebruik van JHWH als het grenzeloze onbegrijpelijke in de engelse wikipedia zie de schuingedrukte tekst afkomstig uit de zohar in de toelichting zie: http://en.wikipedia.org/wiki/Ein_Soph

    Like

  10. joost tibosch sr

    JaH is niet het grieks-platoonse Zijnde, waar je ook het oosters denken mee in kunt, maar het hebreeuws actieve Zijn Daarom vertaal ik het ook met “Ik ben bij jullie” (vgl het jouw ook bekende hallelu-jah!) Wrschl doe ik met mijn verwijzing naar het toch oorspronkelijke hebreeuws vergeefse moeite!

    Like

  11. Jan

    Joost.
    Mijn antwoord op jouw opmerking 12 jan 23:42, had ik hieronder op 12 jan 18:11 al geschreven.

    Door taalkundig en historische analyse krijgt men meer oog voor de verschillen en daardoor ontstaat verdeeldheid. Dat is de hinderlijke eigenschap van analyse.

    De overeenkomsten van het oer-jodendom van vóór de babylonische ballingschap sluiten mijns inziens naadloos aan bij de oud-egyptische religie en de indische zienswijze. En deze zijn nog levend in de kabbala. Dat is een hiërarchische visie die lijkt op het polytheisme maar eigenlijk een panentheisme is: god=natuur. En het verbindende idee is ook het principe van emanatie die men in de levensboom in alle volkeren kent.

    De engelen zijn de (sub)goden geestelijke wezens die bij de geestelijke natuur horen. Daaronder horen o.a. JHWH (god van Jeruzalem) en Baäl (god van Ugarit) en nog 70 andere. Dat zijn verpersoonlijkingen van stam- en plaats- geestelijke karakteristieken en die zorgden voor de elohim.

    In het oer-Israel werd “het onnoemelijk zijnde” aangeduid met El vandaar IsraEL. Die hoogste goddelijke was El Elyon. Ik zou zeggen de oorsprong van nous, het onkenbare: tao

    Na de babylonische ballingschap kwamen de invloedrijke Joden terug en hebben al de sub-goden onderdrukt en JHWH op de plaats gezet van El Elyon. Een persoonlijke hoogste God die dan het Joodse volk een streepje voor geeft: het uitverkoren volk!

    Zoals ik al schreef, zijn we het eigenlijk wel eens. Een persoonlijke God kan “bij” je zijn, maar dan ken je aan die god attributen toe, dat hij voorkeur kan hebben en nabij of ver kan zijn. Dan heb je het niet over het eeuwige, tijdloze onnoembare “dat”.

    Like

  12. Pa Flodder

    Je reactie heeft enkel waarde voor wie GELOOFT dat iemand die woorden ooit sprak (en de vertaling correct is).
    Voor mensen die geen zier om de bijbel geven is dergelijke reactie dan ook gewoon ‘niets’.

    Like

  13. joost tibosch sr

    Met de als laatst door ons ervaren evolutionaire ontwikkeling van bewust denkende en liefhebbende mensen kan ik me een eeuwige onbeschrijfbare Ander JaH voorstellen maar kan die door het WeH niet aanwijzen of benoemen. Ik heb heel wat meer moeite om me met dat evolutionair (voor mijn part: “uitrollende denken”) denken jouw “dat” (het Al?) nu nog na de ons bekende evolutie onpersoonlijk als “dat” voor te kunnen stellen. Hoogstwaarschijnlijk bedoel je daar toch stiekem wel weer “Algeest” mee?

    Like

  14. Het is wel lastig hier een andere invalshoek voor te kiezen. Stof of materie, en al dan niet zeker weten, roepen verschillende beelden bij me op. Ik verdiep me nu in homeopathie en mensbeelden. Homeopatische middelen worden gepotentieerd en als medicatie gebruikt. Bij hogere verdunningen blijft de energie, de essentie van het middel wel aanwezig, al kun je de materie niet meer waarnemen. Ik voelde iets verwants met de olijfboom, en heb dit middel gebruikt in een hoge potententie. ( Ik ben geen homeopatisch arts, maar een aanhanger van deze geneeswijze). Daarna kreeg ik een gevoel van vrede. Met mezelf en met mijn omgeving. Tot zover stof en materie.
    Over zeker weten vroeg ik mij af of er een twijfelboom bestaat, en welke vruchten die voort zou brengen. Twijfels? Hoe zouden die er uit zien?
    Een twijfelboom is een begrip binnen de plantkunde. Er wordt een gewas mee bedoelt, tussen een boom of een struik in . Een twijfelgeval dus. Een braambos, brandend of niet? Of een eikenboom uit de bossen van Mamre? Laat mij nog maar even struik(je) blijven.

    Like

  15. Als we een gebouw, een schilderij, een beeldhouwwerk zelfs een ordinaire tafel of stoel zien, dan gaan we er van uit dat dat iemand dit ontworpen heeft en gemaakt heeft of laten maken. Dat is de basis voor de theorie dat ook het heelal door een intelligent wezen ontworpen is. Dit wezen moet dan een immaterieel wezen zijn, want anders zou het op zijn beurt ook door een ander wezen moeten ontworpen zijn. Een immaterieel wezen is niet ontworpen of geschapen. Tot daar een logische redenering, welke van een volledig ander niveau is dan deze van het spaghettimonster. Kunnen we bovenstaande logica bewijzen? Spijtig genoeg niet. Het lijkt alleen logisch tot we het tegendeel op wetenschappelijke basis kunnen bewijzen of ontkrachten. Welles nietes discussies daarover slaan dus vooralsnog nergens op.

    Like

  16. Jan

    Armandmaes ik ben het voor een groot deel met je eens.
    Het waarnemen van intelligente bouwsels veronderstelt bouwers.

    De intelligente wezens die het heelal ontwerpen en vormen, die bouwers, kunnen daar eeuwig mee bezig zijn en blijven. Daarvoor hoeven ze niet immaterieel te zijn.

    Ook kan het best zijn, dat er verschillende “soorten” materie zijn. Als we “ogen” zouden hebben van die andere soort materie, zouden we misschien wel die ijverige wereldbouwers bezig kunnen zien: de demiurgen onder leiding van de opperbouwmeester van het heelal.

    Er is een leuke science fiction film die dit aanschouwelijk maakt: een groot ruimteschip na vele eeuwen door de ruimte gezworven te hebben, gegroeid is en ervaring heeft opgedaan, zoekt zijn “schepper”, de mens. Helaas herkent hij in de mens zijn schepper niet. Hij ziet de mens als een plaag: een koolstof-eenheid die hij wil uitroeien. Naarstig zoeken historici en technici naar de initiële code van dat ruimteschip in de archieven, om met “het/hem” in contact te komen.

    Zelfs de archaïsche gedachte van de gemeenschap van stof en geest wordt verbeeld met de samensmelting van de machine en een vrouwelijk mens. Een nieuwe cyclus van wezens die ervaring opdoen ontstaat.

    Ik meen dat het start trek is, genoemd naar een ruimtevoertuig uit het nabije verleden.

    Leuk hè ?

    Like

  17. Jan

    Corrie, het leuke van jouw bespiegelingen van stof of materie in relatie tot de homeopathie is volgens mij dat dan de materie slechts informatiedrager is. Het gaat niet om de materie als zodanig. Het gaat bij een brief ook niet om de inkt en het papier, maar om het begrip dat gaat leven bij de lezer door de informatie gecodeerd in letters, woorden en zinnen. Daarbij is de stof, het “substraat” zelf, papier of een usb-stick van ondergeschikt belang.

    Bij hogere verdunningen kan je het homeopathische middel zien als een bericht dat steeds duidelijker wordt naarmate de ballast van overdadige informatie wordt ontdaan. Geen rapport van duizenden bladzijden, maar slechts enkele overduidelijke zinnen aan de “directeur” van het zieke organisme. Het signaal of de boodschap bij hogere potentie’s wordt daardoor zelfs sterker. Voorwaarde daarbij is dat de gedachtekracht, de aandacht, van de mens bij het verdunnen blijft. Het lijkt op een alchemisch proces. Niet de uitsluitend de stof, maar de combinatie van geest en stof is bepalend voor het resultaat.

    Daarbij onderscheidt de homeopathie (zoals de Bach bloesems) zich van de gewone geneeskunst die alleen oog heeft voor de “dode” stof zelf. Werkende op het delfstoffen rijk.

    Fijn dat je daarmee een gevoel van vrede bereikt met jezelf en je omgeving. Dat is veel waard.

    Vroeger was de genezer, zowel medicijnman, psycholoog als geestelijke. Helaas is dat nu helemaal verknipt overeenkomstig de illusie van de afgescheidenheid van lichaam, ziel en geest.

    Like

  18. Als de bouwer van het heelal materieel is dan is hijzelf ook ontworpen. Alleen immateriele bouwers zijn niet geschapen. Dus als er een architect of bouwer van het heelal bestaat, moet die immaterieel zijn.

    Like

  19. Jan

    Immateriële bouwers hebben geen vat op materiële dingen: ze gaan er dwars doorheen. Dus dienen ze materieel te zijn, zoals wij. Als er geen begin van de tijd is, is dat altijd zo geweest. Geen begin en geen eind: een cirkel in de tijd. Iets dat is, zal altijd zijn en dat wat niet-is zal nooit kunnen ontstaan. Scheppen is dus onmogelijk. Alleen verandering en transformatie’s bestaan.

    Like

  20. joost tibosch sr

    Mensen hebben een in evolutie gegroeide voorstellingsvermogen .
    De voorstelling van een scheppende God was gebruikelijk en is nog steeds mogelijk, maar kan ook met onze verlengde wetenschappelijke waarneming van de evolutie nog steeds niet bewezen worden… en staat in onze tijd dan ook onder kritiek.
    De voorstelling van “geen begin geen eind, een cirkel in de tijd” leek en lijkt nu ook mogelijk, maar kan door geen enkele verlengde wetenschappelijke waarneming van de evolutie bevestigd of bewezen worden
    Naast onze verlengde wetenschappelijke waarneming hebben we ons voorstellingsvermogen gelukkig ook niet voor niks gekregen. In onze tijd kunnen we niet anders dan beseffen dat dat geen verlengde wetenschappelijke waarneming is, waarmee je elkaar bewijzen zou kunnen leveren…zelfs geen logische!

    Like

  21. Daar, wetenschappelijk, niemand kan bewijzen of het het heelal een ontwerper en of bouwmeester heeft, kan niemand daar een uitspraak over doen. Wat we wel kunnen is logisch nadenken. We gaan er van uit dat een stoel, een tafel, een gebouw, een schilderij… een ontwerper en een maker heeft, gaan we ervan uit dat het heelal en al de wezens die dit heelal bewonen, ook een ontwerper en maker heeft. Dat al die wezens zich door evolutie aanpassen, daar twijfelt geen zinnig mens meer aan.
    Blijven de vragen: Wat is het begin van dit heelal en in welke mate kan van dode materie een cel ontstaan en hoe kunnen eencelligen dan evolueren naar de planten en dieren, zoals wij ze nu kennen. Vragen waar de wetenschap misschien, in de toekomst, een antwoord op kan vinden. Zolang blijven gezellig welles nietes spelletjes spelen.

    Like

  22. joost tibosch sr

    We moeten wel samen iets van ons leven en onze wereld maken! En dat is, zoals we weten, vaak niet zo gezellig..en een hele klus!

    Like

  23. ..’en hoe kunnen eencelligen dan evolueren naar de planten en dieren, zoals wij ze nu kennen. Vragen waar de wetenschap misschien, in de toekomst, een antwoord op kan vinden.’

    Wat vind je van evolutie?

    Like

  24. Evolutie geeft geen antwoord op de vraag hoe van levenloze moleculen van stikstof, zuurstof, waterstof en fosfor zeer ingewikkelde levende cellen ontstaan. we spreken dan werkelijk van constructies waar we met verbazing naar kijken.

    Like

  25. Jan

    En jij ook bedankt voor je terugkoppeling, Corrie. Wat ik schrijf is nogal alternatief. Ik ben blij dat je me begrijpt, velen namelijk verwerpen mijn ideeën. Dat komt door de vruchten van de “ik weet het zeker” boom. Die mensen die daarvan gegeten hebben, staan niet meer open voor andere ideeën.

    Ik heb nagedacht over je originele kijk op de twijfelboom. Ik had de nijging om er een gedicht erover te schrijven. Maar ik kan het beter doen in surrealistische proza, zoals die thuis hoort in een site over goden en mensen.

    “Er was er eens een eenzame lelijke god “Demian”, de heerser over de Duisternis met een grote “D”. Hij verstopte zich meestal in een kolom van rook en vuur in een verlaten woestijn, om te verbergen dat hij zo lelijk was. Daar twijfelde hij over zijn eenzaam goddelijk lot. En zijn gedachten werden tot veelsoortige dromen van grote schoonheid.

    Op een goede dag, toen hij wat tot zichzelf was gekomen nam hij zijn omgeving waar. Hij verbaasde hij zich over een zeer uitgebreide lage struik vol met stekels en bessen. Engeltjes vanuit de hemel vlogen behendig tussen de takken en stekels door en voedden de bessen die daardoor glansden, glommen en groeiden. Onder de struik schoot een slang heen en weer door het stof.

    De zon kwam op en dus brak de duisternis met een kleine “d” aan. De vogeltje werden wakker en begonnen te piepen en te fluiten en vlogen behendig vanuit de aarde tussen de takken en de stekels en aten de bessen op. Soms at de slang een vogeltje op, viel voldaan in slaap, en droomde dat hij een god was die droomde. Toevallig toen Damian dat zag, kwam er een adelaar uit de hemel en at de slang op en verdween in de lucht.

    De vruchtbare woestijn werd bevrucht door de uitwerpselen van de vogels en uit de zaden daaruit groeiden vele soorten planten, struiken en bomen van grote schoonheid.

    Damian had de vorm aangenomen van een vlinder, en bracht een bezoek aan de prachtige oase en zag dat zijn dromen werkelijkheid geworden waren. En de grote twijfels hadden een schoonheid tot gevolg die ongekend was. En in het midden van de oase zag hij zijn Godin in de vorm van een vlinder. Ze werden één, de tijd stond stil ze vergaten alles en traden de vergetelheid in.”

    Nu dat is een keer wat anders dan logische redeneringen, hè ?

    Like

  26. Dichterlijk proza Jan. Nieuwetijds-kinderen worden via verpoppingstadia nieuwetijds- mensen. Dat heeft tijd nodig. Boekenwurmen worden vlinders, een gehakkelde Aurelia?

    Like

  27. joost tibosch sr

    Als jouw reactie op die van mij slaat: je zou kunnen weten dat de bijbel in een lange geschiedenis gegroeide wereldliteratuur is, waar naast literair-historische ook meer wetenschappelijke aandacht aan vertaling(en) werd/wordt besteed dan aan welke andere literatuur ook. Dat je je afsluit voor die geweldige literatuur zul je zelf wellicht wel begrijpen..Zeker nu je al helemaal niet meer gedwongen wordt in een bijbelse “boodschap” te geloven.

    Like

Reacties welkom.

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.